Geloof: NDG
Bergkerk
Elle est mariée avec Jan Schoneveld.
nakijken in gorssel huwelijk Hendrik Jan Schoneveld en Janna Schriever op 25-04-1812
Op 29 augustus 1778 vindt er transport plaats van de bouwerij van de weduwe Schoneveld aan haar zoon Jan Hendriks Schoneveld en vrouwe Anneken Engberts Schriever.
Ik Antonie ten Brinke. i.v. Dr. Verwalter Scholtus van Colmschate doe kond en de certificeere bij desen, dat voor mij en Keurnoten welke waeren Jan Ikink en Jacobus Boevink persoonlijk in deesen weledelen gerichte gecompareerd en de erschenen zijn Janna Stevens Haarbrink, weduwe van wijlen Hendrik Schoneveld in deesen geassisteerd met Harmen Bannink als haeren momber, Lammert Hendriks Schoneveld, Teunis Kleijn Bussink en Hender Hendriks Schoneveld Ehel. marito lutore, Teunis Vrijlink en Willem Haarbrink momberen over Steven Hendriks Schoneveld ter ener en Jan Hendriks Schoneveld en Anneken Engberts Schriever Ehel. marito lutore ter andere zijde, welke verklaarden overeengekomen te zijn en gecontracteerd te hebben en manieren als volgd:
Dat sij Janna Stevens Haarbrink weduwe van wijlen Hendrik Schoneveld geassisteerd als boven, sig wegens haar hooge jaeren en swakheyd des lighaems niet langer instaat bevind de Bouwerij selfs naar behoren te kunnen waarnemen, daarom voornemens is met toestemming van haer kinderen en momberen bovengenoemd te cederen, transporteren en in vollen eygendom over te geven aan Jan Hendriks Schoneveld en Anneken Engberts Schriever Ehel. gelijk sij doen bij deesen haar geheele Bouwerije soo van paerden, Beesten, waegens, eggen, ploeg, hooy, strooyzaed in 't huys en op 't land staande en 't Schaddenveld mitsgaders den geheelen inboedel des Huyses niets uytgesonderd als alleen het Bedde waarop Sij gewoon is te slaepen, de Kaste met hetgeen daarin is, en haar linnen en wullen klederen behoudende, sij weduwe voorgeschreven verders voor haar soo lang sij leeft al haar eygen land, 't plaetjen den Klinkenkamp genaamt en eene Summa van Twee Honderd Vijftig guldens, staande op renthe in de stad van Deventer op de naam van Lammert Schoneveld, welke goederen en geld naar haar dood onder haar vier kinderen in vier gelijke deelen zullen verdeeld worden. Waar tevens Jan Hendriks Schoneveld en Anneken Engberts Schriever Ehel. marito lutore, beloofd en aangenomen hebben, gelijk sij beloven en aannemen bij desen:
Ten Eersten haar Moeder Janna Stevens Haarbrink weduwe voornoemd haar leven lang te huysvesten en haar soo lang sij leeft in kost en drank te onderhouden en haar niet tot arbeyden te mogen dwingen, en Haar naar haar dood eerlijk en fatsoendelijk ter aarde laeten besteden, zullende de onkosten van de begrafenisse uyt de gemene Boedel moeten betaald worden.
Ten tweede zullen sij aan haar broeder Lammert eene summa van Twee Honderd vijf en seventig caroli guldens moeten geven, behoudende hij Lammert verders al hetgeen hij bij sijn trouwen gekregen heeft, sonder daar ooit iets wederom in den boedel te moeten brengen en het land in den Bluemink's Enk gelegen.
Ten tweden zullen sij verpligt zijn aan haar suster Henders uyt te keren een summa van Een honderd vijf en seventig caroli guldens zullen sij Henders in eygendom hebben het land in de Weteringen Enk gelegen.
Ten derden sullen sij gehouden zijn haar Broeder Steven ongetrouwd zijnde, siek of te sugtig wordende een vrijen intrek in haar huys te vergunnen en hem naar vermogen te verplegen, sonder daarvoor iets van hem te mogen vorderen zullende hij Steven in eigendom hebben het land op den Hoogen Enk "het Renssink Land" genoemd.
Ten vierden wanneer het mog te gebeuren dat sij Janna Stevens Haarbrink weduwe van wijlen Hendrik Schoneveld met haar zoon en Schoondogter niet konde overeenkomen soo dat sij weduwe uyt het huys moest te wilden gaan, zullen zij Jan Hendriks Schoneveld en Anneke Engberts Schriever alsdan genoodsaekd zijn terstond aan haar moeder te geven eene Summa van Een Hondert Caroli guldens.
