Généalogie Van Melzen » Jan Jans Koster (1814-1862)

Données personnelles Jan Jans Koster 

  • Il est né le 27 octobre 1814 dans Beerta 85.
  • Profession: zeeman, koopvaardij scheepskapitein.
  • Il est décédé (Y) le 11 janvier 1862 dans Shipwrecked at The Pound at Lizards Point Cornwall GB (Finsterwolde 49), il avait 47 ans.
  • Un enfant de Jan Lammerts Koster et Aafke Jans Visscher
  • Cette information a été mise à jour pour la dernière fois le 6 avril 2021.

Famille de Jan Jans Koster

Il est marié avec Anna Jans Visscher.Source 1

Huwelijk 20-03-1840 Finsterwolde Bruidegom Jan Jans Koster, zeeman Geboren Beerta Vader Jan Lammerts Koster, veearts Moeder Aafke Jans Visscher Bruid Anna Jans Visscher Geboren Finsterwolde Vader Jan Hindriks Visscher, visscher Moeder Anje Albertus Wolthek, bakkersvrouw Bron Huwelijksregister Finsterwolde 1840 Aktenummer 1
beroep bruidegom: zeeman; beroep vader bruidegom.: veearts; beroep vader bruid: visscher; beroep moeder bruid: bakkersvrouw

Ils se sont mariés le 20 mars 1840 à Finsterwolde 1, il avait 25 ans.


Enfant(s):

  1. Jan Jans Koster  1840-1862
  2. Aaffien Koster  1844-1926 
  3. Anje Koster  1846-1945 
  4. Albert Jans Koster  1849-1939 
  5. Alida Koster  1852-1935 
  6. Anna Margerita Koster  1855-1945 


Notes par Jan Jans Koster

Maten Het schip (Brik) 1859 Dollard Einde: (1861) Bij Breskens aan de grond geraakt en voor wrak verkocht. Specificaties van het schip Bouwjaar: 1859 Einddatum: 1861 Leeftijd: 2 jaar Bouwplaats: Hoogezand Werf: Ipe Annes Hooites Afmeting (m): 30,74 X 5,00 X 3,09 Tonnage: 211 Kapitein(s) 1859 - 1861 Jan Jans Koster Finsterwolde Eigenaar(s) 1859 - 1861 Jan Jans Koster Finsterwolde
Maten Piet's Scheeps Index Jan Jans Koster  (1813-1863) Kapiteinsvlag W43 - Wildervank (±1860) Kapitein Periode woont te Schip scheepseigenaar 1841 - 1844 Wildervank Martha Elisabeth 1841 - 1853 Jan Jans Koster Wildervank 1845 - 1853 Wildervank Martha Elisabeth 1841 - 1853 Jan Jans Koster Wildervank
1853 - 1859 Finsterwolde Zeeploeg 1853 - 1859 Jan Jans Koster Finsterwolde 1859 - 1863 A.H. v.d. Wal Veendam 1863 - 1866 H. Siegers Groningen 1866 - 1867 A. Schram Finsterwolde 1859 - 1861
Dollard 1859 - 1861 Jan Jans Koster Finsterwolde 1862 - 1862 Finsterwolde Dollard 1862 - 1862 Jan Jans Koster Finsterwolde Schepen in eigendom 1841 - 1853 Martha Elisabeth Wildervank 1853 - 1859 Zeeploeg Finsterwolde 1859 - 1861 Dollard Finsterwolde 1862 - 1862 Dollard Finsterwolde
Kapiteinsvlag GR34 - Groningen (±1860) Kapitein Periode woont te Schip scheepseigenaar 1859 - 1861 Anna Maria U.J. Reinders 1859 - 1861 Hoogezand 1863 - 1866 Zeeploeg 1853 - 1859 Jan Jans Koster Finsterwolde Groningen 1859 - 1863 A.H. v.d. Wal Veendam 1863 - 1866 H. Siegers Groningen 1866 - 1867 A. Schram Schepen in eigendom 1863 - 1866 Zeeploeg Groningen
Het schip 1858 Udonia (Brik) 1862 Dollard (Brik) Meer informatie over dit schip Uit de officiële akte (49) van protest Burgelijke Stand Finsterwolde 1862: “… Frans de Roos, enige overlevende van de equipage … van het schip Dollard,van en behoorende tot Finsterwolde in de Nederlanden, groot honderd last volgens bijlbrief, komende van Triëst, en bestemd naar Falmouth om orders met eene lading omtrent eelhonderd quarters tarwe, die in persoon te Penzance aankwam, des avonds te acht uren, op gezegd schip aan lager wal verzeild zijnde in …en met verlies van voorraden en zeilen, gisteren morgen in een zware storm uit het Z.W te W. op het strand werd gedreven tegen de hoge rosten aan de Rill Point in de nabijheid van de Lizard en verbrijzeld en met deszelfs lading geheel vernietigd werd en verloren ging, en noteerde zijn protest tegen de gevaren der zeeën, waardoor boven het totale verlies van schip en lading de volgende zes personen ongelukkiglijk hunnen dood in de golven gevonden hebben: Jan Koster, kapitein, Jan Koster jr., stuurman, ¬Albert Boon, kok, Dowe Visser¬, zwaar matroos, en Jan Wibenga en Ari Beverwijk, ligt matrozen, die met deze comparant, Frans de Roos, de gehele equipage uitmaakten van het gezegde schip, dat in alles uit zeven personen heeft bestaan, en tegen alle verliezen, vertragingen en onkosten, die daaruit mogten ontstaan, voor zig het regt reserverende om hetzelve te extenderen voor eenigerlei en alle gevolgen die hij hierna dienstig mogt oordeelen.

