Arbre généalogique Dullemen » Laurens KUNST (1799-1882)

Données personnelles Laurens KUNST 


Famille de Laurens KUNST

(1) Il est marié avec Jannetje de BRUIJN.

Ils se sont mariés le 29 mai 1822 à Sint Philipsland, il avait 23 ans.


Enfant(s):

  1. Jan KUNST  1823-1823
  2. Neeltje KUNST  1824-????
  3. Jakob KUNST  1826-1827
  4. Dingena KUNST  1828-1880
  5. Cornelia KUNST  1829-1837
  6. Kornelis KUNST  1830-> 1884
  7. Janna Marina KUNST  1832-1835
  8. Jan KUNST  1834-1834
  9. Janna Johanna KUNST  1836-1912
  10. Cornelia KUNST  1838-????


(2) Il est marié avec Maatje VADERS.

Ils se sont mariés le 20 février 1861 à Oud-Vossemeer,ZE,NLD, il avait 61 ans.


Notes par Laurens KUNST

bron: http://members.fortunecity.com/katnagel/genealogy/later/huis.htm Volgens dominee J.W. Gunst
(ds. J.W. Gunst, Eene bladzijde uit de geschiedenis der Scheiding uitg. D.Donner, Leiden 1891)
zou het begin van de Afscheiding te Oud-Vossemeer hebben plaatsgevonden in november 1835, met
aanvankelijk 14 leden. Het notulenboek geeft echter 24 april 1836 aan. In augustus 1836 werd de
bekende dominee Huijbert Jacobus Buddingh beroepen en benoemd tot afgescheiden leraar van het
Hervormd Kerkbestuur. Hij werd geboren Rhenen 19-01-1810 en overleed Goes 16-11-1870, studeerde
te Utrecht en nam deel aande Tiendaagse Veldtocht. Als jong predikant te Biggekerke (Zld) kreeg
hij moeilijkheden wegens de belijdenis, vroeg ontslag, maar werd tegelijk afgezet, waarna hij
overging tot de Afgescheidenen. In 1846 maakte hij een grote reis door Noord-Amerika en vestigde
zich, na terugkeer, te Goes. Hij stichtte daar een eigen kerkelijke gemeente, weliswaar met enige
antieke gebruiken en eigenaardigheden, maar werd als nauwgezet Christen en weldoener der armen
door de bevolking toch zeer hoog geacht. Zijn volgelingen noemde men Buddinghianen. De
stichtelijke werkjes die hij het licht deed zien, zijn alle vertalingen uit het engels. (Zie 18de
Winkler Prins Encyclopaedie, 6de dr.1949, dl 5, blz. 185) Ds Buddingh was een zgn. Reizend
predikant, aangesteld als enige leraar voor alle afgescheiden gemeenten of kruiskerken in geheel
Zeeland. Al vlug rezen er moeilijkheden en verdrukking en vervolgingen volgden. De burgemeester
van Tholen vroeg hem naar zijn reispas, die hij niet bezat, waarop hij onder politiegeleide naar
Zierikzee werd gebracht en vervolgens naar Middelburg. Op 18 oktober 1836 schreef de Officier van
Justitie bij de rechtbank te Zierikzee, mr.S.G. Ermerins een brief aan heren Burgemeester en
Assessoren (wethouders) van Oud-Vossemeer, waarin hij vroeg of aldaar de wet niet werd
overtreden, omdat meer dan 20 separatisten er een godsdienstige samenkomst zouden bijwonen. De
afgezette predikant en separatist Buddingh wordt ook in de brief genoemd, als een vreemdeling die
op 13 oktober d.a.v. op Tholen was aangehouden en verklaard had, dat hij voornemens was naar
Oud-Vossemeer te gaan. Tenslotte verzocht de Officier om nauwkeurige opgave van de namen,
beroepen en woonplaatsen van de afgescheiden leden der herv.gemeente, met vermelding van de
huizen, plaatsen, dagen en uren waar en wanneer zij hun bijzondere bijeenkomsten hielden. Na
informatie bij ds.C. Giltay schreven burgemeester en assessoren ten antwoord, dat de separatisten
nog geen 20 personen bedroegen en gaven de volgende namen op: 1. Jan (Johan) Franúois de Later,
(mr) metselaar te Oud-Vossemeer. 2. Jan Pieter Boogers, particulier aldaar 3. Ary Soetens,
landman aldaar 4. Laurens Kunst, arbeider aldaar 5. Cornelis Krijger, arbeider te Tholen 6.
Kornelis Gunst, leerlooier te O.-V 7. Johanna Janse Lindhout, arbeidster te Tholen. Hierbij werd
tevens opgegeven dat "met hen gemeene zaak schijnen te maken, ofschoon zich niet verklaart
