was koopman. Hij handelde onder andere in pek en teer. Hij was sinds 1665 hoofdingeland van de Beemster en werd in 1676 dijkgraaf. Vanaf 1669 raakte hij betrokken bij de vetweiderij. In compagnieën met diverse anderen werden honderden ossen in Denemarken gekocht die zich op de Beemster weilanden vet aten en vervolgens werden geslacht. Sinds 1670 verbleef hij regelmatig gedurende langere tijd in de Beemster, waar hij op zijn buiten een visvijver aanlegde en citrus-, laurier- en jasmijnbomen uit Genua liet komen. Hij had er een calèche, een speelwagen en tal van ander rijdend materieel en bootjes om zich mee te verpozen, alsmede tien geliefde paarden (met naam en toenaam genoemd), zo blijkt uit de boedelbeschrijving bij zijn overlijden, op zijn landgoed in de Beemster, in 1684. Hij trouwde met Lucretia Ortt, het huwelijk bleef kinderloos. Zijn erfgename was zijn zuster Agneta Deutz (1633-1692), de enige nog in leven zijnde zuster. Na haar dood kwam de hofstede met land in bezit van mr. Elias Coymans.
op zijn hofstede in de Beemster, kinderen overleden en weduwnaar
Il est marié avec Lucretia Ortt.
L'avis de mariage a été publié le 7 mars 1659 à Amsterdam,NL, Nederland.
Ils se sont mariés.Joseph Deutz | ||||||||||||||||||
Lucretia Ortt |
Les données affichées n'ont aucune source.