Den 2 Maart 1664 is Agatha Fockendijk op een
Sondagh in de kraam bevallen van een Zoon, die genaamt
is Bernard naar zijn vaders vader & is den
8 December 1723 op Woensdag ‘s avonds ontrent halff
9 uuren deeser weereld ongehuwdt overleeden & den
14 dito in de kerk tot Schiedam begraven.
ten dienste van de Admiraliteit van de Maas
Il est marié avec Trijntje Jansdr Cuijp.
Ils se sont mariés
In de opgave van de Ned. leeuw 1925, pag. 247 wordt vermeld, dat Barend ongehuwd is gestorven.
Enfant(s):
Naam Engel(en)berch
Bernard is Neef en Leenvolger (zie Heusden)
Zie tekst bij Barent (47430), overl. 1657.
Ned. Leeuw 1942 pag. 79
Engelenbergh, Barnardus Commandeur bij de admiraliteit van de Maze. Maerten Schaep bootsman, en Jan Engelenbergh, chirurgijn, varende op het schip "Den Dolphin" verklaren op verzoek van Arent Scharp, schipper op een visserschip, wonende te Brouwershaven, dat zij op 10-3-1694 bij het binnenlopen van het Brouwershavensche Gat zijn gestrand, waarbij het schip is vergaan, en dat zij met nog 3 man door de voorn. visser zijn gered, terwijl twee andere vissersschepen door zijn gevaren, zodat het overige volk is omgekomen, en dat Arent Scharp alleen aandacht had voor de mensen en niet voor de goederen. 31 juli 1694. O.N.A. inv. no.: 793 blz.: 387 zie Maerten Schaep voorn., verklaring over de reis van Londen naar Rotterdam met het voorn. schip. 3 aug. 1694. O.N.A. inv. no.: 793 blz.: 393
Engelenbergh, Barnardus, Commandeur bij de admiraliteit van de Maze, wonende te Schiedam. Verklaart op verzoek van Nicolaes Sobel, gemachtigde van de moeder van Benjamin Gudert za., dat een man met het uiterlijk van benjamin Gudert voorn. in Londen aan boord is gekomen en bij het vergaan van het oorlogsschip "De Dolphijn" voor brouwershaven is omgekomen 15 dec. 1694. O.N.A. inv. no.: 793 blz.: 533 Zie Hendrick Petrus Koets, gehuwd met Maria Engelenbergh, wonende op het Hoofd te Schiedam, benoeming van voogden. 2 april 1695. O.N.A. inv. no.: 793 blz.: 693 Zie Leendert la Croij, zijn luitenant, verklaring over verleende assistentie aan een fluitschip. 7 nov. 1696 O.N.A. inv. no.: 794 blz.: 413
Engelenbergh, Bernardus, Commandeur bij de admiraliteit van de Maze. Zie Imme Luijtjes, schipper, verklaring over de vermeestering van diens fluit "De Bootschap Maria" en de herovering er van door de bemanning. 3 november 1696. O.N.A. inv. no.: 794 blz.: 405
Informatie van Arthur Scheide((XXXXX@XXXX.XXX)):
Bernardus (Barend), broer Jan (de Chirurgijn) en Gideon voeren alledrie op het oorlogsfregat Dolphijn in juli 1694. Zij begeleidden een handelskonvooi van Londen terug naar Rotterdam. Onderweg werden ze aangevallen door vijf Duynkerkse kaperschepen. Tijdens de afweer is het ene konvooischip meteen vergaan. Het andere, de Dolphijn is gekeerd en richting de handelsvloot gevaren.
Alle handelsschepen hebben het gered. De Dolphijn is gestrand op een zandbank in de buurt van Brouwershaven en vergaan. Bernardus (zoon 2 in uw lijstje, * 2 mrt 1664) was de commandeur van de vloot. Zelf schreef hij trouwens 'Engelbergh'.
Zijn broer Jan heeft een ooggetuigeverslag geschreven van het gebeuren.Vorige week kwam ik erachter dat zij een broer Gideon hadden die ook het leven heeft gelaten tijdens de stranding. Slechts zes mensen hebben die schipbreuk overleefd, waaronder Barend en Jan.
Engelenberg, Bernardus Commandeur, zie Egbert Jacobsz., konstabel, verklaring over het gedrag van Gerrit Hamel, korporaal, tijdens het aanhouden van een Frans schip. 18 nov. 1692. O.N.A. inv. no.: 792 blz.: 629 Zie Cornelis Hendricxsz., geb. c. 1666, wonende te Vlaardingen, verklaring over Trijntje Jans. 2 april 1693. O.N.A. inv. no.: 792 blz.: 773 Zie Pieter Cornelisz. Kort, stuurman, verklaring over de verovering van de fluit "De Bootschap Maria" door een Franse kaper en de herovering er van door de bemanning. 19 nov. 1696. O.N.A. inv. no.: 794 blz.: 449 Zie Hendrick Dijtgens, koopman te Amsterdam, akte van insinuatie om de goederen uit het voorn. fluitschip aan de eigenaars terug te geven 20 nov. 1696. O.N.A. inv. no.: 794 blz.: 453
Engelbergh, Barnart, Kapitein bij de grote visserij, ontvangt akte van procuratie van Hendrick Pieter Koets, brandewijnstoker, wo.op het Hoofd, Schiedam, 21 september 1696. O.N.A. inv. no.: 768 blz.: 1341 Arijen Braem en Arijen Cornelisz. den Boer leggen op verzoek van voorn. Bernart Engelbergh in hun hoedanigheid als stuurlieden op hetzelfde schip waarop Engelbergh kapitein is een verklaring af betreffende zekere voorvallen tijdens de laatste reis, zie ald. 28 nov. 1697. O.N.A. inv. no.: 768 blz.: 1481 Executeur van het testament van zijn ouders, t.w. Jacob Engelbergh, kapitein, en Agatha Fockendijck, wo. te Schiedam. Eveneens gestelde medevoogd over de minderjarige kinderen van zijn voorn. ouders na 8 mei 1694. O.N.A. inv. no.: 768 blz.: 1787
Engelberg, Bernardus. Voor 1/3 deel samen met zijn broers en zusters erfgenamen van Alida Fockendijk, laatst weduwe van wijlen Hubertus van Middeland, verleent volmacht aan Adriaen Leeuwenhoek notaris en rentmeester te Delft, om een losrentebrief te verhandelen en al zijn zaken betreffende de erfenis te behartigen, in dato 29 juni 1722. O.N.A. inv. no.: 860 blz.: 513
Bernardus Engelenberg | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Trijntje Jansdr Cuijp |