hebbende", de volgende personen: 8. Jan Kunst, arbeider te O.-V 9. Marinus Johannes Verkerke,
arbeider te O.-V 10. Pieter Slager, arbeider te O.-V 11. Hendrik de Jonge, arbeider te O.-V 12.
Martina de Keyzer, arbeidster te O.-V 13. Hilletje van Hogerhuis, arbeidster te O.-V Al spoedig
werd de gemeente uitgebreid tot 18 leden. Zondag 10 juli 1837 kwam ds.Buddingh naar Oud-Vossemeer
en heeft daar "onder den zegen des Heeren en rust van de vijanden" ten huize van J.F. de Later
het Woord bediend, de ouderlingen en diaken, die ruim een jaar daarvoor reeds waren gekozen,
bevestigd, vervolgens het H.Avondmaal bediend en ook de Heilige Doop toebediend aan een drietal
kinderen van de gemeente. Lang duurde de "rust van de vijanden" echter niet, want reeds een week
later werd de predikant belemmerd. Toen op 17 juli d.a.v. een bijeenkomst werd gehouden met ruim
20 personen, kwam op last van burgemeester Rochus van den Oudendijk de veldwachter binnen met
verzoek om uiteen te gaan. Hij had echter order om het aantal deelnemers te tellen ente noteren.
De vergadering wenste aan dat verzoek niet te voldoen en de veldwachter vertrok onverrichterzake.
Een week later, zondag 24 juli, kwam de burgemeester met twee assessoren, de wethouders IzaÃñk
Kruijse en Johannes Franúois Gunst, in eigen persoon de godsdienstoefening verstoren. Opnieuw
werd gesommeerd uiteen te gaan, doch zonder resultaat. Integendeel - de gemeente verzocht de
burgemeester "een onderzoek te doen naar haar godsdienstig verrichten". Burgemeester en
wethouders hebben toen de dienst tot het einde bijgewoond en aantekeningen gemaakt. Zondag 30
juli kwamen de burgemeester en beide wethouders weer de eredienst verstoren, terwijl thans ook de
Officier van Justitie te Zierikzee, Ermerins in hun gezelschap was. Er werd een uitvoerig
proces-verbaal opgemaakt, dat luidt als volgt:: "Op heden den 30en Juli 1837 hebben wij
ondergeteekenden Rochus van den Oudendijk, Burgemeester van de gemeente Oud-Vossemeer vergezeld
van de Assessoren Iza̖k Kruijse en Johannes Fran̼ois Gunst, onderricht geworden zijnde, dat er
wederom een godsdienstige oefening plaats zou hebben ten huize van Johannes Franúois de Later,
metselaar te Oud-Vossemeer, ons in het bijzijn van den Heer Officier van Justitie bij de
Rechtbank te Zierikzee, hedenmorgen ongeveer 10 uur begeven naar en in de woning van gemelden de
Later alwaar wij binnenkomende de voordeur der woning vonden openstaan, en een aanstaande deur
van een opkamer aan de linkerhand met drie trapjes opgaande en met twee schuiframen uitzicht
hebbende op de straat;alwaar zich bevonden een aantal menschen, die bij elkaar op stoelen of
banken zaten, en die gezamenlijk aan het zingen van psalmen waren, en als dit beýindigd was,
deed gemelde de Later een korte toespraak aan de vereenigde gemeente, en zooals hij daarmede
bezig was, viel hij; Burgemeester, dezen de Later in de rede, en gaf hem te kennen dat, daar zij
zagen met een oppervlakkig overzicht, dat zich in dit zijn woonvertrek een verzameling buiten de
huisgenooten van meer dan twintig personen bevond, die een godsdienstige oefening hielden zonder
dat zij daartoe het vereischte verlof van het Gouvernement hadden bekomen, en hij en de
Assessoren hen op grond der bestaande wetten aanmaanden om die oefening te staken en uiteen te
willen gaan; waarop de Later ten antwoord gaf dat zij daartoe niet genegen waren, dat zij niets
kwaads deden, dat een ieder daarbij moest komen; dat hij; Officier van Justitie, na zijn
ambtsbetrekking aan de aanwezigen te hebben bekend gemaakt, aan hem, de Later toen heeft
toegevoegd, dat hij de Later, en de zijnen nu gehoord hadden de aanmaningen, die het
