(1) Il est marié avec Aaltje Mense Selles.
L'autorisation pour le mariage a été obtenu le 12 janvier 1787 à Kampen.
Ils se sont mariés le 27 janvier 1787 à Kampereiland, il avait 29 ans.(2) Il est marié avec Geertje Gerrits Buijert.
Ils se sont mariés le 30 avril 1829 à Kampen, il avait 71 ans.
Bouwman (1829), pachter van een Kamper stadserf (1775-1825), boer (1795), stadsmeijer (1809), landman (1812, 1813, 1826), landbouwer (1826, 1827), diaken 1797-1799, ouderling, 1801-1804.
Jacobus Aaltsen Prins pacht op het Kampereiland:
- erf 47, de Grote Heupe, van 04-02-1787 tot P1804 (aanvang pachtperiodes: 04-02-1787, P1794).
- erf 39, het eerste erf van de Pol, van P1804 tot P1814.
- erf 41, het tweede erf van de Pol, van P1814 tot (P1827) (aanvang pachtperiodes: P1814, P1823). Het huis op erf 41 is gedeeltelijk weggespoeld als gevolg van de stormvloed van 04/05-02-1825.
Uit dit huwelijk zijn geboren:
1. Aalt Prins, ged. Kampereiland 23-12-1787, landman (1813, 1815, 1816, 1817, 1818, 1819, 1820, 1821, 1822, 1824, 1825, 1828, 1832, 1833), veehouder (1850), ovl. Brunnepe (gem. Kampen) 11-09-1850, otr. Kampen (stadhuis) 30-04-1813, tr. Kampen 14-05-1813 PETERTIEN GERRITS (PETERTJE GERRITS, PETERTJEN GERRITS, PIETERTJE GERRITS, PETERTIEN GERRITSEN, PETERTIEN DOLFS) BOER, geb. 10-10-1790, ged. (geref.) Kampen (Buitenkerk) 10-10-1790, ovl. Kampereiland (gem. Kampen) 19-09-1831, dochter van Gerrit Adolfs Boer (Gerrit Dollefs, Gerrits Dolfs Boer) en Harmpje Egberts (Hermtje Egberts, Herrempien Egberts Jonker). In de stormvloed van 1825 verloren zij 40 koeien en 5 varkens.
2. Gerrigjen Prins, ged. Kampereiland 15-03-1789, ovl. (?) voor 12-02-1797.
3. Mense Prins, ged. Kampereiland 05-12-1790, landman (1812, 1814, 1819, 1826, 1837), landlan (1813), arbeider (1841), ovl. Kampen 01-09-1841, otr. Kampen (stadhuis) en Kampereiland 22-03-1811, otr. Kampen 29-03-1811, tr. Kampen (Bovenkerk) 07-04-1811 GERREGIEN HARMS (GERRIGJE HARMS, GERRIGJEN HARMS) DOLFS VAN DER KAMP (VAN DE KAMP), geb. Grafhorst, ged. (geref.) IJsselmuiden 28-10-1774, zonder beroep (1841, 1844, 1847), ovl. Kampen 05-06-1847, dochter van Harm Adolfs (Harm Adolphs) van der Kamp en Dirkje (Derkjen) Gerrits, wed. van Willem Willems Kanis.
4. Willem Prins, ged. Kampereiland 14-10-1792, landman (1813), boerenknegt (1826), landbouwer (1827, 1830, 1831, 1833, 1834), ovl. Kampen 30-07-1838, tr. Kampen 13-04-1826
ENGELTJE REINDERS VAN DER VEEN, geb. Kampen 21-04-1805, ged. Kampereiland 21-04-1805, dienstbaar (1826), werkvrouw (1838), dienstbode (1849), ovl. Kampen 25-07-1849, dochter van Reinder Wichers (Reindert Wiegerts) van der Veen en Grietje Hendriks Scholte.