Matroos Frans de Roos was de enige overlevende.

Later is 1 stoffelijk overschot geborgen en of het kerkhof te Mullion begraven.
Dollard I: Het schip (Brik)   1859 Dollard Einde: (1861) Bij Breskens aan de grond geraakt en voor wrak verkocht. Specificaties van het schip Bouwjaar: 1859 Einddatum: 1861 Leeftijd: 2 jaar Bouwplaats: Hoogezand Werf: Ipe Annes Hooites Afmeting (m): 30,74 X 5,00 X 3,09 Tonnage: 211
Type: Brik Een kielschip met twee vierkant getuigde masten, met stengen, en met stagzeilen. Aan de achtermast zit het brikzeil (langsscheeps zeil). Er is een boegspriet en een kluiverpen als verlenging van de boegspriet. Het schip is vrij kort gebouwd, snel en wendbaar. Voor een vrij klein zeilschip is er een relatief grote bemanning nodig.
Jan Jans Koster , geb. Beerta 27 - 10 - 1814, kapitein ter kustvaart, verdronken voor de kust “at the Pound at Lizard Point” van Penzance, Cornwall, 10 - 1 - 1862 of 11 - 1 - 1862 (datum van aangifte Finsterwolde akte 49, 10 - 7 - 1863, dat is 18 maanden later) , hij voer in 1862 met een door hem aangekocht schip Dollart II ter proefvaart, hierna moest alsnog het schip betaald worden (zie 19), met hem verdronken 6 anderen, waaronder zijn zoon Jan Koster (e r was één overlevende ) , tr. Finsterwolde 20 mrt 1840 .
Kopie beschrijving De Dollart I en De Dollart II, en de familie Koster te Finsterwolde 1859 - 1862. Kopieën van brieven van en aan J.J. Koster Sr en Jr aan boord van De Dollart I en De Dollart II o.a. met de ondergang van beide schepen. Tussen de brieven commentaar door mw A.S.C. van Meurs - Schrijfsma, als bijdrage deel stamboom Fam. Koster. 15 blz elders overleden, scheepsramp 6 man verdronken, 1 overlevende (matroos De Roos), beroep overl. kapitein. Invnr H349 Museum Maritiem Museum Rotterdam. Collectie Handschriften Collectie handschriften. Titel Kopieën van brieven van en aan J.J. Koster Sr. En Jr. aan boord van De Dollart I en II. 1859. Trefwoorden brieven. N,B, De weg van Finsterwolde naar Hoogezand en Foxhol was in 2011 25 - 30 km.
DOLLARD - ID 15509 In dienst Onder Nederlandse Vlag tussen:1859-05-16 / 0000-00-00 Identification Data Bouwjaar: 1859 Categorie: Cargo vessel Voorstuwing Sailing Vessel Type: Brig Masten: Two masts Material Hull: Wood Dekken: 1 Construction Data Scheepsbouwer: Ipe Annes Hooites, Hoogezand, Groningen, Netherlands Launch Date: 1859-03-00 Delivery Date: 1859-03-22 Technical Data Net Tonnage: 211.00 tons (oude meting) Net Tonnage 2: 111.00 lasts Length 1: 30.74 Meters Registered Beam: 5.00 Meters Registered Depth: 3.09 Meters Registered Zeebrieven en Turksche passen Record type Zeebrief Zeebrief jaar: 1859 Datum agenda: 1859-05-16 Register nr: 18590352 Scheepsnaam: DOLLAND Type: Brik Lasten: 111
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Koster, J.J. Plaats: niet gemeld Kapitein op moment van verzoek: niet vermeld Opmerkingen: eerste zeebrief
Ship History Data Date/Name Ship 1859-03-22 DOLLARD Manager: Jan Jans Koster, Finsterwolde, Groningen, Netherlands Eigenaar: Jan Jans Koster, Finsterwolde, Groningen, Netherlands Shareholder: Homeport / Flag: Finsterwolde / Netherlands