gemeentebestuur van Oud-Vossemeer hem en den zijnen had gedaan, om met het houden van deze
godsdienstoefeningen uit te scheiden, dewijl dit strijdig was met de bestaande wetten; en wanneer
zij daaraan niet wilden gehoorzamen, het gemeentebestuur verplicht was om daarvan een
proces-verbaal op te maken, en hij; Officier, verzocht dat, daar hij uit de uitdrukkingen van de
Later en Cornelis Gunst en anderen ontwaarde, dat zij aan deze aanmaning geen gehoor wilden
geven, alle namen en woonplaatsen der aanwezige personen zouden worden opgenomen worden, en van
de verrichtingen, die in deze vergaderingplaats zouden hebben, een relaas opgemaakt worden;
terwijl de Later en de zijnen dan aan zich zelf te wijten zouden hebben de rechtelijke
vervolgingen, die deze handelingen zouden teweeg brengen; waarop de Later weder antwoordde, dat
zij deze daden mochten uitoefenen, dat zij geen onderlinge verbintenissen hadden aangegaan, maar
dat zij op Zondag of Sabbath, den dag, daartoe bestemd, tot oefening bij elkaar kwamen en dit
mochten doen, en daarvoor van niemand behoefden verlof te hebben. Daarop tot het opnemen der
namen, woonplaatsen en beroepen der bij deze godsdienstoefening tegenwoordig zijnde personen
zijnde overgegaan, bleek dat zich aldaar bevonden: Jan Franúois of Johan Franúois de Later, aan
wiens huis het plaats had, en waaronder alsmede zich bevond zijn bij hem aan huis inwonende zoon,
Adriaan de Later en voorts de navolgende personen: 1. Cornelis Gunst, leerlooirer, Oud-Vossemeer
2. Laurens Kunst, arbeider, 3. Ary Soetens, arbeider, 4. Adriaan Lindhout, arbeider, 5. Johannes
Verkerke, arbeider, 6 Jan Schram, pakkendrager, 7. Jan Kunst, arbeider, 8. Jan Boogers,
rentenier, 9. Jan Lindhout, arbeider, 10. Dirk de Bruin, arbeider, 11. Hendrik de Jonge,
arbeider, 12. Cornelis Krijger, arbeider, onder Tholen 13. Abraham Lindhout, arbeider,
Oud-Vossemeer 14. Marinus van Dienst, arbeider, O.-V 15. Johannes Kunst, kleermaker, 16. Anthonie
Westdorp, arbeider, Poortvliet 17. Jannetje Kunst, arbeidster, Oud-Vossemeer 18. Johanna
Minheere, arbeidster, O.-V 19. Gabriýl Westdorp, arbeider Poortvliet 20. Pieter Slager,
arbeider, Oud-Vossemeer 21. Adriaan van de Boogaard arbeider, Oud-Vossemeer 22. Hilletje van
Hogerhuis, arbeidster, Oud-Vossemeer 24. Neeltje Kunst, oud 12 jaar, 25. Tannetje Westdorp, oud
14 jaar, 26. Pieter Slager, oud 14 Ãá 15 jaar, 27. Barend Beurkens, oud 15 jaar, 28. Dingenus
Kunst, oud 9jaar, 29. Cornelis Kunst, oud 7jaar, Deze opneming van personen verricht geworden
zijnde, sloeg de Later aan de aanwezige personen voor om te zingen Ps.50:8, hetgeen geschiedde,
en nadat zulks had plaats gehad, stond de Later op, en noodigde de aanwezigen uit om tot het doen
van een gebed over te gaan, en de Later een gebed deed, waarin hij liet vloeien: "....dat zij
waren een trouw geslacht, dat zij nog niet bestand waren tegen zulk een groote menigte, dat zij
wel gehinderd werden om den Heere hun dienst behoorlijk toe te wijden, doch dat de Heere hun dit
mocht vergeven, doordien zij niet weten wat zij doen". Na het eindigen van dit gebed gingen zij
allen weer zitten, waarna Cornelis Gunst het woord nam, zeggende, dat hij uit de nagelatene
geschriften van Van der Goe, in leven predikant te Kralingen, een predicatie voor zou lezen over
Amos 8:9-13; waarna hij die gansche predicatie hardop naarstelijk voorlas, en waarbij alle
ongepaste gebeurtenissen, die vroeger schijnen te hebben plaats gehad, werden aangehaald. Na
afloop hiervan stonden de meeste manspersonen op en werd door LaurensKunst hardop een dankzegging
op die predicatie gedaan; en na het eindigen dezer dankzegging stond de Later andermaal op, en
verzocht de aanwezigen om op te staan en te zingen Ps.105:5,6 en 9, die hij voorlas, en daarop
