Ancêtres Van Leijenhorst - De Waard » Willem Cornelisz (Speelman) Van Duijvenbode (1542-????)

Données personnelles Willem Cornelisz (Speelman) Van Duijvenbode 


Famille de Willem Cornelisz (Speelman) Van Duijvenbode


Notes par Willem Cornelisz (Speelman) Van Duijvenbode

De oorsprong van de geslachtsnaam Van Duijvenbode dateert van de bezetting van de stad Leiden door de Spanjaarden in 1574. Door de omsingeling van de stad was communicatie via de normale wegen niet mogelijk. Willem Cornelisz. Speelman (ca. 1542-1616), luitspeler en organist in de plaatselijke Pieterskerk, bood daarom het stadsbestuur zijn duiven aan, zodat het stadsbestuur een briefwisseling kon blijven voeren met de Prins van Oranje in Delft. Als men weet dat door de bezetting de honger in de stad zo groot was dat zelfs de honden, katten en ratten werden opgegeten dan begrijpt men dat het aanbieden van de duiven een opoffering was.

Op 28 september 1574 ontving men de eerste brief, verzonden door geuzenleider Louis de Boisot. De volgende dag ontving men wederom een brief. Uiteindelijk werd Leiden ontzet doordat de dijken rondom de stad door de Watergeuzen werden doorgebroken. De Spanjaarden namen de vlucht voor het wassende water en de stad was gered. Op zondag 3 oktober 1574 kwamen de Watergeuzen met haring en wittebrood de stad binnen. Zonder de briefwisseling zou men in de stad niet geweten hebben dat de redding nabij was en zou men zich wellicht hebben overgegeven.

De duiven van Willem Cornelisz. waren dus van groot belang voor Leidens ontzet. Dit werd onderkend door Jan van Hout, schrijver van de stad Leiden. Deze Van Hout heeft uiteindelijk op 3 oktober 1578, vier jaar na Leidens ontzet, namens de stad Leiden de oorkonde ondertekend waarbij aan Willem Cornelisz. het recht werd toegekend om zich 'Van Duijvenbode' te noemen. Bovendien werd hem (als eerste burger in de Nederlanden) het recht toegekend om een familiewapen te voeren. Dit wapen bestaat uit de twee rode (kruislings liggende) Leidse sleutels met in elk van de vier kwadranten een blauw duifje. In de wapenbrief staat dit wapen afgebeeld, getekend door de tekenaar Hans Liefrinc.

De brieven die door de duiven zijn verzonden zijn nog te zien in het Leidse museum De Lakenhal. De duiven zelf zijn na hun overlijden opgezet en hebben nog lange tijd de Leidse burgemeesterskamer gesierd. Helaas zijn ze in de loop der tijd door ouderdom vergaan.

De Lakenhal beschikt over een klein portretje van de eerste Van Duijvenbode.

Ook het wapenschild van de Van Duijvenbodes hangt in De Lakenhal. Sinds juli 1998 hangt van dit schild een replica op zijn oorspronkelijke plaats in de Leidse Pieterskerk. De replica werd vervaardigd door de Leidse kunstrestaurateur T. Prins en werd bekostigd door de Stichting Leiden Culinair. Het originele bord werd in de Pieterskerk opgehangen bij de begrafenis van Willem Cornelisz. op 10 november 1616. Het bord draagt de tekst Door Godt gheevrocht hebben/ de duyven die brieven binnen/ Leyden ghebrocht Willem Cor/ nelissen van Duyven boden. Verder is het wapen te bewonderen op de voorgevel van het woonhuis van Willem Cornelisz. aan het Rapenburg 94 te Leiden (zie de foto hiernaast). Naast het geschonken wapen prijkt op deze gevelsteen een ander wapen. Waarschijnlijk is dit het oorspronkelijke familiewapen van Willem Cornelisz. Boven de wapens staan de regels Door God gewrocht./ Die va: Duive boede, terwijl onder de wapens staat mdl xxiv/ Doe God tot boden/ duiven schikte/ ontset voor Leydens/ Stad aanblikte. Daaronder staat nog vernieuwd I8I8.

