Arbre généalogique Famille Catharina Bos et Wilhelmus Jacobus Maria Vuist » Statistiques

749
personnes

34
sources

92
lieux

275
familles

0
images

83
remarques

Les citations rendent vérifiable le contenu d'une publication généalogique.

La présence de citations en dit long sur la qualité du processus de recherche du chercheur d'arbres généalogiques. La présence de citations ne dit rien sur la qualité des citations, des sources ou du contenu. Toutes les références de source dans les notes et les images d'actes ne sont pas comptées.

Citations : signe de la qualité du processus de recherche


Dans cette publication, 435 des pages personnelles 887 sont fournies avec 1 ou plusieurs références de source.

49%


Répartition des événements généalogiques

La carte ci-dessous montre (approximativement) ou ont eu lieu les événements généalogiques contenus dans cette base de données.

Evénement
           

Période
1600
2025



Nombre d'événements généalogiques

Le graphique ci-dessous indique par événement généalogique combien de fois il figure dans cette base de données pour une période de 5 ans.

Evénement
           

Période
1600
2025



Âge moyen par décennie

Le graphique ci-dessous montre l'âge moyen par 10 ans, calculé par date de décès.

Groupes

Plusieurs clusters ont été trouvés dans cette publication. Un cluster est un groupe de personnes liées (par la naissance ou le mariage) les unes aux autres. Les grappes sont présentées ci-dessous, où la taille d'un carré indique le nombre de personnes.



Répartition des professions (basée sur la classification HISCO)

Le camembert ci-dessous montre la répartition des professions 48 trouvées et reconnues dans les principales catégories de la classification HISCO.

Le diagramme arborescent ci-dessous montre une représentation hiérarchique des professions 48 trouvées et reconnues dans votre publication sur la base de la classification HISCO. Cliquez sur une catégorie pour aller un niveau plus loin ici. Avec un clic droit de la souris, vous revenez au niveau. Plus une surface est sombre, plus la part de la catégorie concernée dans le nombre total est importante.


Le top 10 des noms de famille

NomNombrePourcentage
Bos879.8%
Schwering445.0%
Maatje424.7%
Koning262.9%
Eilers252.8%
Fleer222.5%
Gras202.3%
Vries, de192.1%
Schulte182.0%
Schaap171.9%

Noms de famille les plus fréquents (nuage de noms de famille)

