Elle est mariée avec Ansegisel.
Ils se sont mariés
Enfant(s):
BEGGA (-[693, 698 or 709]). The Annales Xantenses name "Begga" as the second daughter of Pépin and record her marriage with "Anchisus dux egregius filius Arnulfi epicopi Mettensium"[25]. Her position in this source as junior to her sister Gertrudis may be due to the latters standing as a religious figure. The Vita Beggæ (dated to [1080/90]) names duarum filiarum...unam...Beggam, alteram...Gertrudem as the children of Dux Pipinus Regni Francorum and his wife Yduberga[26]. Sigebert's late 11th century Chronica records in 649 that "Ansigisus filius sancti Arnulfi" had married Begga soror Grimoaldi[27]. Settipani highlights that other events in the same paragraph of Sigebert can be dated to [643/44], but also that Werner has dated the marriage to [630/40] (Settipani adds sans bonne raison à notre sens)[28]. Both estimates appear to be little more than guesswork. Sigeberto's Vita Landiberto episcopi Traiectensis names "Pippinus principes Francorum sanctæ Beggæ matris eius"[29]. The Vita Beggæ (dated to [1080/90]) records that Begga retired to monasterio germanæ suæ Gertrudis[30]. This event can be dated to [689/97] if it is correct, as reported by Ghesquière, that a biography of St Gertrude records that Begga retired to her monastery 33 years after her sister died (her death is recorded variously between [656/64])[31]. The Annales Xantenses record the death in 698 of "Sancta Begga mater Pippini ducis"[32]. The Annales Laubienses record the death in 709 of Begga sanctæ Gertrudis germana[33]. m ([643/44]) ANSEGISEL, son of ARNOUL Bishop of Metz & his wife [Doda] (-killed [655/65]).
[25] Annales Xantenses 650, MGH SS II, p. 219.
[26] Ghesquière (1789) Acta Sanctorum Belgii, Tome V, De S. Begga vidua, Caput I, 1.
[27] Sigeberti Chronica 640, MGH SS VI, p. 324.
[28] Settipani (1993), p. 152, citing Eckhardt, K. A. (1975) Studia Merovingica (Witzenhausen), p. 142, and Werner, M. (1980) Der Lütticher Raum im frühkarolingischer Zeit. Untersuchungen zur Geschichte einer karolingischen Stammlandschaft (Göttingen), p. 398.
[29] Vita Landberti episcopi Traiectensis Auctore Sigeberto xvi, MGH SS rer. Merov. VI, p. 397.
[30] Ghesquière (1789) Acta Sanctorum Belgii, Tome V, De S. Begga vidua, Caput II, 16, p. 119.
[31] Ghesquière (1789) Acta Sanctorum Belgii, Tome V, p. 120 footnote e. The precise source for the biography is unclear from Ghesquières statement. .
[32] Annales Xantenses 698, MGH SS II, p. 220.
[33] Annales Laubienses, MGH SS IV, p. 12.
Bron: http://fmg.ac/Projects/MedLands/FRANKSMaiordomi.htm#BeggaMAnsegiseldied662
De heilige Begga (±620 - Andenne, 17 december 693) was een Frankisch edelvrouw, dochter van hofmeier Pepijn van Landen, en een heiligverklaard katholiek kloosterlinge. De Collegiale kerk Sint-Begga te Andenne is aan haar toegewijd. Een relikwie van Begga wordt bewaard in de Sint-Amanduskerk te Wezeren in Vlaams-Brabant.
Begga werd omstreeks 620 geboren als dochter van Pepijn van Landen, hofmeier van Austrasië, stamvader van de Pepiniden en een katholiek zalige, en diens vrouw Ida, beter bekend als de heilige Ida van Nijvel. Begga was de zuster van Grimoald, die zijn vader opvolgde als hofmeier, en de heilige Gertrudis.
Begga huwde omstreeks 643 met Ansegisel, een hofmeier die werd vermoord, zoon van bisschop Arnulf van Metz en diens vrouw Doda van Metz. Zowel Arnulf en Doda werden heiligverklaard. Uit het huwelijk tussen Begga en Ansegisus werden verschillende kinderen geboren. Echter heerst er onzekerheid over sommige mogelijke kinderen.
Met grote zekerheid is Pepijn van Herstal (ca. 645 - 714), de latere stichter van het Karolingische rijk, een zoon van Begga.
Clothildis (ca. 650 - 692), die huwde met koning Theuderik III van Bourgondië, en heilig werd verklaard
Het is duidelijk dat verschillende van haar verwanten op een bepaald tijdstip in hun leven zich ten dienste stelden van de katholieke Kerk en sommigen zelfs werden heiligverklaard.
Na de dood van haar man en een groot deel van haar mannelijke familieleden tijdens een mislukte staatsgreep in 662, was Begga erfgename van het uitgestrekte familiebezit in het Maasdal. Als weduwe maakte ze een pelgrimstocht naar Rome en deed daar de gelofte om een klooster en zeven kerken te stichten. Pas nadat haar zoon Pepijn in 691 zijn politieke positie en zijn bezit veilig heeft gesteld, stichtte zij een klooster in Andenne, bevolkte het met nonnen uit Nijvel en werd er de eerste abdis. Begga stierf hier waarschijnlijk op 17 december 693.
De heilige Begga is de patrones van de begijnen, stotteraars en mensen met botbreuken en wordt ingeroepen tegen reuma. Het Walcherse dorpje Biggekerke is waarschijnlijk naar haar vernoemd.
Begga heeft niets met de begijnen van doen (begijnen kregen hun naam pas zo'n 600 jaar later), maar wordt vanwege de naamsovereenkomst toch vaak als begijn met kap en gevouwen handen voorgesteld.
Bron: Wikipedia
Begga van Landen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ansegisel |
Les données affichées n'ont aucune source.