door de menigte gezongen werden; waarna allen wederom opstonden en de Later de oefening besloot
met het allervolmaakste gebed. Hierna werd deze oefening verklaard te zijn geýindigd: waarop hij
Officier van Justitie, de aanwezigen andermaal heeft uitgenoodigd. om zulke bijeenkomsten over
godsdienstige onderwerpen boven het getal van 20, zonder daartoe de vereischte verlof te hebben
bekomen, te willen nalaten, terwijl eenigen van hen zeiden daaraan geen gehoor te mogen geven. En
op de gedane interpellatie of zij elken Zondag oefening hielden, of de Later dan bad, Cornelis
Gunst voorlas en Laurens Kunst de dankzegging deed, zeiden zij dat de Later ook wel eens voorlas
en zij bij beurten het gebed deden en des Zondags meest bij elkaar kwamen. Heengaande, hebben zij
hun te kennen gegeven dat wij van dit gebeurde een proces-verbaal zouden doen opmaken, zooals wij
Burgemeester en Assessoren, dit dan ook hebben gedaan ten huize van ons, Burgemeester, en na
gedane voorlezing door ons,Burgemeester en Assessoren en den Heer Officier van Justitie is
ondertekend op datum als boven. Wg. R.V. d. Oudendijk, Burgemeester I. Kruijse, Assessor J.F.
Gunst, Assessor S.G. Ermerins, Off.v. Justitie In een brief van de Officier van Justitie van
dezelfde datum als het proces-verbaal, 30 juli 1837, aan de burgemeester van Oud-Vossemeer, stelt
de Officier o.m., dat de afgescheidenen het willen doen voorkomen alsof zij geen geregelde
diensten op bepaalde dagen zouden houden, maar dat zij "op Zondag, den dag aan den Heere gewijd
nu en dan bij elkander kwamen en nu eens de Later en dan weer Cornelis Gunst de voorlezing deed".
Hij achtte het dus van belang hen in de strafbepalingen te doen vallen, opdat men kon
constateren, dat ten huize van de Later op zondag herhaaldelijk godsdienstoefeningen werden
gehouden, met boven de twintig personen, de huisgenoten niet meegerekend. Dienaangaande moest nog
een derde proces-verbaal ten huize van de Later worden opgemaakt, waarin onder meer vermeld
staan: a. Een lijst van personen, b. Wie de voorbidder is, of toespreker zal zijn, c. Wie de
voorlezer zal zifti en welk onderwerp behandeld, d. Wie de psalmen zal opgeven, e. En wie de
dankzegging zal doen. Nauwkeuriger kon het al niet Zondag 6 augustus 1837 kwam de burgemeester
voor de 3de maal het samenzijn verstoren, ditmaal vergezeld van Ã?Ã?n assessor en de secretaris.
Ook nu sommeerde hij om "met de godsdienstige oefening uit te scheiden en uiteen te gaan", doch
ook dit keer weer tevergeefs, waarbij de gemeente hem duidelijk maakte, dat "zij Gode meerdere
gehoorzaamheid verschuldigd is dan de menschen". Na wederom proces-verbaal opgemaakt te hebben,
vertrok de burgemeester. Ook dit proces-verbaal is bewaard gebleven. De strijd werd voortgezet.
De separatisten of afgescheidenen werden gerechtelijk vervolgd en voor de rechtbank gedaagd. Op
26 augustus 1837 werden tegen 1 september voor de Rechtbank te Zierikzee gedagvaard de volgende
drie leden: J.F. de Later, ouderling L. Kunst, ouderling 0. Gunst, diaken. "Met blijmoedigheid,
het een eer achtende om Christus' wil smaadheid te lijden", zijn genoemde drie leden der gemeente
op de bepaalde datum voor de rechtbank verschenen. Hen werd daarbij gelegenheid gegeven zich
tegen de jegens hen uitgebrachte beschuldigingen te verdedigen. Bij deze gelegenheid heeft de
Later een treffende verdedigingsrede uitgesproken, niettegenstaande het feit, dat hij geen man
van wetenschap, maar een eenvoudige ambachtsman was. Deze opmerkelijke redevoering is in zijn
geheel opgenomen in het geschrift van ds.J.W. Gunst, blz 10-18. Met recht zegt de schrijver op
blz.17 in verband met deze verdedigingsrede: "Men ziet, al waren deze mannen der Scheiding
