(1635-1650) Johannen Rings erbgenamen von Guttekhoven von einen Sillen --- 1 Reichsthaler. [GASittard, Bestuursarchief 163, inv. nr. 148; im: 7/25]
Enfant(s):
In het pachtboek van Douven (1608-1615) staat onder Guttekoven:"Johan Reincks ahn statt seines schweger vader auch auß vorsch: pacht von etlichen goutt so er Wilhelm Jan uberheillijgh gegeben ..." hiervoor wordt vermeld: "Wilhelm Schoffellen oder Sutzen ..." waarschijnlijk dus zijn schoonvader.
[EHCSittard, toegangsnr. 192, inv.nr. 61, fol. 76v; Im: 147/315]
(09-03-1619) Georg Haick, scholtis, en schepenen van het gerecht te Born verklaart Johan Ringhs te Guttekoven, dat hij bij afrekening met Adam Quirinarius voogd van Sittard aan dezen schuldig gebleven is eene hoofdsom van honderd Brabantsche gulden, waarvan hij, daar hij niet in staat is deze te betalen, zich verplicht eenen interest te geven van zes en een "orth" der voormelde guldens. Tot zekerheid der schuldig geblevene som stelt hij ten onderpand een half bunder land "in dem Eppekortzfeldt" gelegen.
[Born een koninklijk domein met een boeiend verleden, blz. 135-136]
Gezin op basis van onderstaande inschrijving:
Uit de schepenbank van Geleen (voor leesbaarheid zelf ";" toegevoegd):
"Op heuden den 2 desember anno 1637 oefer mits Wiellem Haemers ende Maerten van Neijerbeck sein gekomeperenzt Dijerck Daemen ende Dries Weintracken so foer huen alls heuen schwaeger Klaesenen ende schwegerten Encken Wiellem Reijnckes; Lemen Saelden alls foer monder van den onmo[n]digen kinnt van Klaes Saelden ferweket met Jenn Renckes; Heinken Schmeietz alls foermonden van die genagelaeten keinderen Reincken Reijnks; Geret Spe alls foer monden van Jan Reinckes des jongen keint ende Jan op den Berge alls foer monder van die naegelaeten keinder van sein broeder Rencken op den Bergh end heben ind recht handen gedragen geseijeden ert ende getranspoertiert mits diesen all solick ..." [HCLimburg 01.075, inv. nr. 1309, fol. 368r e.v.]
Les données affichées n'ont aucune source.