Project/Type akteBurgerlijke Stand / Geboorteakte
GemeenteTournai
InhoudsomschrijvingGeboorteakte
Aktedatum17-07-1855
Personen op deze akte:
KindGeorges Raymond Constantin Rodenbach
Geboortedatum17-07-1855
VaderConstantin Ferdinand Auguste Rodenbach
MoederGall
In 1879 begon hij aan de balie van Gent. Hij werd ook medewerker van La Flandre Libérale. Hij begon zich echter stilaan op Brussel te richten, waar hij vriendschap vond bij Camille Lemonnier (1844-1913). Hij werd ook bevriend met de schrijfster en Brugse dagbladuitgeefster Caroline Popp (1806-1891). In 1884 verbleef hij een ganse zomer bij haar in Brugge. Kort daarop verliet hij Gent voor Brussel en werd er advocaat en, net als Emile Verhaeren, medewerker van advocaat, literator en politicus Edmond Picard (1836-1924). Hij wijdde zich meer en meer aan de literatuur en werd de animator van La Jeune Belgique, waar hij onder meer zijn vrienden Maurice Maeterlinck en Charles Van Lerberghe presenteerde. Hij organiseerde een tournee in België van de Franse schrijver Mathias Villiers de l'Isle-Adam en gaf zelf voordrachten over de Duitse filosoof Schopenhauer, die hem in een groot deel van zijn werk zou inspireren.
Franstalig Belgisch schrijver en dichter. Georges Rodenbach was een van de eerste vooraanstaande Belgische letterkundigen die de Franse symbolistische dichtkunst omarmde. Hoewel hij reeds stierf op drieënveertigjarige leeftijd, neemt Georges Rodenbach een prominente plaats in de geschiedenis van het internationale symbolisme in, met zijn poëziebundels "Le Règne du Silence" (1891), "Les Vies encloses" (1896), "Le Miroir du ciel natal" (1898), en zijn bekende roman "Bruges-la-Morte" uit 1892 dat eerst als feuilleton in Le Figaro (van 4 tot 14 februari) verschen en in Journal de Bruges en daarop in boekvorm (juni) bij uitgeverij Flammarion. Dit werk kende onmiddellijk succes en werd beschouwd als een meesterwerk van het symbolisme. Het behoorde tot dezelfde kunststrekking als de schilderijen van de Belgische symbolist Fernand Khnopff, die de aangewezen kunstenaar was om het titelblad van Rodenbachs roman te illustreren.
In het wat larmoyante verhaal van de weduwnaar Hugues Viane die in Brugge komt wonen en hier denkt de reïncarnatie van zijn vrouw te ontmoeten, maar ze uiteindelijk vermoordt, is het centrale personage eigenlijk de stad Brugge. Ook al gaf hij van deze stad eerder een doodse impressie, droeg zijn boek veel bij tot de toeristische belangstelling voor de stad. Het boek wordt thans nog regelmatig heruitgegeven.
In 1877 publiceerde hij zijn eerste dichtbundel, "Le Foyer et les Champs".
In 1886 werd hij met "La Jeunesse blanche" beroemd, zowel in België als in Frankrijk.
In 1894 werd hij de eerste Belgische auteur die één van zijn werken, "Le Voile", gespeeld zag in de Comédie Française. In de hoofdrol trad de jonge Marguerite Moreno op.
In 1896 publiceerde hij Les Vies encloses, dichtbundel geïnspireerd door het occultisme (Novalis) en het Duitse romantisme. Ook Le Carillonneur (1897, uitgegeven 1926), Au dessus de la Vie, evenens op Brugge geinspireerd, is van zijn hand. Toen Rodenbach in de Opera van Parijs aan koning Leopold II werd voorgesteld, zegde die hem een beetje sarcastisch: "Vous avez dit Bruges-la-Morte, Monsieur? Plus pour longtemps. Nous allons mettre des trams là de dans."