Ten vijfden indien sij weduwe Schoneveld bij haar kinderen voorn. haar leven lang in huys blijft, soo zullen dan deese haar zoon Jan Hendriks Schoneveld en Schoondogter Anneken Engberts Schriever van haar nalatenschap vooruyt erven en hebben eene summa van Twee honderd caroli guldens en dan verders met haar broeders en zuster den Boedel in egaele portien verdelen.
In warheyd oorconde heb ik Verwalter Scholtus vornoemd deese neffens de comparanten en momberen eygenhandig getekend ende alsoo sij geen segelgebruykt en deese meede voor haar gezegeld.
Aitum Deventer den 29 augustus 1778 was getekend en gesegeld
A ten Brinke, Verwr Scholtus,
Dit is de mark van Janna Ste{}vens Haarbrink weduwe van Hendrik Schoneveld eygenhandig getrokken quad attestor A. ten Brinke en Vervr. Scholtens
Harmen Barink als Momber, Lambert Hendriks Schoneveld,
Teunis Klinbussijnk, Henders Hendrijks Schoneveld, Tonis vrijlienk als momber, Willem Haerbrink als momber, Jan Hendrijks Schoneveld, Anneke Engberts Schriver.
Bron: Rechterlijk Archief Colmschate 15m p.461. In GA Deventer inventaris nr. 51.
2-4-1790 Jan Schonevelt koopt/huurt op 17-3-1790 een akkertje zaailand onder Weteringen, onder Colmschate voor f 205,- van zwager Teunis Klein Bussink. Bron: RA Colmschate 50e penning 1766-1805. GA Deventer
21-10-1795 Volkstelling schoutambt Colmschate:Aangever van erve Schoneveld: Jannes Schooneveld = Jan Schoneveld x Anneke Schrijver NH, bouwman, aantal personen 8. Bron: Statenarchief 5322 p.13. Uit dossier boerderij Schoneveld, GA. Deventer.
16-1-1796 Pachter/bewoner Jan Schoneveld op erve Schoneveld onder Oxe. Uit: RAC (= Rechterlijk Archief Colmschate) 1 nr.241 p. 750. In: dossier Boerderij Schoneveld, GA Deventer.
In 1792 overlijdt Anneke en blijft Jan met een zoon van 2 jaar op de boerderij. In 1794 komen Willem Haarbrink geboren in Weteringen en Aaltjen Biesemate geboren in Oxe hem helpen getuige de permissie tot inwoning afgegeven op 10 maart 1794. Daarna verhuizen zij naar de caterstede Lugtenberg gelegen buiten de Brinkpoort.
Na het overlijden van Jan worden op 18-11-1800 Jan Schrijver en Lammert Bleumink mombers (= voogden) over de 10 jarige Hendrik Schoneveld. In RAC 15p p.27
In 1801 tot het einde van de pacht op 22 februari 1802 beheren Gerrit Schooneveld en Everdina Schouwenberg de boerderij. Een relatie met de vorige pachter Jan Hendriks Schoneveld is nog niet gevonden.
Dit is het einde van de Schonevelds als bewoner van deze boerderij.
In het doopboek van Bathmen (RBSO 30 p53) worden in en na 1800 een aantal kinderen gedoopt van het echtpaar Jan Tonissen Zwijnenberg en Willemina Peters bij of op 't Schooneveld in Oxe. Het betreft Teuntjen, geboren op 14 en gedoopt 16 februari 1800; Jenneken, geboren op 24 december 1801 en gedoopt op 10 januari 1802. Voor 1800 worden bij de doop van andere kinderen een andere boerderij genoemd namelijk Janna, geboren op 25 en gedoopt 30 april 1797 op erve Bargpeter in Loo en Peter, geboren op 6 en gedoopt op 8 juli 1798 op de boerderij Hofman in Oxe. Het is nog niet duidelijk of Jan en Willemina op de boerderij Schoneveld woonden of op de katerstede bij deze boerderij.
Ils se sont mariés le 11 août 1778 à Colmschate.Source 3
tegelijk met Teunis Klein Bussink en Henders Hendriks Schoneveld
Enfant(s):
Anneke(n) Schriever | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1778 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jan Schoneveld |