(1) Il est marié avec Roelofjen Pieters Ebeling.
Ils se sont mariés avant le 28 octobre 1781.
Enfant(s):
(2) Il est marié avec Femmegien Roelofs Nijsingh.
L'autorisation pour le mariage a été obtenu le 20 avril 1783 à Koekange.Source 1
Ils se sont mariés avril 1783 à Hoogeveen, il avait 27 ans.Koekange, trouw-, begraaf- en lidmatenboek (1715-1812; DTB 76), 20 april 1783, pagina 254
1e proclamatiedatum: 20-04-1783.
Bruidegom: Egbert van Oosten, weduwnaar; herkomst: Hogeveen; met attestatie van Hogeveen.
Bruid: Femmigje Roelofs, jongedochter; herkomst: Hogeveen; met attestatie van Hogeveen.
NB: getrouwd te Hogeveen.
Enfant(s):
Oude Staten Archieven, inv.nr. 868, Haardstedegeld Echtens Hoogeveen: Hollandse rot, 1784 (1784), pagina 1315 Vermelding: Egbert van Oosten keut. Bedrag: ƒ 02-00-00
Oude Staten Archieven, inv.nr. 868, Haardstedegeld Echtens Hoogeveen: Hollandse Veldse rot, 1794 (1794), pagina 1359 Vermelding: Egbert van Oosten heeft een Praam Bedrag: ƒ 04-00-00
Vermeld in het Hollandsch Rot in 1784 op nr 74, betaalt f.4-0-0;
Momberprotocol van 29 maart 1783:
wegens hertrouwen van Egbert van Oosten, weduwnaar van Roelofjen Pieters, met Femmegien Roelofs Nijsing;
Tot hoofdmomber wordt benoemd: Jan Roelofs van Annen;
Tot medemombers worden benoemd: Willem Manting bij provisie van Jan Wolters op Bonnerveen, Jan Slot van Oosten en Reinder van Oosten;
Kind: Eén (Arent);
Boedel: Alleen huishoudelijke inboedel.
Drents archief 0331 Honeroth (Hierbij bevinden zich ook stukken van het aanverwante geslacht Hebelinge) 1791-1798: Stukken betreffende het proces tussen Egbert Arents van Oosten, weduwnaar van Roelofje Pieters, en na zijn dood zijn weduwe Femmegien Roelofs Nijsingh, en Lammegien Pieters enerzijds, tegen Jantien, Frerikje, Janna en Harmina Pieters van de Dikninger molen anderzijds, over de verdeling van de nalatenschappen van Pieter Harms en Hendrikje Roelofs, ouders van Roelofje, Lammegien, Jantien, Frerikje, Janna en Harmina Pieters, en de nalatenschap van Jacobje Pieters, hun zuster
Momberprotocol van 30 april 1807: wegens hertrouwen van Femmigje Nijsing, weduwe van Egbert van Oosten, met Egbert Veldman, weduwnaar van Roelofje Jans Peggeman;
Tot hoofmomber wordt benoemd: Reindert van Oosten;
Tot medemombers worden benoemd: Jacob van Oosten, Harm Alberts Koster, Jan Berends Bakker b.a.v. Jan Nijsingh te Amsterdam en Egbert Kramer in Exlo;
Getuigen zijn: Jan Veldman, A.A.van Oosten en Jacob Alberts; J.B.Tekelenburg, Derk Veldman, Stoffer Aalders en Pieter Jans Peggemans;
Kinderen: Roelof 22 jr, Annegje 19 jr, Jan 17 jr en Borghart 14 jr;
Boedel: Alleen huishoudelijke boedel;
Er wordt een acte van kindschap opgemaakt.
Momberrekening van 24 mei 1808: betreffende Arend Egberts van Oosten, thans meerderjarige zoon van Egbert Arends van Oosten en Roelofje Pieters Ebeling;
Hoofdmomber is: Hermannus Derks ten Kate;
Medemombers zijn: Reynder van Oosten en Jan Slot van Oosten;
Saldo der boedel: ƒ. 332-16-0;
Grootvader van pupil is Pieter Herms van Dickninger Molen; zijn stiefmoeder is Femmigje Nijsingh, weduwe van A.E.van Oosten, thans getrouwd met E.Veldman.
Egbert Arents van Oosten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) < 1781 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Roelofjen Pieters Ebeling | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1783 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Femmegien Roelofs Nijsingh |