eenvoudig, het ontbrak hun niet aan dapperheid en gezond verstand" - 'Elk rechtvaardige is
moedig als een jonge leeuw' (Spreuken 28:1) De Later's moedige verdediging en verzet sorteerden
echter niet het effect van een vrijspraak. Integendeel, - de Later werd schuldig bevonden en wel
voornamelijk, omdat de godsdienstoefeningen in zijn huis werden gehouden. De eis luidde, datde
Later zou worden gestraft met een geldboete van Ââ 100,00 en Kunst en Gunst ieder met een van Ââ
50,00. De uitspraak, die wegens 'onpasselijkheid' van de president van de Rechtbank pas op 29
september werd gedaan, luidde dat C. Gunst en L. Kunst werden vrijgesproken, doch dat J.F. de
Later "wegens het besturen en leiden der godsdienstoefeningen ten zijnen huize en het ten
gebruike geven van zijn woning daartoe" werd veroordeeld tot een geldboete van Ââ 50,00
vermeerderd met de proceskosten ten bedrage van Ââ 18,11. Het spreekt haast vanzelf dat een man
van zijn instelling, overtuiging en karaktersterkte te enenmale weigerde de hem opgelegde boete
te betalen. Om deze reden werden zijn goederen in december 1837 publiekrechtelijk verkocht. Na
dit vonnis werd op 15 oktober 1837 voor de zoveelste door de gemeentelijke overheid de
godsdienstoefening verstoord, - deze keer door de beide wethouders, de veldwachter en de
gemeentebode. Er werden niet Ã?Ã?n, doch twee processen-verbaal opgemaakt, namelijk ook een van
de middagdienst, omdat men had vernomen, dat op deze datum in het huis van de Later "zekere
afgezette predikant Huibert Jacobus Budding(h)" de godsdienstoefening zou leiden. De gemeente had
toenmaals nog geeneigen kerkgebouw; dat zou tot 1851 duren. In de morgendienst waren 70 Ãó 80
personen aanwezig. Ds. Buddingh hield een predicatie over Jes. 6:3, 2de ged., en deelde mee, dat
's middags de doopbediening zou plaats vinden. De wnd burgemeester gaf zowel aan de Later, als
bewoner van het huis aan de Ring, waar de vergadering werd gehouden, als aan ds. Buddingh, als
"Redenaar of bestuurder der vergadering" een "vermaning" om de bijeenkomst te ontbinden,
aangezien die meer dan 20 personen betrof en dit bij de wet verboden was. De Later antwoordde
hierop, dat de grondwet vrijdom voor alle godsdiensten toeliet. Ds. Buddingh, van zijn kant,
beweerde, dat "hij geen redenaar was, maar verzocht was, voor te lezen". Ds. C.A. Vreugdenhil
noemde dit in de Gereformeerde Kerkbode "een wel zeer merkwaardig antwoord van deze zeer
merkwaardige prediker". Ondanks genoemde aanmaningen werd de godsdienstoefeing voortgezet, nadat
wederom proces- verbaal was opgemaakt. Tijdens de middagdienst trof de plaatselijke overheid ten
huize van de Later niet minder dan 170 personen aan. Door de grote toeloop kon men slechts met
moeite binnenkomen en dan niet verder dat "het voorhuis of voorvloer". Ds. Buddingh was, in
tegenstelling tot 's morgens, nu gekleed in toga en bef. Hij sprak over "den inhoud der 10
geboden", met na afloop de aangekondigde doopbediening. In de avondgodsdienstoefening werd het
H.Avondmaal gevierd. De gewoonte om op zondag drie kerkdiensten te houden heeft nadien bijna een
eeuw in Oud-Vossemeer stand gehouden. Dit keer konden niet alle aanwezigen de namen worden
opgenomen, omdat het daarvoor te vol was. Ook kon worden opgemerkt, dat velen uit de nabij
gelegen plaatsen Tholen en Poortvliet waren overgekomen. Twee maanden later, op 15 december 1837
werden C. Gunst, J.F. de Later en ds. Buddingli opnieuw gedagvaard voor de Rechtbank te Zierikzee
en veroordeeld tot een geldboete van Ââ 60,00. Hetzelfde gebeurde op 21 mei 1838, waarbij de
beklaagden verstek lieten gaan. De Later kreeg een boete van Ââ 15,00, ds. Buddingh, Kunst en
Gunst elk een van Ââ 25,00 overlijden leeftijd: 82

