Bron: De Monté VerLoren e.a., Bronnen van de Geschiedenis van Zeist, deel 3,
aflevering 1, 1996, uitgeverij Barjesteh, Meeuwes & Co.
HUA, domkapittel, pachtboeken, inv.nr. 1413-13, f. 222v
Evert Gijsbertss
2 september 1635
Het domkapittel geeft in pacht aan Evert Gijsbertsz. 'een erffken daer sijn
huys op staet, groot omtrent een halff mergen, met seeckere plantagie daerop
staande, daerboven de weduwe van Jan Wouterss. ende beneden 't convent van
Oostbroeck naestgelant sijn, strekkende van de Cloosterwech (bedoeld is
de Croosterwech of Kroostweg) tot aen de Hogenwech', met ingang
van 22 februari 1637. 'Verbyndende daervoor zijn persoon en goederen, d'selve
stellend onder bedwanck van allen heeren hoven, rechteren ende gerechten.
van vee, inboedel en huisraad en gereedschappen ter voldoening van voor hem betaalde schulden en ter verzekering van diens borgtochten van zoon aan vader
Enfant(s):
Verbinding met vader is niet geheel zeker. Er is een andere kandidaat, namelijk
Gijsbert Hendrikss. Deze stierf vermoedelijk voor 1617. Beiden hadden grond in
De Kroost in pacht. De overweging om te kiezen voor Gijsbert Aalbertss als
vader is gelegen in het feit dat zowel Evert als Gijsbert pachtten bij het
Domkapittel en dat de grond van beiden (en later de weduwe van Gijsbert) zeer
dicht bij elkaar gelegen moet hebben.