Ancêtres Van der Sman » Les sources » Lingen, Johanna van, brief in boek "De Stede Nieupoort" dl 7 (Algemene bron)

Description de la source

Lingen, Johanna van, brief in boek "De Stede Nieupoort" dl 7

Ik heb een zoon van 21 Jaaren bequaam tot waarneeming van zijn vaders Ampt
26 Aug: 1783
met toestemming van de uitgever uit het boek Boek De Stede Nieupoort, dl. 7:
was getekend: P. v.d. Stok, Burgemeester, A. Kok Abz, Dk Verlek, Jacobus Koomen, Adr. Rouwert, Jan Greveland, Arie Spek
Willem V stuurde dit schrijven op 26 augustus 1783 door naar de Raad der Domeinen:
In 's Gravenhage den
Zijne Hoogheid
N§ 55. Dinsdag den 16 Junij 1829.
Door den Bode Jan van der Bas, enige bezwaren ingebragt zijnde, omtrent zijn jaarwedde, als alleen door het Polder Bestuur van Gelkenes, Ammers Graveland, Achterland en Peulwijk, in hoedanigheid als bode van dat Collegie gesalarieerd
wordende en oordeelende dat hem als bode van het gemeentebestuur eene afzonderlijke belooning was toekomende.
Doorlugtig Vorst
Waer meede wij blijven
Allen present.
Smeekende blijve ik uw allerootmoedigste
... Voor zoo verre betreft de Sollicitatie van Jan de Bas, om als Bode en Portier, te Liesveld te worden aangesteld, zal ik my vooraf refereeren tot het geen de Heer le Jeune in den voorleeden jaare bij Desselfs Rapport pag: 14 & Seqq
daaromtrent aan UEd. Mog: heeft voorgedragen.
Dienaresse
Of zoo het uw doorlugtig Vorst Geliefde mij die Zelfde Gunst gelijk de voorige weduwe te bewijzen dat mij Jaarlijks ook 200 Gulden tot onderhoud mogt worden uytgekeerd
Na het overlijden van haar echtgenoot waren er 3 sollicitanten voor zijn functie van bode. Johanna schreef voor haar oudste zoon de volgende brief:
was getekend: W. Pr v Orange
Ter ordonnantie van
Verders zou de Rentmeester Hildenberg dienen te worden geauthoriseert, om alle de Tractementen en Emolumenten tot voors: Bedieningen zyn staande, zoo die geene welke zeedert den 17: Aug: 1783 reeds zyn verscheenen, of, namaals verschynen
zullen tegens desselfs af te geevene Quitantien te ontfangen, en daarvan verantwoording te doen ...
Edele Erentfeste, Wijze, Discreete,
En zoude ik vervolgens van advise zyn, dat UEd. Mog: bij nadere Dispositie op de Requeste van de voorn: Jan de Bas zouden kunnen goedvinden de voorn: Jan de Bas nader te authoriseeren tot de Provisioneele Waarneming van de Bodes, Portiers
en Opsigters plaats te Liesveld, in de Stad Nieupoort en Jurisdictie van dien, en zulks op denselven voet, als wylen zyn Vader, deeze Bedieningen heeft waargenomen, met uitsondering nogtans, dat hij geen Brandhout, nog ook geen Profyt van
de Vischery, van de Prik of WitVisch zal mogen genieten, voorts onder 't genot van alle zodanige Tractementen en verdere Emolumenten als daartoe zyn staande, en bij speciale Resolutie van UEd. Mog: aan hem zullen worden toegelegt: zullende
de voorn: Jan de Bas gehouden zyn, om de op de voors: Provisioneele Aanstelling te moeten afleggen den eed van getrouwigheid en zuyvering in handen van den Substituut Drossaard A. Slype die daartoe door UEd. Mog: zoude kunnen worden
geauthoriseert.
Wij zenden UEd, hier neevens, ten fine van Berigt, Consideratien en advis, de Requeste aan Ons gepresenteert door de weduwe van den overleeden Boode van Liesveld, Groot Ammers &a, J. van der Bas, verzoekende dat haar zoon, oud 21 Jaeren,
in zijn 's Vaders plaetse mag worden aangesteld tot Boode van Liesvelt, Groot Ammer &a; of dat aan haar, zoo als aan de Weduwe van den vorigen Bode is geschied, Jaarlijks worde uitgekeerd f 200,-, door den nieuw aan te stellen Boode.
Onse Lieve Getrouwe;
Jan van der Bas overleed op 26 juli 1831 en heeft derhalve niet lang kunnen genieten van zijn 'nieuwe' functie. Hij werd opgevolgd door Aart Stout (1792-1844) die gehuwd was met Jan van der Bas' nichtje Johanna van der Bas (1799-1836). De
bodefunctie bleef ook na zijn overlijden in de familie, aangezien zijn opvolger Abraham van der Bas (1811-1870) een oomzegger was van zijn schoonvader,
Over de beloning werd ondermeer opgemerkt: ... en dus alle de Tractementen en Emolumenten te zamen op eene somme van f 450 a 460 kunnen worden gecalculeert, waarbij nog gevoegd wordende de vrije wooning voor de bode en Portier alsmede
