Akte Nummer Een en Zestig
Op heden den zeventienden Julij achttien honderd zes en vijftig verscheen voor mij Reijnt Johan Smijter Burgemeester
Ambtenaar van den Burgelijken Stand der Gemeente Diepenveen Jan Heinhuis , bij de onderstaande bevalling tegen
woordig geweest, oud zes en twintig jaren, van beroep mandenmaker wonende te Rijssen geadsisteerd met twee
getuigen, de eerste genaamd Peter Fettelaar,oud vijf en zestig jaren, van beroep velswachter wonende te Diepenveen
en de tweede Hendrik Harmsen, oud twee en veertig jaren, van beroep veldwachter wonende te Diepenveen, dewelke
ons heeft verklaard , dat Maria de Voer, zonder beroep, ongehuwd , wonende te Rijssen, op den vijftienden dezer
maand des voormiddags te tien uren, te Diepenveen , is bevallen van een kind van het mannelijk geslacht, aan hetwelk
de voornamen zijn gegeven van Gerrit Jan. Van welke verklaring wij deze akte hebben opgemaakt, die na gedane
voorlezing, is geteekend door ons en de getueigen, verklarende de comparant (Jan Heinhuis ) niet te kunnen schrijven,
hetzelve niet geleerd hebben
Gerrit Jan de Voer |