SCHIERMONNIKOOG, 3 Febr. Schipper Wopke Fenenga, van de reddingboot der Noord- en Zuidhollandsche Reddlngmaatschappij op Schiermonnikoog, is vanmorgen in den ouderdom van 51 jaar overleden. Fenenga had gisteren nog de leiding op zich genomen van een reddingsbrigade, welke van het eiland vertrokken was om de twee heeren en vier dames, die van de Groningsche kust over het ijs het eiland probeerden te bereiken en vermist werden, op te sporen. Kort na het vertrek van het eiland was hij echter onwel geworden en naar huis teruggekeerd. Vanmorgen is hij aan den binnenkant van den dijk gevonden. Het bleek, dat een hartverlamming hem had getroffen. Fenenga was nog slechts gedurende betrekkelijk korten tijd schipper van de reddingboot.
vrijgeloot voor militaire dienst
Gedaagd te Leeuwarden op 24 october 1923
Wopke Fenenga (schipper) 35 jaar oud wonende te Schiermonnikoog
beschuldigd van heling
uitspraak 24 october 1923: nv 75 of 2 maanden hechtenis
signalement uit militieregister:
lengte 1 M 756 millim.
Wobke Fenenga Een merkwaardige figuur.
In verband met het tragisch sterfgeval van Wobke Fenenga schrijft het Hbl.:
Schiermonnikoog is in rouw gedompeld nu Wobke Fenenga dood is. Met een paar woorden stond er vermeld, dat de schipper van de reddingboot op het eiland aan de binnenkant van de dijk gevonden was, getroffen door een hartverlamming. Fenenga echter was meer dan schipper van de reddingboot, veel meer zelfs. Daarom zal Schiermonnikoog hem heel erg missen.
In vele opzichten was hij een merkwaardige figuur; een zonderling, zoo men wil. Hij was een zoon van het eiland en hij had een opleiding gevolgd, die vele eilanders volgen: die van stuurman bij de groote vaart. Als jonge kerel had hij aldus het eiland verlaten om te gaan zwerven over de zeven wereldzeeën. Maar hij was niet als rustend gezagvoerder teruggekeerd. Vóór hij was opgeklommen tot de hoogste rang ter koopvaardij had een ongeluk hem ongeschikt gemaakt voor de dienst op de brug; hij had een oog verloren bij het afschieten van een vuurpijl. Een tijdlang tijdens de wereldoorlog heeft hij toen nog gevaren als schipper op een schoener, waarmede hij als vrachtzoeker in oude trant de wilde vaart beoefende. Van IJsland tot de Golf vanBissaye [sic] placht hij rond te zwerven met zijn scheepje, dat hij Mars" had genoemd. Lang hield hij dit echter niet vol. Als een dertiger, verliet hij de groote vaart.
Lang, mager en tanig was hij toen hij terugkeerde naar zijn geboortedorp op het eiland. Hij nam er zijn intrek ten huize van zijn bejaarde moeder en vond er gemakkelijk een bestaan. In de zomer placht hij maanlichtexcursies op de Wadden te organiseeren met zijn eigen boot De Monnik"
De eenoogige maanzoeker was echter tevens bardenzanger. Des avonds kon men hem dikwijls treffen in de taveerne, omringd door een schare vrienden en vereerders. Als hij dan goed gemutst was, richtte hij zich op en declameerde of zong een der oeroude liederen, waaraan de folklore van Schiermonnikoog zoo rijk is. Hij kende ze alle en hij wist ze naar waarde te schatten. De eilanders waardeerden het, dat hij het eigene levend hield.
Het spreekt welhaast vanzelf, dat Wobke Fenenga telken jare de leider was van het Kallemooi-feest, dat omtrent Pinksteren pleegt te worden gevierd. Een merkwaardig feest met een duistere symboliek. Eenige dagen vóór Pinksteren wordt er bij een der eilandbewoners een haan uit het hoenderhok gestolen. Die wordt dan met wat voer en drinkwater in een mand opgesloten. En des Zaterdags vóór Pinksteren wordt deze mand aan een lange mast op het dorpsplein omhoog geheschen. De jeugd pleegt te dansenen te zingen rondom de mast. In de avond van de tweede Pinksterdag wordt de haan weer bevrijd en het dier herkrijgt de vrijheid. Feninga wist aan deze gebeurtenis telkens fleur en kleur te geven.
Ook bij vele andere gelegenbeden was Fenenga vooraan. Hij was een ontwikkeld man geestig en moedig tegelijk, vol avonturendrift. Hij was een gecultiveerde boekanier, een zilte bohémien; een kerel, die alleen z'n vrijgezellenleven leefde. Hij was niet afkeerig van maatschappelijk verkeer met z'n mede-eilanders, maar hij ging, wat hij ook deed en waar hij ook was, nimmer in de menigte op. Dat hij de leiding nam bij het zoeken naar de zes waaghalzen, die te voet over het ijs zonden komen, was welhaast vanzelfsprekend. Dat hij evenwel nog diezelfde dag de dood zou vinden, deed een huivering gaan over het geheele eiland. Als een die een uitzondering maakte op de rest, had hij geleefd; in eenzaamheid is hij gestorven.
Schiermonnikoog zal zijn nagedachtenis lang heugen.
[Nieuwsblad van Friesland: Hepkema's courant 7 februari 1940]
een vergelijkbare necrologie verschijnt in De Sumatra Post van 21 februari 1940
huwelijksacte Klaas Onnes/Tjitske Steegstra (1915)
huwelijksacte Marten de Groot/Margaretha Elles (1930)
overlijdensacte Wopke Fenenga (1940)
[delpher.nl] de Standaard 5 februari 1940
bevolkingsregister Schiermonnikoog 1880-1890 blad 59
bevolkingsregister Schiermonnikoog 1890-1900 blad 76
Bevolkingsregister Schiermonnikoog 1900-1923 blad 121
AlleFriezen Rolboeken inv 103 actenr 550
Nieuwsblad van het Noorden 5 februari 1940
www.begraafplaatsschiermonnikoog.nl