Leiden eert zijn held nog in de "Duivenbodestraat", een zijstraat van de 3 Octoberstraat.

Verder staat op het binnenhof van het Leidse stadhuis een beeld van de eerste Van Duijvenbode (zie de foto hiernaast). Het werd op 31 augustus 1948 aan de stad Leiden geschonken door koningin Wilhelmina (zie Geschiedenis van het stadhuis van de gemeente Leiden onder het kopje Het binnenhof).

Hoe komt het nu dat, ondanks de Leidse oorsprong, de meeste Van Duijvenbodes heden ten dage in Katwijk wonen? Dit kan als volgt worden verklaard. De oorspronkelijke Van Duijvenbode, Willem Cornelisz., is kinderloos overleden. Hij had echter een zuster, Claartje Cornelisdr. (gehuwd met Pieter Gabrielsz., schoolmeester), die jong overleed. Deze had op haar beurt een dochter, Maartje Pietersdr. (gehuwd met Matthijs Pietersz. Weyns, chirurgijn), die eveneens jong overleed. Zij liet als zoon na de in 1594 geboren Cornelis Matthijsz. Dit was dus een achterneef van de oorspronkelijke Van Duijvenbode. Deze achterneef nu heeft de achternaam van zijn beroemde oudoom overgenomen, wellicht met diens toestemming; dit is te verklaren uit het feit dat de oudoom blijkens een akte van 24 augustus 1607 voogd werd over de toen 13-jarige Cornelis Matthijsz. Weyns. Deze Cornelis Matthijsz. is in 1615 gehuwd met een Katwijkse en hij werd zo de stamvader van de Katwijkse Van Duijvenbodes. De eerste negen geslachten van de Van Duijvenbodes vindt u op de pagina De eerste generaties van het geslacht Van Duijvenbode.

Enkele citaten top

De geschiedenis van Willem Cornelisz. is in veel boeken en artikelen terug te vinden. Ik verwijs u hiervoor naar de literatuurlijst. Als voorbeeld geef ik hieronder enkele citaten:

1. uit Beschrijvinge der stad Leyden, 1641, door J.J. Orlers, hiervan blz. 522-523 (overgenomen van www.dbnl.nl):

14. Clachte vande Burgheren over den grooten hongher noot aen Pieter Adriaensz. vander Werff: Mannelicke antwoorde opte zelve: Eenighe uytghewekene schrijven weder aen Leyden: Den Admirael Boysot schrijft aende Heer van Noortwijck: Den Prince comt int Leger by Boysot, ende voordert het ontset.

[enzovoorts]

Als nu de Burgheren van Leyden wel eenige hope van verlossinghe door der Staten voorsz. Brieven den 12. geschreven, als door het ghesichte ende gehoor des geschuts ende andere merckelicke teyckenen hadden, dan in langen tijt geen Brieven ontfangen noch gesonden en hadden door de zeer scherpe Wachte die rontsomme de Stadt lagh, zijn op den 26. Septembris twee Boden by den Admiael uyt der Stadt ghecomen, hoewel met groot perijckel ende moeyten.

De welcke insonderheyt ghesonden waren om der Burgeren uytersten noot te kennen te geven, die wel seer groot was, dan noch so groot niet als den selfden by andere gemaeckt werde: ende ten tweeden om de gelegentheyt der heyrcracht te sien, ende de selfde heuren Burgheren te vercondighen soo sy weder in comen mochten, so niet, heur het selfde door vliegende Boden te vercondigen, te weten op de Romeynsche wijse, ende by die van Haerlem in heur belegeringe seer dickmael gebruyct werde, namelick met oude Duyven, de welcke lange tijt te velde gevlogen hadden, ende seer vast gewent waren. Dese Duyven die acht int getal waren, behoorden tot Ulrick Cornelisz. Willem Cornelisz. ende sijn broeder Ian Cornelisz. de welcke daer na inden Jare 1578. tot vergeldinge van dese diensten by openbare Brieve ofte Instrument versegelt zijnde met Stadts zegel, ter zaecken verkregen hebben, voor haer ende hare nakomelingen, dat sy mogen gebruycken tot Tijtel: Die van Duyvenbode, ende tot een Schilt ofte wapen mogen voeren, het wapen der Stadt Leyden (zijnde twee roode Slotelen, Borgons-cruyswijs over den anderen in een silveren velt,) ende tusschen elck quartier een blauwe Duyve, omringt wesende met een Crans ofte Croone van Eycken-bladeren, wesende de Croone waer mede de oude Romeynen haer burgeren als sy eenigen dienst voor de Stadt ofte de Ghemeenten gedaen hadden, mede plachten te vereeren, ende genoemt werde Corona Civica. Desen Brief hebbe ick gesien ende gelesen.