In 1888 vestigde hij zich in Parijs en werd voltijds schrijver van prozaverhalen en gedichten, naast correspondent van de Journal de Bruxelles, voor wie hij in de loop der jaren meer dan vierhonderd 'Lettres Parisiennes' schreef. Hij knoopte vriendschap aan met Stéphane Mallarmé, Alphonse Daudet, Edmond de Goncourt en Auguste Rodin, van wie hij een felle verdediger werd in Le Figaro. Marcel Proust was een van zijn bewonderaars. Rodenbach publiceerde regelmatig in Le Figaro, onder meer een reeks "Agonies de villes", waarin hij steden zoals Brugge, Gent, Middelburg (Walcheren) en Saint-Malo portretteerde.
Hij liep middelbare school in het Sint-Barbaracollege, waar hij Emile Verhaeren leerde kennen. Daarna studeerde hij rechten in Gent en in Parijs.
1878, 1889.
Rodenbach kreeg een uitvaart op 28 december 1898 in de François-de-Saleskerk. Hij werd begraven op Père Lachaise. De beeldhouwster Albert Bonnard ontwierp een bronzen grafsteen.
Georges Minne maakte een beeldhouwwerk ter ere van Rodenbach. Het werd op 13 juli 1903 onthuld in de tuin van het voormalige Sint-Elisabethbegijnhof.
Nog in 1903 richtten Emile Verhaeren en Camille Lemonnier een brief tot het stadsbestuur van Brugge met de vraag een straat naar Georges Rodenbach te noemen, waar dan een standbeeld van hem zou kunnen worden opgericht. Het stadsbestuur ging daar niet op in.
In 1948 gingen herdenkingen door in Gent, Doornik, Brugge en Parijs.
In Gent werd aan het huis van de Rodenbachs in de Frère-Orbanlaan een gedenkplaat aangebracht, ontworpen door Geo Vindevoghel.
In Brugge werd een pélerinage Rodenbach georganiseerd op 29 mei 1948, door de Association des écrivains belges, section Flandres, ter plekke geholpen door Firmin Cuypers en Marcel Wyseur. Er kwamen slechts 12 deelnemers opdagen, onder wie de weduwe en de zoon van de schrijver. De geplande wandeling werd onder de plassende regen per autocar gedaan, waarna een ontvangst plaats vond op het stadhuis, door burgemeester Victor Van Hoestenberghe.
Dezelfde Association, ondersteund door de vereniging Les Amis de Bruges, huldigde op 19 december 1948 in Brugge een bescheiden bronzen plaat in, een werk van Geo Vindevoghel ter herinnering aan Georges Rodenbach. Het werd geplaatst op de gevel van het huis De Roode Steen. De plaat werd bekostigd door de familie Rodenbach en door de Association.
In 1992 werd een tentoonstelling in Brugge aan Rodenbach gewijd en kreeg een zaal in de stadshallen de naam Georges Rodenbach.
Dat jaar verscheen ook het gedenkboek Het Stille Brugge. 100 jaar Bruges-la-Morte, met huldeartikels door Fernand Bonneure, Marcel Vanhoutryve en Karl Puype en met de oorspronkelijke tekst van Bruges-la-Morte.
Sinds 1996 wordt door de Koninklijke Gidsenbond van Brugge een wandeling aangeboden In de voetsporen van Georges Rodenbach.
Op 26 november 2005 organiseerde Jo Berten in Brugge een symposium Georges Rodenbach.
De beeldhouwster Albert Bonnard ontwierp een bronzen grafsteen.
Oorzaak: Blindedarmontsteking
Il est marié avec Anne Marie Urbain.
Ils se sont mariés en l'an 1888 à Parijs, 75000, Ile de France, F, il avait 32 ans.
Getuigen: François Coppée; Villiers de l'Isle Adam.
Enfant(s):
Georges Raymond Rodenbach | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1888 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anne Marie Urbain |