Ship Events Data 1862-01-11: Final Fate: Op reis met een lading tarwe van Triëst naar Falmouth voor orders is de DOLLARD, kapt. J.J. Koster, op 11 januari 1862, ten 7 ure, in hevige Z.W.t.W-storm, nadat het fokkera en zeilen had verloren, gestrand en wrak geslagen op de Rill-point (positie 49º58'NB en 05º17'WL), twee mijl ten westen van Kynance Cove. Van de uit zeven man bestaande equipage kon slechts de matroos Frans de Roos zich met veel moeite redden.

Gezagvoerders Datum vanaf: 1859 Kapitein: Koster, J.J. Overige informatie: kapt/eigenaar, wonend te Finsterwolde. Hij verloor, met nog vijf andere opvarenden, w.o. zijn zoon, die stuurman was, het leven bij de ramp aan zijn schip, de brik DOLLARD, op 11 januari 1862 overkomen.

Algemene informatie NRC 160162 Mullion, 11 januari. Hedenmorgen ten zeven uur strandde twee mijlen ten westen van Kynance Cove, op de zogenaamde Rill-point (opm: 49 58 N 05 17 W) de Nederlandse (en niet Hanoverse als gisteren abusief gemeld) schoenerbrik DOLLARD, kapt. J.J. Koster, van Triëst met tarwe om order naar Falmouth bestemd. Van de equipage die uit zeven man bestond, heeft zich maar één, de matroos Frans de Roos, kunnen redden. Deze sprong, toen het schip stootte op de rots en verzekert dat de kapitein en diens zoon, zijnde de stuurman, toen kort bij zijn zijde waren, doch dat hij hen niet weer gezien had. De arme schipbreukeling zal ook wel geen gelegenheid gehad hebben om er naar om te zien, want wanneer men een bijna perpendiculaire rots van circa 300 voeten op handen en knieën moet beklimmen, dan valt er niet aan te twijfelen of een enkele terugwaartse blik is dodelijk. Het is dan ook bijna als een wonder te beschouwen dat de man er het leven afgebracht heeft en het was hartverscheurend om hem half naakt en met wonden bedekt te zien, maar door de gastvrijheid van een onzer kustbewoners, de landman Handcock, werd hij spoedig verpleegd en van het nodige voorzien, waarna hij verder aan de zorgen van de Nederlandse consulaire agent werd toevertrouwd. De DOLLARD was spoedig spoorloos verdwenen. Het bovenste werd door het tij meegesleept en het onderste zonk in diep water. (opm: zie respectievelijk de PGC en LC van 210162)

PGC 210162
Penzance, 13 januari. Laatstleden zaterdag geraakte de brik DOLLARD, kapt. J.J. Koster, uit Finsterwolde, van Triëst met tarwe naar Falmouth om order, in Mount’s Bay bezet, verloor de fokkera en zeilen, werd in een hevige storm uit het Z.W.t.W. op strand geworpen en tegen de hoge rotsen te Rill-Point bij Lizard. (opm: zie NRC van 160162)

