In de herfst van 1387 zendt Philips hertog van Bourgondië 500 lansen te velde tegen de hertog van Gelre. Deze troepen bezetten Gangelt en Waldfeucht. De ambtman van Kriekenbeck roept zijn ridderschap op: Willem, Arnt en Johan van Kriekenbeck, Herman, Gijsbrecht en Johan van Bocholtz, Wolter en Sweder van Wachtendonk, Sweder van Vlein, Alart van Tisch, Sibrecht, Hendrik, Arnken en Goetsen Spede, Emont van Pardelaere, Sander en Tilman van Wevelinghoven, Dederik en Johan ingen Rode, Willem Budel, Hendrik van Baerle, Willem van Brede, Goessen op den Kelre, Vlecken, Peter Greve, Wolter van Nersdum, Goddart Ruffart, Henken van Heeswick, Jacob van Leisteren, Lemken van Roggel en Frederik de Grüter. Viersen en het land van Kriekenbeck trekken 600 gulden uit voor de verdediging (31 riddermatigen dan wel leenmannen tot krijgsdienst verplicht). Hendrik van Wickrath, ambtman van Kriekenbeck, ligt met 15 lansen en gezellen 4½ week te Caster. Zijn gezellen zijn Herman van Issem, Willem van Kriekenbeck, Erken en Goetsen Spede, Johan inghen Rade, Johan van Bocholz, Sweder van Vlein, Willem Budel, Emont van Pardelaer (woont te Wankum), Hendrik van Baerle, Dederik Spuelre, Willem van Brede, Tilman van Wevelinghoven, Henken van Heeswick, Wessel, Bouwer, Frederik de Grüter en Peter Greve.
Op 3 mei 1418 sluiten Gerard van Vlodrop, ridder, erfvoogd van Roermond, Rabold van Brempt, ridder, Willem van Broekhuizen, erfhofmeester van Gelre, Willem van Kriekenbeek, Rutger van Vlodrop, Dirk van Wickrath, Johan van Oijst, Willem van Kessel, Johan Hermanszoon van Boedberg, Steven van Brempt, Gerard van IJshem, Arnold van Blitterswijk, Bernard van Eijle, Tilman van Eijle, Rutger van Brede, Winrick van Wijdrade, Johan van Wachtendonk, Johan van Boedberg, Johan van Boecholt, Hubrecht van Broekhuizen, Goswijn Spede, Karel van Boedberg, Heinric van Blitterswijk, Zander van Boedberg Hermanszoon, Reinard van Brempt, Seger van der Horst, Zietze van Brede, Willem van Elmpt, Johan van Vrijmershem, Gerard ingher Oe, Heinric van Baerle, Gadert van Bucholt, Zweder van Wachtendonk, Heinric van Wachtendonk, Emont van Pardelaer, Elbrecht Everarszoon van Eijle, Giselbert van Karken, Zeger Johanszoon van Kessel, Johan van Daswijlre, Arnolt Scriver van Kessel, Godert Roffaert van Kessel, Gerard Roffaert, Andries Heithuizen, Heinric Fransoijcs, en Willem van Kessel, bastaard, knapen des lands van Gelre van der Niersen opwaarts, en burgemeesteren, schepenen en raad der steden Roermond, Geldern, Goch, Venlo, Erkelenz, Nieuwstad, een verbond om een eendrachtig te blijven, ook met de andere drie kwartieren, de rechten te handhaven indien de hertog van Gulik en Gelre zonder wettige nakomelingen zal overlijden.
Enfant(s):
(In de herfst van 1387 zendt Philips hertog van Bourgondië 500 lansen te velde tegen de hertog van Gelre. Deze troepen bezetten Gangelt en Waldfeucht. De ambtman van Kriekenbeck roept zijn ridderschap op: Willem, Arnt en Johan van Kriekenbeck, Herman, Gijsbrecht en Johan van Bocholtz, Wolter en Sweder van Wachtendonk, Sweder van Vlein, Alart van Tisch, Sibrecht, Hendrik, Arnken en Goetsen Spede, Emont van Pardelaere, Sander en Tilman van Wevelinghoven, Dederik en Johan ingen Rode, Willem Budel, Hendrik van Baerle, Willem van Brede, Goessen op den Kelre, Vlecken, Peter Greve, Wolter van Nersdum, Goddart Ruffart, Henken van Heeswick, Jacob van Leisteren, Lemken van Roggel en Frederik de Grüter. Viersen en het land van Kriekenbeck trekken 600 gulden uit voor de verdediging (31 riddermatigen dan wel leenmannen tot krijgsdienst verplicht). Hendrik van Wickrath, ambtman van Kriekenbeck, ligt met 15 lansen en gezellen 4½ week te Caster. Zijn gezellen zijn Herman van Issem, Willem van Kriekenbeck, Erken en Goetsen Spede, Johan inghen Rade, Johan van Bocholz, Sweder van Vlein, Willem Budel, Emont van Pardelaer (woont te Wankum), Hendrik van Baerle, Dederik Spuelre, Willem van Brede, Tilman van Wevelinghoven, Henken van Heeswick, Wessel, Bouwer, Frederik de Grüter en Peter Greve.)
Les données affichées n'ont aucune source.