2. uit Nederlandsche Historien, Amsterdam, 1677, 1684 en 1738, door P.C. Hooft:

Zelfs de vooghelen, briefdraaghers, werden naa hunne doodt gedrooght, en op 't stadthuis ten toon gestelt, met uitgespreide vlerken, en met de schachten, daar 't papier in gesteeken had, aan de beenen: als oft de stadt niet min in hun, dan Roome in de ganzen, die 't Capitolië, met waaken behielden, verplicht geweest waar. De eyghenaars ook der zelve vereerde de Majestraat, met Stadts waapen, eenighe duiven daar by gevoeght, en den tytel van Duivenboode.

3. uit Biographisch Woordenboek der Nederlanden, bevattende Levensbeschrijvingen van zoodanige personen, die zich op eenigerlei wijze in ons vaderland hebben vermaard gemaakt, Tweede deel, Haarlem 1852, door A.J. van der Aa:

CORNELISZ (Willem), geboren te Leiden. Aan het schrander beleid van hem en van zijne beide broeders Jan en Ulrich, had men het beleid der duivenpost te danken, gedurende het beleg van Leiden in 1574. Zij werden ook Speelman toegenaamd en bezaten acht duiven, die als vliegende boden door de lucht (het eenige element den belegerden overgelaten) gebruikt werden.

Het schijnt echter, dat deze duiven bepaaldelijk aan Willem Cornelisz behoord hebben, daar hij alleen door de regering der stad eene belooning ten jare 1578 ontvangen heeft. Die belooning bestond daarin, dat men hem en zijne afstammelingen bij open brief met den naam van Duivenbode vereerde, om die bij den hunnen te voegen, en hem verder tot wapen gaf een zilver schild, waarop twee roode, kruisgewijze liggende sleutels, en tusschen elk kwartier der sleutels een blaauwe duif, alles in een krans van eiken bladen. Daarenboven beschonk men hem met eenen zilveren penning, op welke de grootste binnen Leiden geslagene noodmunt afgebeeld stond; terwijl de keerzijde een naar de stad komend voorraadschip vertoonde, op welks roer eene duive met uitgespreide vlerken rust.

De duiven van Willem Cornelisz heeft men opgezet en langen tijd op het Raadhuis te Leiden ter gedachtenis bewaard.

Zijn wapenbord, na zijnen dood in de Pieterskerk te Leiden opgehangen, is het eenige dat men, aan zijne daad gedachtig, aldaar in 1795 zijne plaats heeft doen behouden.

4. uit Sleutelfiguren (in: Leids Jaarboekje 1974 (Jaarboekje voor geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en omstreken; zes en zestigste deel)), Leiden 1974, blz. 197-215) door drs. R.E.O. Ekkart, hiervan blz. 214-215:

Willem Cornelisz. Duivenbode (afb. 12-13)

Vrijwel alle portretten van Leidenaren uit de tweede helft van de 16de eeuw stellen magistraten of geleerden voor. Een uitzondering hierop vormt de hier gereproduceerde beeltenis van de luitspeler en organist Willem Cornelisz. Speelman (ca. 1542-1616), die zijn roem en zijn achternaam Duivenbode geheel te danken had aan zijn gedrag ten tijde van het beleg van de stad.