5. Gerrigje Prins, ged. Kampereiland 12-02-1797, dienstbaar (1826), zonder beroep (1857, 1867, 1877), ovl. Kampen 24-03-1877, tr. Kampen 14-09-1826 CORNELIS BOS, ged. (geref.) Kampen (Broederkerk) 07-10-1767, landman (1812, 1828, 1830, 1832, 1834, 1836, 1837, 1839), bouwman (1826), landbouwer (1827, 1840, 1841), veehouder (1849), zonder beroep (1857), ovl. Kampen 12-08-1857, zoon van Gerrit Bos en Willemina (Willemintien) Gerrits, wedn. van Neeltje Willems Kanis.
6. Jan Prins, ged. Kampereiland 04-02-1802.
7. Jan (Jan Kobus) Prins, geb.Kampen ..-..-1804, zonder beroep (1877), ovl. Kampen 10-04-1877. BS Kampen 11-04-1877: Op 10-04-1877 is in het Boven Gasthuis ovl. Jan Kobus Prins, oud twee en zeventig jaren, zonder beroep, ongehuwd, geboren te Kampen in het jaar achttienhonderd vier, zoon van wijlen Jacobus Aaltsen Prins en Aaltje Mense Selles.
Kampen 12-01-1787: Jacobus Aaltsen Prins is jonge man van t Haatland te Kampereiland.
Kampen 30-03-1809: Jacobus Prins, pachter op het Kampereiland, vraagt aan Schepenen en Raad van Kampen toestemming om drie morgen buitendijks, de Sellerij genaamd, om te zetten te van grasland naar akkerland in plaats van drie morgen binnendijks. Schepenen en Raad van Kampen stemmen in met dit verzoek.
Den 30ste Lentemaand (Maart) 1809.
Op het Request van Jacobus Prins, Stadsmeijer op het Camper Eiland, verzoekende in plaats van drie morgen binnendijks te mogen bouwen, 3 morgen buitendijks der Sellerij genaamd.
Was geapost: Op het rapport van de Cameraars van de Stad wordt het verzoek ten requeste gedaan, geaccordeerd, en dien ten gevolgen den Suppliant gepermitteerd, de gelibelleerde 3 moren buitendijk de Sellerij genaamd te mogen scheuren in plaats van de 3 morgen binnendijks, mits zulks onder aanwijzing van de Stad Aardwerkers baas.
[In marge: Request en Apostil ieder op een zegel van f. 10 . In fidem, F. Rambonnet, secret.].
BS Kampen 27-01-1812: Kobus Prins woont op het Kampereiland. Hij ondertekent de akte inzake de geboorte van zijn kleinzoon Harm met Jakobes Prins.
Kampen 1795: Bij de volkstelling van 1795 noteerde men Kobes Prins, beroep: boer, gezinsgrootte: 11, adres: Binnen Eijland, wijk V.
Kampen 1803: Een lijst van stemgerechtigde burgers van de stad Kampen vermeldt Jacobus Prins van het Kampereiland, Broederespel.
Kampen 12-04-1811: Aaltje Menses Selles geeft toestemming aan Jochem Oldenbroek, gedoopt 29-10-1786, een zoon uit haar huwelijk met Jochem Hendriks Oldenbroek, om te trouwen met Engeltje Willems Kanis, weduwe van Gerrit Koetze, uit Kampen.
Kampen 29-10-1787: Reier Jochems Vinke verklaart schuldig te zijn aan Cobus Aaltsen Prins een bedrag van 1300 carolus guldens tegen een rente van 4 procent per jaar. Als speciaal onderpand stelt hij zijn juist gekochte slepersplaats in Kampen. Op 07-02-1791 meldt Peter Herms Schulten eigenaar te zijn geworden van de slepersplaats en alle voorwaarden over te nemen. Op 03-06-1794 meldt schuldeiser van bovenstaande te zijn voldaan.
Kampereiland 07-04-1828: Jacobus Prins gaat met attestatie over van de Gereformeerde Kerk van Kampereiland naar de Gereformeerde Kerk van Kampen.
Kampen 30-04-1829: Bij zijn huwelijk is Jacobus Aaltsen Prins bouwman wonende te Grafhorst.
Jacobus (Cobus) Aaltsen Prins | ||||||||||||||||||
(1) 1787 | ||||||||||||||||||
Aaltje Mense Selles | ||||||||||||||||||
(2) 1829 | ||||||||||||||||||
Geertje Gerrits Buijert |
Les données affichées n'ont aucune source.