Il est marié avec Christina Adrianus Ruelens.
Ils se sont mariés
Enfant(s):
In het archief van de schepenbank van Alphen en Chaam wordt op 14 december 1718 de volgende akte opgemaakt, die de bezittingen en erfgenamen van Cornelis opsomt rond het Brabantse Alphen:
"Bartholomeus Cornelis Ruelens, Jan Cornelis Ruelens de jonge, Maria Cornelis Ruelens huijsvrouw van Jacobus Dens, Laureijs Cornelis Ruelens, Jan Cornelis Ruelens den oude, Helena Cornelis Horevoirts huijsvrouw van Peeter Couwenbergh geadsisteert met haeren man als haeren gecoren voogt in dese, soo voor haer selven als haer fort en sterck maekende, ende dat caverende voor haer susters, met name Cornelia en Maria kinderen van wijlen Cornelis Horevoirts en Dingena Cornelis Ruelens in hun leven echte luijden. Geerit Cornelis Horevoirts en Johannes Janssens als in procuratie hebbende van desselffe huijsvrouw wijlen Cornelis Horevoirts en Elisabeth Corstiaen Dens weduwe wijlen Adriaen van Tulder geadsisteert met Jan de Bont haeren gecoren vooght in desen als moeder en vooghdesse van haeren kinderen daer vader aff is den voorschreven Adriaen van Tulder, alle te samen kinderen en erffgenaemen van wijlen Cornelis Cornelis Ruelens en Christina Adriaen Ruelens in hun leven echte luijden, en verclaerde de voornoemde comparanten alsulcke huijsinghe en erven van de meergemelde Cornelis Cornelis Ruelens en Christina Adriaen Ruelens metten doodt ontruijmt ende naergelaeten hebben, metten andere inden minnen gescheijden en geerffdeelt te hebben in voegen en manieren hier naervolgende:
. een huijs, schuer, schaepskoij en torfschop en twee parseelen gelegen alhier onder Alphen inden gehughten van Terover
. een parseel saeijlant genaemt de Lange Bedde
. een parseel saeijlant genaemt den Breedenacker
. een parceeel saeijlant en weijde genaemt de Berens Heijninghe
. een heijvelt genaemt het Losbos
. een parseel weijde en heijde genaemt de Wolffreijt
. een parseel weijde en heijde genaemt den Goorbeemt."
Akte van de schepenbank van 3 oktober1685: Acte curatele des insolvente boedels wijlen Jan Corn: Verbaent. Cornelis Cornelis Rulens de jonge, Peter Peter Oomen, Peter Jan Rulens, Goijaert Adriaen Goijaerts, Peter Adriaen Leemans en Cornelis Janssen Verbaent alle als crediteuren van de insolvente boedel wijlen Jan Cornelis Verbaent, verklaarde geexamineert te hebben. Waerop de erfgenamen wijlen Cornelis en Jan Bartholomeus Rulens den vijfde meij 1684 voor schepenen van Alphen publiecqelijck te coope gestelt hebben en de seventhiende dese meij 1684 aen Peter Jan Rulens bijde derde ende leste se.dach? aen hoochste bieder de leste slach gegeven is ende sulcx aen coope gebleve van sekere huijs, schuer, swchop en aenstede ende lant en weijde ca. 2 buijnder, gestaen en gelegen alhier gehuchte Oosterwijck.
Akte van 2 maart 1688: erfdeling goederen van wijlen Cornelis Cornelis Ruelens: Cornelis Cornelis Ruelens voor sijn selven, Bartholomeus Cornelis Ruelens oock voor sijn selven, Corstiana Adriaen Ruelens weduwe wijlen Cornelis Ruelens in qualiteijt als vooghdesse over haere minderjarige kinderen geass: met Jan Corn. Eeltjens haer gecoren voocht in dese, en mede beneffens de eerste comparanten haer sterck maekende voor Jan Cornelis Ruelens, ende in dier qualiteijt voor de ene cavel, ende Jenneken Cornelis Ruelens weduwe wijlen Peter Oomen geass: met Jan Janssen Oomen haeren gecoren vooght in desen voor de andere cavel, Ende verclaerde sulx partijen naer getoocken blinde looten gecaevelt, gescheijden en gedeelt te sijn soo ende gelijck hier onder volght. Eerste cavel: Eerstelijck bestaet de eerste caevel in eene aenstede huijsinge, schuer, schaepskoeij, torfthuijs, hoff, landt ende driesch soo ende gelijck de selve stede te vooren bij de eerste comparanten vader gebruijcht ende gecultiveert is geweest, groot omtrent elff hondert en seven en sestich roeden, alhier tot Alphen Ter Over. Tweede caevel: Drieschen aen wedersijden vande huijsinge vande eerste caevel, enz.
Cornelis Cornelisz Ruelens | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Christina Adrianus Ruelens |
Les données affichées n'ont aucune source.