Zoals bekend was in september 1574 de toestand binnen Leiden bijzonder kritiek; de hongersnood was tot het uiterste gestegen, de weerstand dreigde te breken. Voor de boodschappers was het bijzonder gevaarlijk geworden door de vijandelijke linies te gaan, zodat het contact met de prins van Oranje en met Boisot werd bedreigd. Eind september besloot men zijn toevlucht te nemen tot een systeem dat reeds door de Romeinen werd gebruikt en ook tijdens het beleg van Haarlem goede diensten had bewezen, de duivenpost. Willem Cornelisz. Speelman en zijn broers Ulrik en Jan Cornelisz. bezaten een aantal duiven, waarvan men er nu acht door de Spaanse linies smokkelde. In de laatste week van het beleg ontving men in de belegerde stad verschillende per duivenpost bezorgde brieven, waarin de tegenover de Spanjaarden te volgen taktiek werd uitgelegd en aan stadsbestuur en inwoners moed werd ingesproken. Juist in dit zo kritieke stadium waren deze brieven van beslissende betekenis voor het welslagen van de Leidse verdediging.

De stedelijke regering heeft in 1578 de rol die de gebroeders Speelman toen hebben gespeeld beloond door hun het recht toe te kennen de naam Duivenbode te gebruiken en een wapenschild met de Leidse sleutels en enkele duiven te voeren. De bekendste van de drie broers is wel Willem, die is voorgesteld op het afgebeelde miniatuurportret uit 1575. Al is het zeer slecht geschilderd en toont het in de weergave van bijv. oor, mond en ogen de onhandigheid van de anonieme schilder, geeft dit portret ons toch een beeld van deze Leidse muzikant die zijn stad hielp redden door zijn hobby in dienst van de militaire verdediging te stellen. De tweede afbeelding toont ons het wapenbord dat na Willems kinderloos overlijden in 1616 in de nabijheid van zijn graf in de Pieterskerk werd opgehangen. Het is wel als een posthuum bewijs van achting voor de man en voor de motieven waarop hij in 1578 zijn wapen had verkregen te beschouwen, dat dit wapenschild het enige was dat in 1795 in de kerk mocht blijven hangen, toen daar onder invloed van de vrijheid-gelijkheid-broederschapgedachte alle familiewapens moesten worden verwijderd!

Een afbeelding van het familiewapen top

Hieronder ziet u een weergave van blz. 538-539 uit het boek Katwijksche, Rijnsburgsche, en Nederlandsche oudheden van ds. Adrianus Pars (eerste druk [met medewerking van Kornelis van Alkemade]: 1697; tweede druk [aangevuld door mr. Pieter van der Schelling]: Leiden 1745), met links het familiewapen (met dank aan de heer Nico van Duijvenbode).


De oorkonde van 3 oktober 1578 top

De letterlijke tekst top

De letterlijke tekst van de oorkonde van 3 oktober 1578 luidt als volgt:

W

ij Schout/ Burgemrn/ ende Ger: der stadt Leyden/ des Graefschaps van Hollant/ wenschen eenen ygelycken/ dien de jegenwoordige letteren zullen voorcomen/ veel heyls ende gelucx:

Doen te weten/ dat/ nademael de reden ende billyckheyt vereyscht alle vroome betoonde diensten/ zonderlinge die eenige steden of gemeenschappen gedaen syn/ eerlycken ende heerlycken te werden beloont/ ten eynde dat sodanige beloninge den anderen menschen een spoor ende prickel moet syn/ omme hem in tijt des noots tot diergelycke diensten/ op hope van beloninge/ mede willich ende cloeckmoedich te syn ende laten gebruycken; ende dat sulx is dat Willem Cornz:/ speelman/ geboren borger deser stadt Leyden/ in den jare xvcLxxiiij voorleden/ ten tyde van de tweede belegeringe ende uyterste hongersnoot/ liever gehadt heeft dese syne geboortige stede alle mogelycke dienste ende vordernisse te doen/ ende de spyse/ die tot versadinge van den honger van hem/ syne outbejaerde moeder ende broederen/ eenigsins hadde mogen dienen/ heurluyden hongerygen buycken te onthouden/ ende sulcxs mede gebreck te lyden/ dan deselve tot syn byleven ende onderhout te verstrecken/ als hebbende t'onsen versoeken syne duyven/ by eenige waeghalsen heimelicken uyt dese stede laeten vervoeren/ omme an buyten (alsoe dese stede soe heftelicken rontsomme omrincht ende belegen was/ datter geen mensche noch te lande noch te water meer inne conste geraecken/ ende wy sulcxs gene tydinge van onsen Doorl: ende Hooggeb: Furst ende Gen: H: den Prince van Or: noch van de HH: Staten/ onse goede vrienden ende medebontgenoten en consten gecrygen) mit brieven ende tydinge/ so grotelicx tot onse vertroostinge dienende/ te werden afgevaerdicht/ ende als vliegende boden door de lucht/ het eenige element ons open gelaten/ gebruyct ende gebesicht te worden/ gelykerwys drie van deselve duyven tot verscheyden tyden mit brieven ende tydinge binnen dese steden syn wedergekeert; ende dat wy daeromme begeren ende voorhebben sulcke getrouwe diensten ons ende onse gemeene burgeren ende inwoonderen ende naevolgende dien 't gemeen vaderlandt gedaen/ met eene geduerige vereeringe te wederlonen:

