Hij overleed in zijn huis te Driebergen. Na een rouwdienst in de N.H. Kerk te Driebergen is hij begraven naast zijn vrouw op de Oude Algemene Begraafplaats te Driebergen-Rijsenburg.
Il est marié avec Jeannetta Catharina Fredrika Beindorff.
Ils se sont mariés le 30 octobre 1889 à Rotterdam , il avait 23 ans.Source 4
Getuigen: Adolf Henrich de Heer, 24, depôthouder, Johannes Willem Muijser, 32, bediende, neven van den bruidegom, Willem Fredrik George Lodewijk Heniger, 43, zonder beroep, behuwdbroeder der bruid, en Pieter Marinus Wembeck, 51, behanger, wonende allen alhier.
Zij wonen:
(1891) Rotterdam, Zwartjanstraat 42, (1893) Erasmusstraat 61, (1896) Noordmolenstraat 75, (1897) Noordmolenstraat 73, (1901) Noordmolenstraat 71; (na 28.03.1908 (voetnoot 1)) s Gravenhage; Zeist; 13.04.1921 Driebergen, na annexatie op 01.05.1931 gemeente Driebergen-Rijsenburg, Melvill van Carnbeelaan 16, 01.12.1956 vernummerd tot Melvill van Carnbeelaan 22.
(1) In zijn herdenkingsboekje Een gezegend vrouwenleven meldt Johannes bij een foto van zijn gezin, dat die 20 jaar geleden bij de verhuizing naar s Gravenhage is gemaakt.
Enfant(s):
De naam van Johannes de Heer is onlosmakelijk verbonden aan het Zoeklicht, de vereniging voor evangelisatie die hij in 1919 oprichtte. Johannes groeide op in een hervormd milieu, maar nam daar als jongen afstand van. Hij kwam terecht bij de Zevendedags Adventisten maar brak daarmee vanwege de visie op de Sabbat. De Heer raakte betrokken bij interkerkelijke opwekkingsbijeenkomsten van de Nederlandse Tentzending. Na de 1e wereldoorlog sloeg hij evenwel pas goed zijn vleugels uit met zijn Maranatha-boodschap, waarin het verlangen naar de wederkomst sterk doorklonk. Inmiddels was hij al bekend geworden door zijn zangbundel, waarvan in 1905 de 1e editie verscheen. In 1924 was hij betrokken bij de oprichting van de NCRV waarvan hij ook vele jaren lid van het hoofdbestuur was en voor de radio vele uitzendingen met geestelijke liederen en toespraken verzorgde. Zijn zoon Samuel Johannes de Heer nam na de dood van Johannes de leiding van het Zoeklicht over. Diens zoon Samuel Johannes de Heer was penningmeester. Zijn zoon J. de Heer is hervormd predikant, hij stond o.a. in de Nicolaïkerk te Utrecht. Met zijn boek over de Openbaringen treedt deze in de voetsporen van zijn overgrootvader.
Johannes begon zijn loopbaan in 1879 op dertienjarige leeftijd als winkelbediende bij muziekhandel Lichtenauer en vervolgde die vanaf 1886 bij Alsbach, beide te Rotterdam. Op 1 januari 1898 stichtte zijn eigen orgelhandel, omstreeks 1905 gevolgd door een eigen muziekhandel en -uitgeverij en vanaf ca 1913 had hij ook een orgelfabriek, alle onder de naam "Joh. de Heer".
Adressen van zijn bedrijven: (1901) Noordmolenstraat 71, orgelhandel, (1902) tevens harmonikas, (1903) tevens blaas- en strijkinstrumenten, (1905) tevens muziekuitgeverij, (1906) plus twee filialen, Pupillenstraat 101 en Rosestraat 12, (1907) nog maar één filiaal, Hoogstraat 110, (1909) ook een depot voor Amerikaanse orgels, Rosestraat 24, (1910) Noordmolenstraat 71a, Hoogstraat 110 en Rosestraat 50a, (1913) hoofdvestiging, nu ook orgelfabriek, Oostzeedijk 330-332, filialen Noordmolenstraat 71a en Rosestraat 50a, (1914) Oostzeedijk 328-332, filiaal Noordmolenstraat 71b, (1920) hoofdkantoor Schiekade 210, orgelfabriek Walenburgerweg 83a-b, winkels Oostzeedijk 324-332 en Noordmolenstraat 71b, (1923) firmant Johan Kreisel (schoonzoon van het echtpaar De Heer). Anno 2016 is muziekinstrumentenhandel Joh. de Heer gevestigd aan de Leeghwaterstraat 46-47 te Sliedrecht.