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Laurens KUNST?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!


Barre chronologique Laurens KUNST

  Cette fonctionnalité n'est disponible que pour les navigateurs qui supportent Javascript.
Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés: grootouders grand-parents   ouders parents   broers-zussen frères/soeurs   kinderen enfants

Ancêtres (et descendants) de Laurens KUNST

Laurens KUNST
1743-1813
Martina NOORDIJK
± 1754-< 1813
Jan KUNST
± 1780-1871
Dingena LINDHOUT
± 1776-1855

Laurens KUNST
1799-1882

(1) 1822
Jan KUNST
1823-1823
Neeltje KUNST
1824-????
Jakob KUNST
1826-1827
Dingena KUNST
1828-1880
Kornelis KUNST
1830-> 1884
Jan KUNST
1834-1834
(2) 1861

Maatje VADERS
± 1798-1881


Avec la recherche rapide, vous pouvez effectuer une recherche par nom, prénom suivi d'un nom de famille. Vous tapez quelques lettres (au moins 3) et une liste de noms personnels dans cette publication apparaîtra immédiatement. Plus de caractères saisis, plus précis seront les résultats. Cliquez sur le nom d'une personne pour accéder à la page de cette personne.

  • On ne fait pas de différence entre majuscules et minuscules.
  • Si vous n'êtes pas sûr du prénom ou de l'orthographe exacte, vous pouvez utiliser un astérisque (*). Exemple : "*ornelis de b*r" trouve à la fois "cornelis de boer" et "kornelis de buur".
  • Il est impossible d'introduire des caractères autres que ceux de l'alphabet (ni signes diacritiques tels que ö ou é).

Les données affichées n'ont aucune source.

Des liens dans d'autres publications

On rencontre cette personne aussi dans la publication:

