Spellingvariant: Gele van Ewsum.
Gele van Ewsum trouwt Aepke Onsta.
De grafzerk van Aepco Onsta en Gela van Ewsum bevond zich eerst in de kerk te Wetsinge. Na de afbraak van de kerk in 1840 is de grafzerk in 1893 naar het museum te Groningen gebracht.
Op het randschrift van de zerk staat: ’Anno Domino 1564 de 28 April starf de Edele Erentfeste und Erbare Aepko Onstha tho Sauwordt Wetsingha und Verhildersum, Juncker Hoevelinck in de Ubbegha. Anno Domina 15. de. starf de Edele Erentricke und Veeldoeghsame Gela van Ewsum dochter tho Nienoert, tho Sauwert, Wetsingha und Verhildersum Frow.’ De stippeltjes moeten natuurlijk ingevuld moeten worden na de dood van Gela van Ewsum, maar dat is niet gebeurd. Tussen de figuren van Aepko Onsta, in harnas, en zijn vrouw in de klederdracht van die tijd, staat de Dood met de zeis in de ene hand en de zandloper, die de tijd aangeeft, in de andere hand. De handschoenen van Aepko en zijn zwaard en dolk liggen voor zijn voeten.
Gela van Ewsum blijft in 1564 achter met een zoon Eylco en 3 dochters. Het zijn moeilijke tijden, de beeldenstorm, het begin van de 80-jarige oorlog, vaak stropende benden soldaten, die de gewassen van’ t land vernielen of meenemen en het vee roven.De boeren kunnen hun landheer geen huur betalen en Gela en haar zoon Eylko zien zich dan ook vaak gedwongen om een jaarlijkse rente te verkopen uit hun bezittingen; dat wil zeggen. een som geld op te nemen op hun landerijen, waarvan ieder jaar rentebetaald moet worden, totdat het kapitaal afgelost wordt.
Volgens de bron Vrouwenlexicon is zij gestorven in 1570.
Elle est mariée avec Aepco Onsta.
Ils se sont mariés à l'église environ 1539.Source 4
Enfant(s):
Gela van Ewsum | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1539 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aepco Onsta |
Stamboom Friese Adel
Stamboom Helmantel; "De Ommelander ridderschap" (2003) van Redmer Alma
"De Groninger Cultuurschat: kerken van 1000 tot 1800"; http://nl.wikipedia.org/wiki/Nienoord; "Het geslacht Ewsum" van dr. M. Hartgerink-Koomans
"De Ommelander Borgen en Steenhuizen"