Top 10 des professions

BeroepNombrePourcentage
Veehouder50.6%
Zonder40.5%
arbeider40.5%
arbeidster40.5%
Arbeider30.3%
Boer30.3%
Dienstknecht30.3%
landbouwer30.3%
Wever Marskramer:||In de loop van de achttiende eeuw brak in het Noorden van de Nederlanden een agrarische bloeiperiode aan. Groningen werd aanvankelijk nog geplaagd door de veepest, totdat de Groninger boer Geert Reinders een vaccin ontdekte tegen deze ziekte. |Toen keizer Napoleon Bonaparte in 1806 zijn broer Lodewijk Napoleon uitriep tot koning van Holland, was dit het begin van een belangrijke periode van modernisering van de Nederlanden. Lodewijk introduceerde de standaardisering van maten en gewichten (het metrieke stelsel), de invoering van de burgelijke stand en een wetboek voor strafrecht. Nadat Napoleon in 1813 werd verslagen in de slag van Leipzig, verlieten de Fransen de Nederlanden. Een jaar later werd Willem I koning van het Koninkrijk der Nederlanden. In 1815 ontstond door een nieuwe grondwet de huidige provincies.||Hollandgänger.||De achttiende en het begin van de negentiende eeuw was de periode waarin veel Duitse mannen en soms ook vrouwen als "Hollandgänger" vooral uit het Emsland en Westfalen (met name uit het Münsterland en het Lipperland) op zoek naar werk als seisoenarbeider naar Nederland en vooral naar het Groningerland (de huidige provincie Groningen) en Friesland.trokken, omdat er in hun thuisland een groot gebrek was aan werk en daar veel armoede heerste. De arme zand-, veen- en heidegronden leverden in die streken weinig landbouwopbrengsten op. Bovendien gingen de bewoners daar gebukt onder het afdragen van flinke belastingen en pacht. Ingebed binnen de traditionele feodale landbouw en door een groeiende bevolkingsaanwas kwam er steeds minder werk voor nieuwe boeren in het Emsland en Westfalen. Dit had tot gevolg dat het aantal kleine keuterboeren, dat zichzelf nauwelijks kon bedruipen, enorm toenam. Verder ontwikkelde zich daar een bevolkingslaag bestaande uit huurlingen, dagloners en rondtrekkende arbeiders. Het spreekt voor zich dat de armoede groot was.||hollandgaenger 1||De hoofdmoot van de Hollandgänger bestonden uit deze huurlingen, dagloners en rondtrekkende arbeiders. |Zij verzamelden zich in het voorjaar op gemeenschappelijke plaatsen (zie onderstaande kaart) en begonnen van daaruit gezamenlijk de voettocht naar het Groningerland en Friesland. De af te leggen routes lagen om redenen van veiligheid en saamhorigheid altijd vast. De belangrijkste en meest gebruikte route was via Lingen in het Emsland. De meer noordelijke routes waren door het praktisch niet toegankelijk Bourtangermoor (bij het huidige vestingstadje Bourtange dat op een zandheuvelrug ligt)) en de lange weg over zee aanzienlijk minder populair. |In Lingen troffen de Hollandgänger uit de de omgeving van Hannover en Ostfriesland elkander met hun soortgenoten uit Westfalen. Van hieruit trokken ze allen gezamenlijk verder richting het westen. Bij "alten Lingen" (nu Schepsdorf, aan de westkant van het huidige Lingen) stak men over de Ems met de toenmalige veerpont (Emsfähre). De weg liep hier via de rivierbedding van de Vecht tussen twee veengebieden door. De verplichte betaling bij de grens om te mogen reizen naar Holland was daar tamelijk eenvoudig te doen. In het jaar 1825 waren het aantal seisoenarbeiders daar geteld op 25.000 Velen namen de zuidelijke route door het Grafschaft Bentheim langs de oever van de rivier deVecht of nog zuidelijker over de Hellweg tot Duisburg, van waaruit men met de trekschuit over de Nederrijn en IJssel verder ging.|hollandgaenger 2||routes van Hollandgänger||De Hollandgänger trokken als gastarbeider tussen zaai- en oogsttijd naar Holland. Ook gebeurde het dikwijls dat zij na de oogsttijd in hun "heimat" voor een tweede keer in hetzelfde jaar op pad gingen naar Holland. De Hollandgänger vonden vooral hun werk als grasmaaiers (de zgn. hannekenmaaiers), als boerenarbeider, als turfsteker, op de walvisvaart en in de haringvangst, als arbeider in de baksteenindustrie en als rondtrekkende marskramer en pakkendrager (in het Duits: Hausierer en Packenträger en in het Münsterland ook Tödden genoemd). Andere Hollandgänger trokken verder naar de huidige provincies Noord- en Zuidholland, waar zij werkten in de jeneverstokerijen of trokken eveneens rond als marskramer. Opvallend veel Hollandgänger met als beroep wever kwamen terecht in het Groningerland (zie de rubriek: geschiedenis over familie Beekkman). Zij hadden het spinnen van vlas en schapenwol dat vervolgens tot draden werd geweven tot linnen en wol met name in de wintertijd geleerd van hun ouders. Met naeme linnen werd dikwijls daarna door hen als pakkendrage en marskramer in Holland aan de "man" gebracht.|De mannen die niet getrouwd waren bleven dikwijls voor langere tijd om te werken en het kwam dan ook dikwijls voor dat zij een Nederlandse vrouw leerden kennen en zij vervolgens definitef niet meer naar hun "heimat" terugkeerden.||hollandgaenger 3||standbeeld van een Hollandgänger als pakkendrager in Neuenkrichen in|de geboorteplaats van Joan Gerd Henrich Beckmann||Ook Joan Gerd Henrich Beckmann kwam op deze wijze als boerenknecht terecht in het Groningse Kloosterburen alwaar hij in 1811 huwde met Aaltje (Aleidis) Geerts.|In deze genealogie over de familie Beekman en Spinder was hij niet de enigste Hollandgänger. In dezelfde periode kwam ook de vader van Adriana Naan (Nahen) namelijk Johann Henrich Nahen samen met zijn broer Philippus Josephus Nahen als arbeider en marskramer naar het Groningerland. Vanuit Schmechten (Hochstift Paderborm, kreis Höxter) kwam hij terecht in Groningen en vestigde zich later in Den Hoorn gemeente Leens als bode- en pakjesbesteller op de lijn Groningen-Leens v.v.|Maria Anna Catharina Büter vond als dienstmeid omstreeks 1820 vanuit Haselünne (Emsland) werk in Baflo en trouwde daar met Mendelt Hendriks Wijnema, hij was de vader van Anna Mendelts Wijnema. Anna Mendelts Wijnema was de moeder van Alberdina Ronda; Alberdina was getrouwd met Pieter Beekman.|De grootvader van Aaltje Poolman (Aaltje was getrouwd met Hart Spinder en moeder van Sietze Spinder) was Johann Gottfried Schreuer (Schreijer). Hij kwam omstreeks 1822 vanuit Borna bij Chemnitz (Sachsen) en vond emplooi als slachter in Groningen en omgeving. Hij trouwde met Jeigien Wolters Eleveld uit Peize.20.2%
Boerenknecht20.2%

Les 10 prénoms masculins les plus fréquents

NomNombrePourcentage
Johannes576.4%
Jan323.6%
Hendrikus212.4%
Hendrik151.7%
Bernardus151.7%
Jans131.5%
Jacobus131.5%
Nicolaas131.5%
Petrus121.4%
Harmens111.2%

Les 10 prénoms féminins les plus répandus

NomNombrePourcentage
Maria556.2%
Anna434.8%
Johanna414.6%
Catharina283.2%
Elisabeth202.3%
Helena171.9%
Jans161.8%
Jantje111.2%
Euphemia101.1%
Margaretha101.1%



Nombre de pages visitées par jour (dans les 48 derniers jours)