vrijdom van impositien en vrij brand ofte f 30:,-;- S'Jaars; zoo begrijpen UE Mog. dat deese bediening niet meerder als een matig bestaan komt op te leveren ...
Vergadering van Burgemeester en Gemeenteraad van Groot Ammers
Vervolgens werd er in het 'Rapport van de Heer Raad le Jeune weegens de Baronie Liesveld in 1784' gepleit de vacature door Jan van der Bas te laten vervullen: ...Wat nu betreft het 2e point, concerneerende de persoonen; welke daar meede
zoude behooren begunstigt te worden en speciaal hoedanig het gelegen is met de Conduites en het gedrag van den provisioneelen Bode van de Bas, heb ik de eer UE. Mog. te informeren, dat ten aanzien van Cornelis Duivel (lees: Duwel) mij
geene nadeelige informatien zijn gegeeven, maar dat dezelve in tegendeel een goed sujet zoude zijn; wegens den tweeden Supplt konde rentmr: nog den Schout Bunnik mij eenige informatie geeven; Terwijl ik voorts ten aanzien van den
Provisioneelen Bode J. van der Bas, zoo van den Rentmr. als Schout Bunnik, zoo wel met betrekking tot desselfs gedrag als capaciteit allezints favorabele getuigenisse- bekomen heb. Daar nu de wed. van der Bas met neegen kinderen is blijven
zitten en wijlen haar man Jaarlijks belast is geweest met eene uitkeering van f 200,-: ten behoeven van de Wed. van den voorigen Bode, komt het mij voor; dat haar zoon Jan van der Bas, thans provisioneel het voors: Ampt waarneemende- daar
mede door Z.H. zoude kunnen begunstigt worden; onder deeze mits en conditie, dat hij gehouden zoude zijn om zijne moeder en minderjarige broeders en zusters te onderhouden tot dat de laatst gem: in staat zullen zijn om de kost te gewinnen;
hierdoor zoude Zijne Hoogheid dit gantsche huisgezin in staat kunnen houden, daar wanneer een ander met het voors: Ampt werd begunstig, deeze geheele Familie tot armoede- zoude komen te vervallen.
was getekend: P.F. (?) de Larrey
Vooralsnog volgde een voorwaardelijke (provisionele) benoeming, dit onder de volgende argumentatie:
Doorlugtig vorst
UED geaffectionneerde
het heeft de God des heemels behaagt- mijn teeder geliefde man, J. van der Bas van mij en mijne 9 kinderen door de dood, weg te rukken, waar het Jongste kind 3 Jaaren is- hij was boode van Liesveld Groot Ammers enz
van welke inkomste wij 10 Jaaren lang aan de wede van de voorige Boode N. Veuge Jaarlijks 200 Gl moesten uytkeeren- waar van nu 9 Jaaren verscheen waaren
Voorts moet ik er nog byvoegen, dat gemelde Jan de Bas zeedert eenigen tyd, zig wat heeft vernonhaleert en rede van Klagen aan den Rentmeester en andere gegeeven, zoo dat gemelde Rentmeester zeer solliciteerde, dat UEd. Mog: de finale
begeeving van deeze Bediening nog voor eenigen tyd geliefden op te schorten. Dog vermits er thans eene groot Confusie exteerde omtrent de verscheene Tractementen en Emolumenten van de voors: Bedieningen, en dat een Gedeelte daarvan is
ontfangen door de Weduwe van den voorigen Bode, gedeeltelyk door Jan de Bas zelve, gedeeltelyk door den Rentmeester Hildenberg, en ook nog een gedeelte daarvan zeedert den 17 Aug: 1780 (lees: 1783) zynde den Sterfdag van de Vader, nog
onbetaalt is gebleeven, zal het nodig zyn, dat hieromtrent bij UEd. Mog: werde gedisponeert.
Is na gehouden deliberatien op voorstel van den Burgemeester goedgevonden en verstaan, voor jaarwedde van den bode, op den staat van begrooting dezer gemeente voor het jaar 1830, en vervolgens jaarlijks te brengen eene som van twintig
guldens, met de verpligitng van den Bode, om alle werkzaamheden aan dien post verbonden, daarvoor te verrigten, zonder deswegens, met welke schikking en bepaling voornoemde Bode ook heeft verklaard genoegen te nemen.
Nu is mijn beede doorlugtig vorst om uw Liefde oog te werpen op een armen en bedroefde weduwe en weezen -smeekende mijn zoon daar meede te begunstigen onder voorwaarden van mij - en mijne minderjaarige kinderen te onderhouden
Hierna nam het aantal verwijzingen naar het bodeambt af, totdat Jan van der Bas (1760-1831) in 1830 bij het gemeentebestuur van Groot-Ammers zijn beklag deed over het feit dat hij wel een vergoeding voor zijn diensten ontving van de
polders onder Groot-Ammers, maar niet van de gemeente Groot-Ammers zelf.
26 août 1783


L'information de cette source


À la liste avec sources


La publication Ancêtres Van der Sman a été préparée par .contacter l'auteur