Abigael NABARRO |
Heden zeventien October negentienhonderd negen en twintig, zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Jesaia Roodveldt, kleermaker, geboren en wonende alhier, oud zes en twintig jaren, meerderjarige zoon van Isaac Roodveldt, oud zes en zestig jaren en Sophia Lisser, oud zeven en zestig jaren, beiden zonder beroep en wonende alhier en
Veronica Nabarro, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud dertig jaren, meerderjarige dochter van Isaac Nabarro, diamantslijper en Kaatje Diamant, zonder beroep, beiden wonende alhier. De ouders des bruidegoms verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De afkondigigng tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, den acht en twintigsten September laatstleden.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigd werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Abigael Nabarro, zuster der echtgenoote, zonder beroep, oud een en veertig jaren, wonende in de gemeente 's-Gravenhage en Mozes Roodveldt, broeder des echtenoots, bestuurder eener vakvereeniging, oud negen en dertig jaren, wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.