Hij volgde zijn vader op in 1190 en kon de eerste jaren rekenen op de steun van keizer Hendrik VI, die hem in 1195 het tolrecht van Geervliet, ook tegenover de Vlaamse kooplieden, nogmaals bevestigde en toeliet dat hij ten koste van het Sticht de Grote of Dordtse Waard bij zijn gebied inlijfde, zijn graafschap erfelijk verklaarde, ook in vrouwelijke lijn, en hem in 1196 het tijdelijk bewind over het bisdom Utrecht toekende. Hier moest Dirk zich handhaven tegenover Otto van Gelre, die het Oversticht (Overijssel) wilde bemachtigen, maar die bij de Grebbeberg verslagen werd. Daarna werd een gunsteling van keizer Hendrik, Dirk van Are, bisschop (1197). Maar op dat ogenblik stierf Hendrik VI en toen verliet graaf Dirk spoedig de verliezende partij van de Hohenstaufen en huldigde de Welf Otto IV (1198). In deze tijd had Dirk weer moeilijkheden met de Friezen, die zijn jongere broer, Willem (I), als graaf huldigden. Deze wist ook onder de Westfriezen enig gezag te krijgen. In 1202 ondernam Dirk, verbonden met Otto van Gelre, een expeditie naar Brabant, waar hij 's-Hertogenbosch, rivaal van Geertruidenberg, uitbrandde. Op de terugweg werd hij bij Heusden gevangengenomen door hertog Hendrik I van Brabant en tegen een hoog losgeld vrijgelaten. Hij was toen gedwongen niet alleen over het deel van zijn gebied bezuiden het Hollands Diep, maar ook over Zuid-Holland (met Dordrecht) de Brabantse hertog en over het overige deel van Holland de bisschop van Utrecht als leenheer te erkennen. Deze tegenslagen maakten dat Holland het overwicht in de noordelijke Nederlanden verloor aan het Sticht en Brabant. Bij zijn dood liet Dirk VII alleen een dochter, Ada, na.
Il est marié avec Adelheid von Kleve.
Ils se sont mariés en l'an 1186 à Loosduinen, il avait 21 ans.
Enfant(s):
Dirk Vii van Holland | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1186 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Adelheid von Kleve |
Les données affichées n'ont aucune source.