Il est marié avec Anna Ingenhuijs.
Ils se sont mariés
Zegel: Een hellend Duitsch schild, beladen met een driehoekige egge, den balkenhoek naar beneden. Schildhouder: een links achter het schild staande engel, met gescheiden haar, gekleed in een geplooid gewaad met kraag en pofmouwen. Hij houdt met zijn rechterhand het schild vast aan een dubbelen band, die van boven samgengeknoopt is, terwijl zijn linder op het schild steunt. Tusschen de vleugels van den engel een Jerusalemkruisje.
(De Zegels van de Venlosche Scholtissen en Schepenen, 1935, J.J.M.H. Verzijl, pag. 105)
Johan de Verwer (ook Jan die Verwer of Ferwer) overleden Venlo in 1577. Hij was rentmeester van Venlo 1532, peijburgemeester 1526, 1537, schepen 1540-77 en uiteindelijk regerend burgemeester in 1542, 1553, 1557, 1566 en 1570. Hij stichtte ook het weeshuis (het pand bestaat nog aan de Grote Kerkstraat) aldaar.
Op 21 juli 1557 sloot de magistraat van Roermond, ten overstaan van den Venlose burgemeester Johan de Verwer, te Venlo een overeenkomst met Frans van de Poll, schepen aldaar, over de plaats van een school met kelder en toebehoor, gelegen tegenover het huis van Dyrck Kocx zaliger. In 1567 legde hij o.a. de getuigenis af, dat de eerste predikatie op 4 Aug. 1566 te Venlo door de predikant vangen Hörstgen, Leonardus van Oeteren, gehouden werd tussen het huis de Eikenboom en het huis de Gans. Hij achtte zich in die dagen niet meer veilig; en was volgens zijn eigen verklaring zoo ‘beanxt gheweest van der Guesen tijdingen, soe dat hij op sijn bedde niet liggen en dorste’. Enige burgers, als Peter van Thoeren, Willem Vermaesen en Johan Joeriss, werden aangenomen ‘umb den Burgermeister (J. de Verwer) myt uren gewher te volgen’, van welke taak zij zich tien dagen kweten. Op 28 maart 1577 vermaakten Johan de Verwer en zijn echtgenoote Anna Ingenhuys, als stichters van een weeshuis binnen Venlo, tot onderhoud der weeskinderen hun hof de Swenhof genaamd, gelegen in het Sassenveld onder Lobberich, met 6 morgen land in het kerspel Leuth. Met deze hof was hij 17 januari 1529 na de dood van zijn vaders beleend, hij vernieuwde daarvoor de leeneed op 27 september 1538, 30 juni 1544 en 19 juni 1556 en tochtte daaraan zijn vrouw 15 november 1561. Zijn weduwe vermaakte op 25 juli 1588 in haar testament, opgesteld voor haar biechtvader Balthasar Fabricius, licentiaat in de theologie, 1000 gulden aan de arme wezen en een zelfde bedrag aan de huisarmen van Venlo, tevens aan de Sint Martinuskerk de 100 daalder, welke zij daarop had staan, voor de bouw.
Ontvangen van "http://nl.wikipedia.org/wiki/Johan_de_Verwer"
Les données affichées n'ont aucune source.