Mandemaker, Cornelis Jans (d. before 1649)
Cornelis Jans Mandemaker was a Dutch Mennonite preacher, belonging to the Flemish branch, who about 1630 was ordained as elder of the Arnhem congregation by Adriaen Cornelis, elder of Dordrecht. Mandemaker was one of the moderate Flemish and in 1632 signed the Dordrecht Confession both personally and in the name of his congregation. He lived at Arnhem on Ketelstraat and apparently was a basketweaver, from which trade he or his father derived his name. The congregation met as early as 1607. Cornelis Jans died before 1649, since in this year the congregation of Arnhem had no preacher.
Aanvankelijk hield Uko Walles zich in Friesland op, vermoedelijk in Drachten, maar kort daarop vestigde hij zich in de omgeving van Aurich (Oost-Friesland). Nog in hetzelfde jaar 1637 schreef de lutherse predikant J.L. Alphusius te Ochtelbur een boekje, waarin Uko Walles’ leer werd vergeleken met die der kaïnieten. Ook verschillende doopsgezinde leiders als Jan Syvers (Emden), de Groninger Johan Barchman (Glückstadt), Douwe Jans (Harlingen) en XC.J.X (vermoedelijk Cornelis Jansz. Mandemaker te Arnhem) voelden zich genoodzaakt afstand te nemen van zijn ideeën, die volgens Barchman zou getuigen van “onverstant ende cleyne kennisse haers selfs”.
Cornelis Jansz. Mandemaker werd samen met Abraham Sprongh, van Utrecht, door de Dordtse oudste Adriaen Cornelisz. "uyt haat of twist" rond 1630 tot oudste bevestigd. Beiden ondertekenden (in 1632) de "Confessie van Dordrecht". Vanwege een conflict binnen de Oud-Vlaamse gemeente werden drie medestanders onder censuur gebracht: de Utrechtse oudste Abraham Spronck, de Arnhemse oudste Cornelis Jansz. Mandemaker en de Haarlemse leraar Pieter Joosten Bogaert.