Soe est/ dat wy de voorn: Willem Cornelisz: vergunt/ geoorloofd ende toegelaten hebben/ vergunnen/ veroorl: En laeten toe mitsd:/ omme van nu voortsaen by hem ende syne naekomelingen te mogen gebrucken ende hem selven te sullen sulcx mogen noemen ende schryven/ doen noemen ende schrijven mitten toename van Duyvenbode/ gebruyckende tot synen ende heyrluyden blasoen/ teycken/ ende wapen/ eenen zilveren schilt/ hangende in een crans van eycken bladeren/ daerinne comende twee rode slotelen cruys gewyse over den anderen gestelt/ ende tussen elck quartier een blaewe duyve/ alles in der voege alhier vertoont ende zichtbaerlicken ofgemaelt; ende so wy voorn: Willem van Duyvenbode voor sulcx in 't voors: gebruyck van name ende wapenen ten ewigen daege begeren te handhouden/ ende sulcxs by eenen yegelicken te werden erkent ende gehouden/ hebben wy tot een volcomen en ongetwijfelt geloof tzegel ten saeken desen letteren doen aanhangen ende dese by onsen secretaris doen teyckenen/ op den derden Octobris vyftien hondert tzeventich ende acht:

I: van Hout

De tekst in moderner Nederlands top

De tekst van de oorkonde van 3 oktober 1578 in moderner Nederlands luidt als volgt:

W

ij, schout, burgemeesters, en gerecht van de stad Leiden, van het graafschap van Holland, wensen een iegelijk, die de onderhavige brief zal zien, veel heil en geluk;

Doen weten, dat, nu de redelijkheid en billijkheid vereist dat alle vrome betoonde diensten, in het bijzonder die aan een stad of gemeenschap gedaan zijn, eerlijk en heerlijk worden beloond, ten einde dat zodanige beloning de andere mensen een aansporing en prikkel is, om hen in tijden van nood tot dergelijke diensten, op hoop van beloning, mede gewillig en kloekmoedig te doen zijn en laten gebruiken; en dat het zo is dat Willem Corneliszoon Speelman, geboren burger van deze stad Leiden, in het afgelopen jaar 1574, ten tijde van de tweede belegering en uiterste hongersnood, liever gehad heeft deze zijn geboortestad alle mogelijke dienst en hulpbetoon te doen, en de spijze, die tot verzadiging van de honger van hem, zijn hoogbejaarde moeder en broeders enigszins had mogen dienen, hun hongerige buiken te onthouden, en daardoor mede gebrek te lijden, dan dezelve tot zijn leeftocht en onderhoud te verstrekken, daar hij op ons verzoek zijn duiven door enige waaghalzen heimelijk uit deze stad heeft laten vervoeren, om naar buiten (aangezien deze stad zo hevig rondom omringd en belegerd was, dat er geen mens, noch te land, noch te water, meer in kon geraken, en wij daardoor geen tijding van onze doorluchtige en hooggeboren Vorst en gen. H. de Prins van Oranje, noch van de H.H. Staten, onze goede vrienden en medebondgenoten, konden krijgen) met brieven en tijdingen, zo grotelijks tot onze vertroosting dienende, te worden afgevaardigd, en als vliegende boden door de lucht, het enige element ons open gelaten, gebruikt en gebezigd te worden, gelijkerwijs drie van deze duiven verscheidene malen met brieven en tijdingen binnen deze stad zijn wedergekeerd; en dat wij daarom begeren en voorhebben om zulke getrouwe diensten, ons en onze gezamenlijke burgers en inwoners en dientengevolge 't gehele vaderland gedaan, met een gedurige verering te belonen;

