Adriaen is afkomstig uit Hensbroek. Samen met zijn broers en vader wordt
hij als Adriaen Oelofsz vermeld in de Hensbroekse registers van de 10e
penning in 1561. Klaarblijkelijk is hij met zijn zoon Jan tussen 1561
en 1582 verhuisd naar Pijnacker, waar hij wegens zijn herkomst met de
achternaam van Hensbroeck wordt genoemd.
Adriaen Olofsz woonde in Pijnacker op de Hoocht tussen de Clapwijkseweg
en de Middelwatering. Zijn naam wordt van 1551 tot 1633 vermeld in de
oudste charters van de RK Kerk in Pijnacker. In 1590 betaalde hij voor
de laatste maal 4 stopen olie als smalrente. In hetzelfde jaar staat
zonder datum zijn naam vermeld onder de "ontfang over die Klock te
luyden over die doden". Hij was rijk en vermogend.
Op 23.5.1588 gaat hij in beroep tegen Pieter Adriaensz, vleeshouwer te
Delft, inzake betaling van 500 gulden voor het doden van klein vee.
(N.A.Hof van Holland, Sententies574/176),
Enfant(s):