Spellingvariant: François van Halmael. .
De doopsgezinde familie Van Halmael, die nu is uitgestorven, stamt af van de Vlaamse soldaat François van Halmael, die in 1572 betrokken was bij de inname van Den Briel tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Toen hij op hoge leeftijd was, ging hij over naar het doopsgezinde geloof en ging toen in Wezel in Duitsland wonen. François kreeg vijf zoons: Otto, Israël, Jacob, Isaack en Abraham van Halmael. Zij waren zijdehandelaren en hadden dus een kledingwinkel. Otto bleef in Wezel wonen, maar overleed tijdens een bezoek aan Amsterdam. Israël ging naar Rotterdam en zijn drie broers naar Amsterdam.
Nu moet nog omstreeks 1880 in het bezit van de nakomelingen van Jacob (van Halmael) geweest zijn een stuk uit 1630, waarin Jan Jacobsz. van Halmael verklaart af te stammen van de tot het adellijke Zuid-Nederlandse geslacht behorende François van Halmale, die watergeus geweest zou zijn, maar zich na de inneming van Den Briel te Wezel gevestigd had en daar tot de Doopsgezinden overgegaan was. Hij zou gehuwd geweest zijn met Margaretha de Vlamingh van Oudtshoorn, waardoor verwantschap bestond met het Amsterdamse regeringsgeslacht van die naam.
The van Halmael family, now extinct, was in the 17th-19th centuries found among the members of the Mennonite churches both Lam and Zon, at Amsterdam, where they were mostly engaged in banking. Francois van Halmael (Halmale), b. about 1530, a descendant of an old family, emigrated from Belgium. He was a soldier and was active during the capture of Brielle, Holland, in 1572. In his old age he joined the Mennonite Church, retired from all political and military business, and resided at Wesel on the Rhine, Germany.
Il est marié avec Margaretha de Vlamingh van Oudtshoorn.
Ils se sont mariés à l'église environ 1570.Source 4
Enfant(s):