Kaveling - SAA OAM Bundel 76 - 30-01-1717 - Moorsel (Joos Aerts x Catharina Buyl) Caevelinghe scheedinghe ende deelinghe die bij desen sijn doende de respectieve hoirs van wijlent Joos Aerts met Catharina Buyl geleyt in vijf egaele cavels geteekent met de letteren A tot E inden maniere als volgt.
Kavel A is te lote gevallen op Catharina Aerts en zal hebben en voor erfelijk gebruiken de helft van de "huysinghe" gestaan en gelegen binnen de vrijheerlijkheid van Moorsel Cappittel tegenover kerkhof van Moorsel naast Jacobus Caudron op "d'hoors sijde t'selve huys in het heel geextemeert op 50 ponden grooten ende sal hebben den stael ende de voorvloer, kucken met dhelft van de schauwe van beneden opwaers met den last dat hij zal contribueren in de seyns uitgaande op de voorgaande hofstede tot 4 schellingen groten per jaar behoudens dat hij niet en zal geanexeert worden van de "straet? Boutnee? maer zal behouden sijnen vuytganc naer het kerckhof mede oock sijne rede daer het van noegde sal sijn geextemeert boven den lasten hier naer gebracht? mocht op 25 (gulden?)" Item kavel B is bij lote gevallen op Jan Michiels ende sal hebben als vooren d'helft van de schauwe en het resterende van de voors huyssinghe met den last van de sijns tot 8 schellingen grooten mede oock den gront daeraen geleghen wel verstaende dat deselven caevel verobieligeert is te onderhouden de straute te onderhouden van macken en de last van boutten geprezen als vooren boven de last van sijns geextemeert op 25 gulden. Item wordt hier te lkennisse gegeven sat Adraien Reyniers in huwelijk sijnde met Maria Aerts alhier present sijnde ende axtapteert met danck ende wille ende met min te houden voor goet vast ende van goede weerden mits dat zij van de twee vooren cavels sal trecken eene somme van 16-5-4 waermede de drij vavels gelijck staen tot 16 pont 5 schellingen en 4 groot.
Item Cavel C is te loote gevallen op Jan van Schuerbeeck ende sal hebben voor hervelijck gebruych dhelft van een dagwant 80 roeden lant geleghen binnen de prochie ende baronnie van Moorsel Lande van Aelst ende sal liggen lancx het pastoorhey goet geprezen boven den last van den heerlijcken grontsijns op 5 schellingen de roede met de helft van het haut 21pont 10 schellingen.
Item de cavel D is te loote gevallen op Gaebereel van Mieghem ende sal hebben voor herfvelijck gebruyck dhelft van de voors partije van een dagwant en 80 roeden edne sal liggen naest het goet van affliegeem als vooren geprezen boven de last van den sijns op 5 schellingen de roede compt op 21 p 10 s. Item al het haut daer op staende geextemeert bij Joos Buyl ("voght" tussen de regels bijgeschreven), Geeraert van de Meersche ende Leopoldus van Limbergen mede oock de gemeyne hoors geprezen op 5 sch dese twee cavels commende te beloopen tot 5à ponden grooten behaudens dat deze twee voors cavels sijn thunnen laste neemen de eene obligatie van zestien ponden grooten capitael in proffijte van goevaert in het "sonyt"?? huys tot Aelst creyseerende des penninck sestiende ende betaelende ses wecken naer de valdagh te gestaen tegen den penninck twintigste waennoch de coors trosse sullen gebrocht worden in de reckeninghe. Aldus gecavelt ende nae ondersouck bevonden dat dese vercaevellinghe is gebuert met het trycken van blinde lootbilleyten. Getekend door Jan van Schuerbeeck, Adraein Reyniers, Jan Michiels, Joos Buyle en het merk van Gabriel van Mighem, op 30 januari 1717. Gepasseert ten overstaan van Henrick
Caudron "locko meyer van sijne meester geautoriseert", Geeraert van de Meersche en Leopoldus van Lembergen schepenen der vrijheerlijkhede van Moorsel
Joos Aerts is n van de eerste kosters die men van Moorsel kent. Hij werd vermeld in allerlei nog bewaarde documenten. Rond 1680 pacht hij te Moorsel gronden o.a. op de Kaalberg (1bunder-1dagwand-53roede weide), op St Godillenveldeken (77roede) en op het Kapelleveld (49,5roeden). Zijn pachtgronden werden in 1717 (na het overlijden van zijn echtgenote) overgenomen door zijn dochter en schoonzoon (Joanna Aerts xMichiels Jan). In de heden nog bewaarde documenten wordt vermeld (1674) dat hij een vergoeding kreeg, om gedurende n nacht van op de kerktoren de wacht te houden en alarm te luiden, als de oorlogsvoerende legers naderden. Hij kreeg ook een vergoeding voor het onderhouden van de "horlogerie" op de kerktoren. In 1688 kreeg hij van de deken een bekeuring voor dronkenschap. Een andere maal wordt hij vermeld bij een verbod zijn koeien op het kerkhof (rond de kerk) te laten grazen. (Info Bert van Goethem)
Il est marié avec Catharina Buyl.
Ils se sont mariés à l'église le 23 novembre 1667 à Moorsel.
Enfant(s):
Les données affichées n'ont aucune source.