Il est marié avec Willemijntje Janssen.
Ils se sont mariés le 4 novembre 1881 à Wageningen , il avait 24 ans.Source 1
Jan Rutger Modderkolk werd geboren op 31 maart 1857 in Wageningen. Hij trad op 4 november 1881 in het huwelijk met Willemijntje Janssen. Aanvankelijk was hij cipier in het Huis van Bewaring in Wageningen en in die hoedanigheid onbezoldigd rijksveldwachter. Met ingang van 1 november 1887 werd Modderkolk als rijksveldwachter geplaatst in Ommerschans, als lid van de Brigade Ommen in het 3e district (Zwolle) van de rijksveldwacht. En in mei 1889 volgde overplaatsing naar de standplaats Ede. Modderkolk had in Ede als rijksveldwachter een belangrijke positie binnen het plaatselijke politiecorps, dat uit zes veldwachters bestond. Hij maakte dagelijks hier en daar een praatje en werd in het dorp alom gerespecteerd. Hij handhaafde de orde nauwgezet en had er geen moeite mee een flink pak slaag uit te delen voor een kwajongensstreek of om volwassenen op straffe toon aan te spreken op het overtreden van de wet. “Onthoud je dag” zei hij dan nors. Op 7 september 1895 werd hij bevorderd tot brigadier-titulair.
Ook in die tijd was het verplicht om in het donker op je fiets een goede verlichting te hebben. Dat ging toen met een carbidlantaarn. Carbid en water vormen een gas waarop een vlammetje kan branden, dat door de wind wel eens uit kan waaien. Als hij dan weer eens iemand aanhield die geen licht voerde, was vaak het excuus dat het vlammetje was uitgewaaid. Dan zei Modderkolk, met zijn hand op de lantaarn: “Je liegt het, want hij is koud”.
Een andere bezigheid van Modderkolk was het jagen op stropers. Hij had eens een stroper in het veld achterna gezeten, die hij maar niet kon betrappen. Dezelfde dag nog kwam hij de bewuste stroper in het dorp tegen, waarbij hij hem vriendelijk groette met een kachelpijp onder z’n arm. Bij een familiebezoek vele jaren later trof hij die ‘stroper’ weer. De achtervolging en het niet kunnen betrappen werden toen door Modderkolk in herinnering gebracht, waarna de ‘stroper’ lachend vertelde dat de haas in die kachelpijp had gezeten. Maar Modderkolk zag hier de grap niet van in …… Bij het bombardement van Huize Stompekamp (zie tekst) liep Modderkolk een gebroken been op. Gelukkig herstelde de veldwachter geheel, en op 1 juli 1922 (inmiddels 65 jaar) werd hem eervol ontslag verleend. Hij overleed in 1946.
Jan Rutger Modderkolk | ||||||||||
1881 | ||||||||||
Willemijntje Janssen |