Hij volgde zijn vader Volpert tussen 1247 en 1249 op. Hij komt met zijn vader het eerst voor in 1243, was 1249 ridder en nam in 1255, ingevolge het verdrag van 1228, van het kapittel van St. Marie te Utrecht in erfpacht de tol te Smithuizen en de hoven van Ewijk en Malbergen. In 1268 kreeg hij van hetzelfde kapittel de gerechten van Lopik en Bonrepois. Hij was in 1256 onder de edelen die beloofden de vrede met Vlaanderen te zullen helpen bewaren, en hielp in 1257 Floris, de voogdvan Holland, tegen Utrecht. Hij was reeds overleden 3 november 1271, wanneer zijn zoon Hendrik II voorkomt.
Enfant(s):
Les données affichées n'ont aucune source.