Événements historiques

  • La température le 10 mars 1799 était d'environ 2,0 °C. Le vent venait principalement de l'/du nord-est. Caractérisation du temps: zeer betrokken. Source: KNMI
  •  Cette page est uniquement disponible en néerlandais.
    De Republiek der Verenigde Nederlanden werd in 1794-1795 door de Fransen veroverd onder leiding van bevelhebber Charles Pichegru (geholpen door de Nederlander Herman Willem Daendels); de verovering werd vergemakkelijkt door het dichtvriezen van de Waterlinie; Willem V moest op 18 januari 1795 uitwijken naar Engeland (en van daaruit in 1801 naar Duitsland); de patriotten namen de macht over van de aristocratische regenten en proclameerden de Bataafsche Republiek; op 16 mei 1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarmee ons land een vazalstaat werd van Frankrijk; in 3.1796 kwam er een Nationale Vergadering; in 1798 pleegde Daendels een staatsgreep, die de unitarissen aan de macht bracht; er kwam een nieuwe grondwet, die een Vertegenwoordigend Lichaam (met een Eerste en Tweede Kamer) instelde en als regering een Directoire; in 1799 sloeg Daendels bij Castricum een Brits-Russische invasie af; in 1801 kwam er een nieuwe grondwet; bij de Vrede van Amiens (1802) kreeg ons land van Engeland zijn koloniën terug (behalve Ceylon); na de grondwetswijziging van 1805 kwam er een raadpensionaris als eenhoofdig gezag, namelijk Rutger Jan Schimmelpenninck (van 31 oktober 1761 tot 25 maart 1825).
  • En l'an 1799: Source: Wikipedia
    • 7 mars » prise de Jaffa par le général Bonaparte.
    • 25 mars » l'armée française commandée par Jean-Baptiste Jourdan est battue par l'armée autrichienne commandée par l'archiduc Charles à la bataille de Stockach.
    • 16 avril » bataille du Mont-Thabor, marquant la victoire du général Bonaparte sur les troupes ottomanes.
    • 25 juillet » victoire de Napoléon à Aboukir.
    • 30 août » capitulation de Vlieter pendant la Deuxième Coalition.
    • 19 septembre » victoire franco-batave à la bataille de Bergen pendant la campagne de Hollande.
  • La température le 20 février 1861 était d'environ 8,3 °C. Il y avait 0.3 mm de précipitation. La pression du vent était de 4 kgf/m2 et provenait en majeure partie du sud-sud-ouest. La pression atmosphérique était de 75 cm de mercure. Le taux d'humidité relative était de 91%. Source: KNMI
  • Du 23 février 1860 au 14 mars 1861 il y avait en Hollande le gouvernement Van Hall - Van Heemstra avec comme premiers ministres Mr. F.A. baron Van Hall (conservatief-liberaal) et Mr. S. baron Van Heemstra (liberaal).
  • Du 14 mars 1861 au 31 janvier 1862 il y avait en Hollande le gouvernement Van Zuijlen van Nijevelt - Loudon avec comme premiers ministres Mr. J.P.P. baron Van Zuijlen van Nijevelt (conservatief-liberaal) et Mr. J. Loudon (liberaal).
  • En l'an 1861: Source: Wikipedia
    • La population des Pays-Bas était d'environ 3,6 millions d'habitants.
    • 1 janvier » invasion du Mexique par Porfirio Díaz.
    • 4 février » les délégués des états qui se sont séparés des États-Unis se réunissent à Montgomery, en Alabama, pour former un gouvernement des états confédérés d'Amérique (Guerre de Sécession).
    • 17 mars » à Turin, en moins de deux ans, Cavour a réalisé l'unité italienne. En effet, en mars 1860, ce sont 426 000 Émiliens (Parme, Modène, Romagne) contre 760 qui approuvent leur annexion par le Piémont; 336 000 Toscans contre 15 000 font de même. Devant une telle unanimité, Napoléon III doit s'incliner. Au terme de la guerre d'Italie, la Lombardie est octroyée au Piémont. À l'issue de l'expédition des Mille, Victor-Emmanuel est maître de l'Ombrie, des Marches, de la Sicile et de Naples, qui, elles aussi, se prononcent massivement pour l'unité autour de son royaume. Pour asseoir la dynastie sarde à la tête de l'Italie, Cavour réunit le premier Parlement italien à Turin le 18 février 1861. Le scrutin du 18 mars consacre Victor-Emmanuel II comme «roi d'Italie par la grâce de Dieu et la volonté de la Nation». Seuls le royaume vénitien et Rome échappent encore à son emprise.
    • 20 mars » un tremblement de terre tue plus de 4000personnes en Argentine et détruit la ville de Mendoza.
    • 31 octobre » la Convention de Londres, entre l’Espagne, la France et le Royaume-Uni, assure de trouver une réponse au règlement des dettes(es) du Mexique.
    • 8 novembre » début de l'affaire du Trent pendant la guerre de Sécession.


Même jour de naissance/décès

Source: Wikipedia

Source: Wikipedia


Sur le nom de famille KUNST

  • Afficher les informations que Genealogie Online a concernant le patronyme KUNST.
  • Afficher des informations sur KUNST sur le site Archives Ouvertes.
  • Trouvez dans le registre Wie (onder)zoekt wie? qui recherche le nom de famille KUNST.

Lors de la copie des données de cet arbre généalogique, veuillez inclure une référence à l'origine:
Ton Deunhouwer, "Arbre généalogique Dullemen", base de données, Généalogie Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-dullemen/I116822.php : consultée 24 septembre 2024), "Laurens KUNST (1799-1882)".