Enfant(s):
Heden, een en dertig Januari negentienhonderd zeventien, zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Philip Sluis, sigarenmaker, geboren en wonende alhier, oud drie en twintig jaren, meerderjarige zoon van David Sluis, oud negen en veertig jaren, koopman en Rebecca Gobets, oud een en vijftig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier en
Mietje Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud vijf en twintig jaren, meerderjarige dochter van Isaac Roodveldt, oud drie en vijftig jaren, werkman en Sophia Lisser, oud vier en vijftig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier. Beider ouders verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den twintigsten dezer.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Marcus Lisser, grootvader der echtgenoote, zonder beroep, oud tachtig jaren en Jozef Sluis, broeder der echtgenoots, venter, oud twee en twintig jaren, beiden wonende alhier.
Heden twee Januari negentienhonderd zeven zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Hijman van Lochem, sigarenmaker geboren en wonende alhier, oud een en twintig jaren, meerderjarige zoon van Salomon van Lochem, sigarenmaker en Keetje Wittenburg, wonende alhier ter eener en
Kaatje Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud achttien jaren, minderjarige dochter van Isaac Roodveldt, werkman en Sophia Lisser, wonende alhier, ter andere zijde.
En verklaarden beider ouders voor mij tegenwoordig toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huweijk zijn onverhinderd geschied, alhier den drieentwintigsten en de dertigsten December laatstleden.
Ik heb de aanstaande echtgenooten afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam de wet, uitspraak gedaan dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig
Marcus Lisser, grootvader der echtgenoote, zonder beroep, oud zeventig jaren. Levie Deen, koopman, oud vijf en vijftig jaren, Salomon Rozelaar, koopman, oud acht en zestig jaren en Gerrit Agsteribbe, werkman, oud vijf en twintig jaren, wonende allen alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. De moeder des echtgenoots verklaarde niet te kunnen naamteekenen als hebbende geen schrijven geleerd, tevens goedkeurende de doorhaling van (verder onleesbaar).........
Heden, twintig Juli negentienhonderd een en twintig, zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Benjamin Lopes Dias, zakkennaaier, geboren en wonende alhier, oud zes en twintig jaren, meerderjarige zoon van David Lopes Dias, oud drie en vijftig jaren, werkman en Rachel Pinto, oud drie en vijftig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier en
Esther Roodveldt, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud vijf en twintig jaren, meerderjarige dochter van Isaac Roodveldt, oud zeven en vijftig jaren, werkman, en Sophia Lisser, oud negen en vijftig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier. Beider ouders verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den negenden dezer maand.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Marcus Lisser, grootvader der echtgenoote, zonder beroep, oud vijf en tachtig jaren en Salomon Jacques Ephraim, kleermaker, oud negen en twintig jaren, beiden wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.