Il est marié avec Catharina Schout.
Ils se sont mariés
Enfant(s):
Niet zeker, maar komt in aanmerking:
--------------------------------------------
Mattheus Vader
Functie : Dienaar Roode roe
Datum eerste vermelding : 26 april 1792
Bron : C. de Waard, Inventaris van de archieven der besturen van het eiland Walcheren 1511-1870 (Middelburg 1914), bijlage VI, pagina 814
De Rode Roede op Walcheren was een soort plattelandspolitie, in dienst van het Polderbestuur van Walcheren dat was belast met het bewaken van materialen voor het dijkonderhoud tegen diefstal en het 'zuiveren' van het platteland van zwervers en andere armoedzaaiers.
Zie o.a.: L.M. Hollestelle, 'De Rode Roede op Walcheren', in tijdschrift De Wete (uitgave Heemkundige Kring Walcheren), 1989 nummer 1
Boek van dr. J. Wesseling - De geschiedenis van Axel, uit 1966 waarin op blz. 132/133 beschreven staat dat inv. met bedelaars, landlopers, lasarussen en heydenen door de Axelse magistraat een zgn. Roode Roede werd ingesteld d.w.z. enkele gehuurde personeen moesten het eiland van Axel op ongeregelde dagen in alle richtingen doorkruisen en bij de veren, boerderijen en arbeidershuizen informeren of er geen bedelaars aan de deur waren geweest. Trof de roode roede er ergens één aan, dan moest deze via het dichtstbijzijnde veer onmiddelijk het land van Axel verlaten.Dat gold trouwens ook voor leurders van touwen, swavelstocken,vercopers, quacksalvers en tutti quanti.
De Roode Roe was ook een gerechtsdienaar die de rode roede als ambtsteken droeg bij het berechten van halszaken.
Genealogie online: roo roede/roodt roede/rode roede = assistent van de wedman, belast met het dagelijkse politiewerk. De rode roede werd ook wel biesjager of schrik genoemd. De functie wordt ingesteld in 1685 (Stad en stadsjurisdicties) c.q. 1716 (Ommelanden) op een jaarlijks tractement van 130. De rode roedes zijn in het algemeen afkomstig uit de lagere sociale klassen van de bevolking. De naam verwijst naar de roodgeverfde stok die gedragen werd als teken van waardigheid.
Woordenboek der Nederlandse Taal: "De roode roede, roode roe, roo roede, roo roe. 1°. Eigenlijk: de roodgeverwde stok als teeken der waardigheid of als ambtsteeken van den rechterlijken ambtenaar die met het berechten van halszaken was belast (baljuw, schout, landdrost); ook van den persoon aan wien de uitvoering van doodvonnissen werd opgedragen (geweldige, geweldige-provoost, provoost-geweldige)."
Les données affichées n'ont aucune source.