Via Genlias: BS Barneveld Ovl. 1841 akte nr. 6 d.d. 08.01.1841.
Il est marié avec Steventje Teunissen van Essen.
Ils se sont mariés avant le 1806 à .
Enfant(s):
Kinderen:
1. Hendrikje Aartsen van Zomeren, geb. Garderen (Barneveld) 17-08-1806, ovl. Garderen (Barneveld) 17-10-1846, tr. Barneveld 02-12-1825 (als Hendrikje Aartsen) Willem van Voorthuizen, geb. Lunteren 26-04-1798, ovl. Garderen dorp 29-10-1846, korenmolenaar (1825), zn. van Wouter Gerritsen van Voorthuijsen, korenmolenaar op de Walderveense Molen, en Jantje Heijmen van Middeldorp, molenaarster. Hieruit verder nageslacht bekend (6 kinderen geboren te Garderen 1826-1846).
2. Teunis van Zomeren, geb. Barneveld 1810/1811, ovl. Barneveld 01-10-1884, molenaar (1884).
Ook Cornelis Aartsen genoemd.
Molenaar (1798-1840), korenmolenaar en winkelier (1818-1841) te Garderen.
Voogd over het onmondige kind van zijn broer Maas Aartsen (1789), geerfde te Garderen (1792, 1802).
Heeft, als Cornelis Aartsen te Garderen, 460,--,-- schade geleden "zo door de gevlekte Bondgenooten, als door de rampen des oorlogs" in 1795.
Bron: GA Barneveld, Schadelijsten 1795.
Neemt op 4-11-1812 te Barneveld de geslachtsnaam Van Zomeren aan.
Bron: Crebolder, l.c.
Patentschuldig te Garderen (1818-1841), betaalt als Cornelis van Zomeren, molenaar te Garderen, 17.41 en 15.45 belasting op het gemaal te Barneveld voor het malen van 10 en 9 mud graan (1827, 1828).
Bron: GA Barneveld, Gemaallijst 1825-1828, ? www.barneveld.nl.
Inwoner van Garderen (1827), als Cornelis van Zomeren.
Cornelis Aartszen, 34 jaar, molenaar, ongehuwd, wordt in 1798 vermeld als onwillig op de lijst van Garderense ingezetenen van 18 jaar en ouder, die geschikt zijn om wapens te dragen.
Bron: ? www.barneveld.nl.
Op 12-3-1803 transporteren Willem Reynders cum suis aan Cornelis Aartzen en Jan Gerbrigsen een hoekje lands, het weg akkertje genaamt, geleegen onder kerspel en dorp Garderen langs de Oud Dorperweg, niet bezwaard, voords thiendpligtig voor 18,-- vrijgeld.
Bron: ORA Barneveld 0203, boek 846, dorp Garderen, folio 48 t/m 49, dd. 12-03-1803.
Op 9-7-1803 transporteert Cornelis Aartsen aan Rutger Mulder ofte desselvs erfgenaamen een huysje genaamt het Klooster kennelijk geleegen in kerspel en dorp Garderen, met een hoekje hofland daarbij gehoorende, zoals hetzelve is afgebaakt door twee jonge appelboompjes, waaraan noordwaards is aangelant voornoemde comparant Cornelis Aarts, oost, west en zuidwaards de gemeene mhaalschap, zijnde alleen bezwaard met twee stuivers jaarlijx aan t mhaalschap van Garder en zulks voor een somma van penningen buiten deze benoemt, waarvan comparant bij deze bekende te zijn voldaan. Geerfden zijn B.C. Rasink, Maas Rikszen.
Bron: ORA 0203, boek 846, dorp Garderen, folio 50v, 51, dd. 09-07-1803.
Cornelis Aartse van Zomeren is patentschuldig te Garderen (1818-1840/41) als korenmolenaar, winkelier in kruidenierswaren, zout, zeep, koffie, tabak, snuif, korenmolenaar met een windmolen, hennipkloppermolen, winkelier (1e,2e soort).
Bron: Crebolder et al., l.c.
Cornelis Aartsen van Zomeren | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
< 1806 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Steventje Teunissen van Essen |
Les données affichées n'ont aucune source.