(1) Il est marié avec Kathelijn Melijs Vollaerts.
[kinderen van Gherijt en Kathelijn: Hubrecht, Gherijt, Amelijs, Agnes, Margriet en Peter Jan
Betten Smoelneers],
Ils se sont mariés.
Enfant(s):
(2) Il est marié avec Elisabeth NN.
[kinderen van Gherit en Elsabeth: Gherijt en Adriaen Smoelneers],
Ils se sont mariés environ 1418.
Enfant(s):
[bron: Brabantse Leeuw jrg 41 (1992), blz 9, auteur J.A.M. Smulders, Oisterwijk],
[Gherijt Jan Betten Smoelneers had van Jan Bac Bertouts landerijen met aanhorigheden gekocht,
welke vroeger hadden toebehoord aan Wouter Kristinen en welke gelegen waren in Westilborch, ter
plaatse geheten 'Loven', om 4 mud rogge Oisterwijkse maat, jaarlijks op Lichtmis. Wanneer precies
deze transactie plaats vond, is niet duidelijk. Zij is mij slechts bekend uit een Bossche
schepenakte van 1430, waarbij Willem Jans van Wijfliet, die blijkbaar de erfpacht van 4 mud rogge
van Jan Bac Bertouts verworven had; deze overdroeg aan Aert Jan Betten en aan Jacob Aerts van der
Hoeven.,
In 1428 verwierf Gherijt de helft van de hoeve ter Rijt (of van der Riet; zie hieromtrent de
studie van Martin W.J. de Bruyn, getiteld "Twee hoeven ter Rijt",
..,
Later kwam die helft in het bezit van de zes kinderen van Gherijt en Kathelijn en in 1440 kwam een
transactie tot stand, waarbij vijf van de zes kinderen ieder hun aandeel overdroegen aan hun
broer Gherijt.,
Na het overlijden van zijn echtgenote Kathelijn was vader Gherijt rond 1418 hertrouwd met ene
Elisabeth, die hem nog twee zonen schonk: Gherijt en Adriaen (of Adriaen en Gherijt, het is niet
duidelijk wie de oudste was, misschien waren zij tweelingen). Deze twee zonen gingen zich
definitief Smulders noemen. Met hen zijn we gekomen bij de twee hoofdtakken van 'Tilburgse'
Smuldersen, waarover in de inleiding van deze genealogie is gesproken. In de loop van de nu
volgende eeuwen is de familienaam op allerlei manieren gespeld; met soms twee of meer
schrijfwijzen in een serie akten - Smulders - Smolders - Smeulders],
Gherijt Jan Betten Smoelneers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kathelijn Melijs Vollaerts | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) ± 1418 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Elisabeth NN |
Website: http://www.coolen-online.be
Opmerking: website van Henk Coolen
..
De meeste Tilburgse naamdragers zijn onder te brengen in een vijttal geslachten, waartussen een
familieband (nog) niet kan worden aangetoond. Veruit het meest uitgebreide van die vijf
geslachten begint in Tilburg met twee takken, met aan het hoofd van de ene tak Gherijt Smoelneers
en van de andere tak Adriaen Smoelneers, twee gebroeders wier gezinnnen vanaf het begin in de
rond 1500 aanvangende Tilburgse schepenregisters vermeld worden. Hun afstammelingen zijn bij de
invoering van de Burgelijke Stand voor her overgrote deel ingeschreven als Smulders, in de
spelling met 'u' dus. Een kleine, inmiddels echter ook flink uitgedijde groep, wordt geboekt in
de spelling 'eu': Smeulders.
Vindplaats: plastic dossiermap nr. 29
[ De naam Smulders, in oorsprong een genitiefvorm van de beroepsnaam mulder, is in Tilburg van
oudsher zeer verbreid. In de oudste Tilburgse registers vinden we veelal de spelling Smolders,
soms ook Smoelders. De minder voorkomende grondvormen 'die Molder', respectievelijk 'die Moelder'
worden door elkaar met de genitiefvormen gebruikt. Andere oude vormen van dezelfde naam zijn
Smoelneers en Smoelners, respectievelijk 'die Moelneer'en 'die Moelner'. In middeleeuws Latijn
vinden we naast Multor (Multoris) en Molitor (Molitoris) het fraaie Molendinarius (Molendinarii).
Archief: Aad Edelbroek
..
De eerste generaties, welke hier fragmentarisch behandeld zijn, worden gevonden in de 'vrijheid
van Oisterwijk', met name in Berkel en Udenhout, alsmede in aangrenzende gebieden, zoals Helvoirt
en Loon op Zand.
Auteur: J.A.M. Smulders - Oisterwijk
De oudste mij tot nu toe (1992) bekende voorvader is: HESSEL SNABBE ]
pagina's: 1 - 36
..
Naam Tijdschrift: de Brabantse Leeuw
Wegens de uitgebreidheid van het geslacht zal ik - J.A.M. Smulders - mij beperken tot de oudst
bekende acht generaties.
Jaargang: 41 (1992)