Gedoopt te Dordrecht op 1 augustus 1609, begraven op 23 december 1666 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Oudste van zes kinderen geboren uit het op 3 april 1607 te Dordrecht gesloten huwelijk tussen Abraham de Decker (1582-1658) en Maeijcken of Maria van den Branden (1583-1666), beiden oorspronkelijk afkomstig uit Antwerpen. Jeremias de Decker bleef ongehuwd en woonde tot zijn overlijden bij zijn ouders.
Jeremias de Decker was een veelzijdige, gereformeerde dichter. Hij was autodidact en bekleedde nooit enig ambt. Jeremias was de eerste die 'huiselijke poëzie' schreef; poëzie die haar thematiek ontleende aan het huiselijke en het privéleven. Verder schreef en vertaalde hij godsdienstige en moralistische poëzie. Bekend waren zijn epigrammen en gelegenheidsgedichten. Zijn werk was zeer toegankelijk en trof volgens critici door intimiteit, oprechtheid en krachtig en eenvoudig taalgebruik. Joost van den Vondel (1587-1679) karakteriseerde zijn werk als van een 'cierlyke netheid'. Jeremias bewonderde Jacob Cats (1577-1660) en Constantijn Huygens (1596-1687). Vriendschappen onderhield hij met onder anderen dichter en historicus Joachim Oudaen (1628-1692), Rembrandt van Rijn (1606-1669) en de gewezen remonstrantse predikant Jacob Westerbaen (1599-1670). Hij werd algemeen omschreven als eenvoudig, burgerlijk, beminnelijk en vreedzaam van karakter. Spaarzaam was hij uit noodzaak.
Jeremias de Decker |
Les données affichées n'ont aucune source.