Zo is het, dat wij de voornoemde Willem Corneliszoon vergund, geoorloofd en toegelaten hebben, zoals wij vergunnen, veroorl. en toelaten bij dezen, om vanaf nu voortaan door hem en zijn nakomelingen te mogen gebruiken en hemzelf te zullen mogen noemen en schrijven, doen noemen en schrijven met de toenaam van Duyvenbode, gebruikende tot zijn en hun blazoen, teken, en wapen, een zilveren schild, hangende in een krans van eiken bladeren, waarin komen twee rode sleutels kruisgewijze over elkander gesteld, en tussen elk kwartier een blauwe duif, alles op de wijze zoals alhier vertoond en zichtbaar afgebeeld; en omdat wij voornoemde Willem van Duyvenbode voor zulks in 't voormelde gebruik van naam en wapen ten eeuwigen dage begeren te handhaven, en zulks door een iegelijk te worden erkend en gehouden, hebben wij tot een volkomen en ongetwijfeld geloof 't zegel terzake deze brief doen aanhangen en deze door onze secretaris doen tekenen, op de derde oktober vijftienhonderd achtenzeventig.

J. van HoutSource 1

Barre chronologique Willem Cornelisz (Speelman) Van Duijvenbode

  Cette fonctionnalité n'est disponible que pour les navigateurs qui supportent Javascript.
Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés: grootouders grand-parents   ouders parents   broers-zussen frères/soeurs   kinderen enfants

Image(s) Illustration(s) Willem Cornelisz (Speelman) Van Duijvenbode

Ancêtres (et descendants) de Willem Cornelisz (Speelman) Van Duijvenbode

Cornelis Jans
1506-1559

Willem Cornelisz (Speelman) Van Duijvenbode
1542-????


Avec la recherche rapide, vous pouvez effectuer une recherche par nom, prénom suivi d'un nom de famille. Vous tapez quelques lettres (au moins 3) et une liste de noms personnels dans cette publication apparaîtra immédiatement. Plus de caractères saisis, plus précis seront les résultats. Cliquez sur le nom d'une personne pour accéder à la page de cette personne.

  • On ne fait pas de différence entre majuscules et minuscules.
  • Si vous n'êtes pas sûr du prénom ou de l'orthographe exacte, vous pouvez utiliser un astérisque (*). Exemple : "*ornelis de b*r" trouve à la fois "cornelis de boer" et "kornelis de buur".
  • Il est impossible d'introduire des caractères autres que ceux de l'alphabet (ni signes diacritiques tels que ö ou é).



Visualiser une autre relation

Les sources

  1. http://home.zonnet.nl/d.van.duijvenbode/duijvgen.htm

Événements historiques

  • En l'an 1616: Source: Wikipedia
    • 12 janvier » fondation de Belém.
    • 31 janvier » Jacob Le Maire et Willem Schouten sont les premiers navigateurs à doubler le cap Horn en navire marchand.
    • 3 mai » paix de Loudun, entre Marie de Médicis (la régente) et le prince de Condé.

Sur le nom de famille (Speelman) Van Duijvenbode


La publication Ancêtres Van Leijenhorst - De Waard a été préparée par Rob van Leijenhorst (contact n'est pas possible).
Lors de la copie des données de cet arbre généalogique, veuillez inclure une référence à l'origine:
Rob van Leijenhorst, "Ancêtres Van Leijenhorst - De Waard", base de données, Généalogie Online (https://www.genealogieonline.nl/kwartierstaat-van-leijenhorst-de-waard/I7922.php : consultée 21 mai 2024), "Willem Cornelisz (Speelman) Van Duijvenbode (1542-????)".