Il avait une relation avec [onbekende relatie].
La relation a commencé
Enfant(s):
burggraaf van Leiden en ambachtsheer van Valkenburg en Katwijck 1348-1386, heer van Wassenaar, Kethel, Voorburg, Sassenheim, Vennep, Burggravenveen en Kalsslagen, bewoonde kasteel 't Zandt te Oegstgeest, stond onder voogdij van Jan van Polanen mei 1350 en nam als zodanig op 5 sept. 1350 deel aan het Hoekse verbond, werd na de Kabeljauwse staatsgreep d.d. 24 juni 1351 sterk beperkt in zijn rechten, verzoende zich met de graaf sept. 1351, vervolgens onder curatele van 3 Leidse Kabeljouwen 1351-1355, in dienst van graaf Willem V (1353), door huwelijk heer van Oost-Barendrecht 1354, tot ridder geslagen 1356, maakte gemene zaak met de Hoeken en werd onder curatele gesteld van 27 nov. 1356 tot 2 sept. 1357, nam deel aan het landsbestuur in afwezigheid van hertog Albrecht 1358-1381, verkocht alle erven rondom de Leidse Burcht 5 jan. 1360, werd na de moord op de Kabeljouw Claas Colijn berecht doch vrijgesproken 18 jan. 1384, in gevangenschap (Luik) 1386-1387, speelde geen rol van betenis meer na 1387.
heer van Wassenaer, burggraaf van Leiden 1360-1391, ambtsheer van Katwijk ca. 1348-1391/1392, genoemd 1370, 1371, 1401, 1403,
1416, 1420, overl. 1391/1392 [non 1424], ridder
[http://www.mythopedia.info/vanbodegom.htm]
schonk een bruidsschat van 300 pond Hollands bij het huwelijk van zijn dochter Katrijn met Dirc van der Lede
[leenkamer Wassenaar, ARA]
Dirck IV van Wassenaer, geb. Voorschoten omstr. 1333, burggraaf van Leiden en ambachtsheer van Valkenburg en Katwijck 1348-1386, heer van Wassenaar, Kethel, Voorburg, Sassenheim, Vennep, Burggravenveen en Kalsslagen, bewoonde kasteel 't Zandt te Oegstgeest, stond onder voogdij van Jan van Polanen mei 1350 en nam als zodanig op 5 sept. 1350 deel aan het Hoekse verbond, werd na de Kabeljauwse staatsgreep d.d. 24 juni 1351 sterk beperkt in zijn rechten, verzoende zich met de graaf sept. 1351, vervolgens onder curatele van 3 Leidse Kabeljouwen 1351-1355, in dienst van graaf Willem V (1353), door huwelijk heer van Oost-Barendrecht 1354, tot ridder geslagen 1356, maakte gemene zaak met de Hoeken en werd onder curatele gesteld van 27 nov. 1356 tot 2 sept. 1357, nam deel aan het landsbestuur in afwezigheid van hertog Albrecht 1358-1381, verkocht alle erven rondom de Leidse Burcht 5 jan. 1360, werd na de moord op de Kabeljouw Claas Colijn berecht doch vrijgesproken 18 jan. 1384, in gevangenschap (Luik) 1386-1387, speelde geen rol van betenis meer na 1387, overl. tussen mei 1391 en 7 nov. 1392, tr. 29 sept. 1354 (huw. voorw.) Machteld Oem heer Gillisdr., erfdochter van Oost-Barendrecht
[http://www.kareldegrote.nl/Reeksen/ToonReeks.php?Reeks=135]