Ancêtres Dirks - Fijnaut » Hubertus Quijten (± 1690-1764)

Données personnelles Hubertus Quijten 

• Il est né environ 1690.Source 1
• Profession: pachter van hoeve de Zang 1722-1727, tapper, schincker.
• Il est décédé le 6 juillet 1764 dans Beesel.Source 2

  (e.v. Margareta Lamers)

• Un enfant de Petrus Quiten et Elisabeth Beurskens
• Cette information a été mise à jour pour la dernière fois le 22 novembre 2018.

Famille de Hubertus Quijten

(1) Il est marié avec Bertha Nijssen.

Ils se sont mariés environ 1713.

De kerkelijke registers van Beesel beginnen pas in 1714.

Enfant(s):

1. Elisabeth Quijten  ± 1713-????
2. Joanna Quijten  1715-????
3. Catharina Quijten  1717-????
4. Jacobus Quijten  1718-1759
5. Petrus Quijten  1720-< 1722
6. Petrus Quijten  1722-< 1729
7. Joannes Franciscus Quijten  1723-1792
8. Godefridus Quijten  1725-< 1732
9. Joanna Quijten  1726-????
10. Petrus Quijten  1728-1770 
11. Agnes Quijten  1731-????
12. Godefridus Quijten  1732-????

(2) Il est marié avec Margaretha Lamers.

Ils se sont mariés le 30 septembre 1747 à Beesel.Source 3

(Hubert Quijten en Margareta Lamers)

Les témoins: Arnoldus Geelen,

Notes par Hubertus Quijten

(16 maart 1722) Ten overstaan van Jan Peulen en Linnardt Janssen, schepenen van Besel en Belfelt, verklaart de mede-schepen Peter Quyten dat hij op 27 november 1721 de Zandel Hoff met de oude korentiende, toebehorend aan Zijne Koninklijke Majesteit van Pruijssen, heeft gepacht volgens voorwaarden daarvan zijnde.
Met toestemming van de heren van de Commissie te Gelderen d.d. 24 februari 1722 heeft hij deze pacht nu overgedragen aan zijn zoon Houbert Quijten en diens vrouw Bertjen Nijssen.
Ter voldoening aan de voorwaarden in de pachtovereenkomst stellen Peter Quijten en Elijsabet Beurskens nu al hun persoonlijke goederen binnen Besel gelegen als onderpand.
Jacob Nijssen, eveneens aanwezig, stelt (als borg) als onderpand 1 morgen bemd in de Rijckelse Bemden gelegen tussen Paulus Sanders en de weduwe en erfgenamen van wijlen Seger Segers, door de schepenen getaxeerd op 100 gulden Roermonds, plus 1 morgen land tegen de Rijckelse Bembden gelegen tussen landerijen van de kerk en Jan Peulen, door de schepenen getaxeerd op 50 gulden Roermonds.
Schepen Willem Gerardts verpandt (als borg) circa 1 morgen bemd in de Rijckelse Bemden gelegen tussen de erfgenamen Van der Holt en Jan Peulen, getaxeerd op 26 pattacons.
[Loe Giesen: Kroniek voor Beesel, Belfeld en Swalmen; org. HCLimburg, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 36 fol. 238v-240]

(30 juni 1727) Fredrick Jacob Cox, licentiaat in de beide rechten en landscholtis van het ambt Montfort, Willem Gerits en Geridt van den Broeck, schepenen te Besel, oorkonden dat Houb Quijten en Bertjen Nijssen, echtelieden, pachters van de hof In gen Sant te Besel gelegen, eigendom van Zijne Koninklijke Majesteit van Pruissen,
- twee zwarte paarden, te weten een ruin van 6 jaar en een merrie van circa 10 jaar;
- 12 runderen, alle rood van kleur, waaronder 4 melkgevende koeien, 3 dragende runderen, 2 runderen van een "roeder" en 3 kalveren van dit jaar;
- 46 schapen, groot en klein door elkaar, waaronder 8 hamels;
- 2 varkens van 10 maanden;
- 2 lange karren en 2 korte karren, alle voorzien van goede beslagen wielen, te weten vier paar wielen;
- voorts ploeg, eg en alle getouw;
- "bed ende buldt", linnen en wollen kleding, "tot eenen holteren lepel incluijs";
- alle gewassen op het veld, zowel van de gepachte als de eigen landerijen;
hebben overgedragen aan J.J. van der Heijden, drossaard van het ambt Montfort en admodiateur van Zijne Majesteits Domeinen in het ambt van Montfort en Venraij, tot verhaal van een schuld van 289 gulden 11 stuiver 6 denier brabants die de comparenten wegens achterstallige pacht verschuldigd zijn aan de drossaard, buiten de lopende pacht. Advokaat Crebber wordt namens de drossaard in de goederen geërfd.
[Loe Giesen: Kroniek voor Beesel, Belfeld en Swalmen; org. HCLimburg, SA Beesel en Belfeld, inv. nr. 36, fol. 278]

(3 december 1750) Koubes [sic] Quijten en Petter [sic] Quijten machtigen hun vader Hubert Quijten tot de overdracht van hun aandeel van 1½ vierdel hooigewas in de Rijckelsche Bemden gelegen, afkomstig van wijlen hun moeder Bertyen Nijssen, aan de heer van het huis Nieuwenbroek. [Loe Giesen: Kroniek voor Beesel, Belfeld en Swalmen; org. HCLimburg, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 37, fol. 203v]

(1 december 1763) Hubert Quiten leent een bedrag van 50 pattacon, gerekend aan 4 gulden Kleefs per pattacon, van Dionysius Smitshuysen tegen een jaarlijkse rente van 12 schilling, met als onderpand ½ bunder grasgewas genaamd de Nieuwe Erven, gelegen te Besel aan de Maas tussen J.A. Geelen en Hendrick Bongers.[Loe Giesen: Kroniek voor Beesel, Belfeld en Swalmen; org.
HCLimburg, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 29]

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Hubertus Quijten?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!

Barre chronologique Hubertus Quijten

Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés:  grand-parents    parents    frères/soeurs    enfants