LC 210162
Leeuwarden, 20 januari. Van Penzance wordt van 13 dezer gemeld: Aangaande het schip (opm: brik) DOLLARD, kapt. J.J. Koster, van Triëst naar Antwerpen, op de rotsen van Rill-Point, bij Lizard, gestrand, wordt gemeld, dat het in diep water gezonken was, terwijl het vlottende gedeelte door het tij weggevoerd (opm: werd). De matroos Frans de Roos had zich gered met op de rots te springen, en op handen en knieën kruipende den top der klip, ongeveer 300 voeten hoog en bijna loodrecht, bereikt: de overige equipage was verdronken.
Akten Naam DOLLARD Archiefinstelling Groninger Archieven Jaar 1859 Toegang 883 Inventaris 2139 Bronnen Jaar: 1859 Bron: GRONINGER ARCHIEVEN
Omschrijving: BIJLBRIEF Archiefnummer Gron. 1859.1869.128.820
Krant: NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant: Mullion, 11 januari. Hedenmorgen ten zeven uur strandde twee mijlen ten westen van Kynance Cove, op de zogenaamde Rill-point (opm: 49 58 N 05 17 W) de Nederlandse (en niet Hanoverse als gisteren abusief gemeld) schoenerbrik DOLLARD, kapt. J.J. Koster, van Triëst met tarwe om order naar Falmouth bestemd. Van de equipage die uit zeven man bestond, heeft zich maar één, de matroos Frans de Roos, kunnen redden. Deze sprong, toen het schip stootte op de rots en verzekert dat de kapitein en diens zoon, zijnde de stuurman, toen kort bij zijn zijde waren, doch dat hij hen niet weer gezien had. De arme schipbreukeling zal ook wel geen gelegenheid gehad hebben om er naar om te zien, want wanneer men een bijna perpendiculaire rots van circa 300 voeten op handen en knieën moet beklimmen, dan valt er niet aan te twijfelen of een enkele terugwaartse blik is dodelijk. Het is dan ook bijna als een wonder te beschouwen dat de man er het leven afgebracht heeft en het was hartverscheurend om hem half naakt en met wonden bedekt te zien, maar door de gastvrijheid van een onzer kustbewoners, de landman Handcock, werd hij spoedig verpleegd en van het nodige voorzien, waarna hij verder aan de zorgen van de Nederlandse consulaire agent werd toevertrouwd. De DOLLARD was spoedig spoorloos verdwenen. Het bovenste werd door het tij meegesleept en het onderste zonk in diep water. (opm: zie respectievelijk de PGC en LC van 210162)
ZEEPLOEG - ID 14519 Terug naar het overzicht In dienst Onder Nederlandse Vlag tussen:1852-12-11 / 0000-00-00 Identification Data Bouwjaar: 1852
Categorie: Cargo vessel Voorstuwing: Sailing Vessel Type: Schooner Masten: Two masts Dekken: 1

Construction Data Scheepsbouwer: Ipe Annes Hooites, Hoogezand, Groningen, Netherlands Delivery Date: 1852-12-02
Technical Data Gross Tonnage: 72.00 lasts Gross Tonnage 2: 136.00 tons (oude meting) Length 1: 26.40 Meters Registered Beam: 4.46 Meters Registered Depth: 2.59 Meters Registered Zeebrieven en Turksche passen Record type Zeebrief Zeebrief jaar: 1852 Datum agenda: 1852-12-11 Register nr: 18520821 Scheepsnaam: ZEEPLOEG Type: Schooner Lasten: 72 Gebouwd in provincie: Groningen Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Koster, J.J. Plaats: Finsterwolde Kapitein op moment van verzoek: Koster, J.J. Opmerkingen: eerste zeebrief Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip Ship History Data Date/Name Ship 1852-12-02 ZEEPLOEG Manager: Jan Jans Koster, Finsterwolde, Groningen, Netherlands Eigenaar: Jan Jans Koster, Finsterwolde, Groningen, Netherlands Shareholder: Homeport / Flag: Finsterwolde / Netherlands
Date/Name Ship 1858-03-11 ZEEPLOEG Manager: Albert Harms van der Wal, Veendam, Groningen, Netherlands Eigenaar: Albert Harms van der Wal, Veendam, Groningen, Netherlands Shareholder: Homeport / Flag: Veendam / Netherlands Additional info: eigendoms overdracht (nog) niet gevonden
Date/Name Ship 1862-02-19 ZEEPLOEG Manager: Hindrik Siegers, Groningen, Groningen, Netherlands Eigenaar: Hindrik Siegers, Groningen, Groningen, Netherlands Shareholder: Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Ship Events Data
1858-06-01: Collision Rönne, 25 mei. De Nederlandse schoener ZEEPLOEG, kapt. A.H. van der Wal, van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) met erwten naar Leith en de Nederlandse kof ARENDINA HENDRIKA, kapt. H.O. van Wijk, van Antwerpen met dakpannen naar Riga bestemd, zijn in de nacht van 21 op 22 dezer op de hoogte van Hammaren (opm: Hammeren, Noordkaap Bornholm) in aanzeiling geweest, tengevolge waarvan laatstgenoemd vaartuig gezonken is. De bemanning redde zich op de schoener, welke in de loop van de dag met zware schade, vooral in de boeg, ter rede van Allinge ten anker werd gebracht. Men zal de ZEEPLOEG zo spoedig mogelijk naar de naastbij zijnde geschikte reparatieplaats brengen. Gezagvoerders Datum vanaf: 1852
Kapitein: Koster, I.J. Overige informatie: eigenaar Akten Naam ZEEPLOEG Archiefinstelling Groninger Archieven Jaar 1852 Toegang 883 Inventaris 2138
Naam ZEEPLOEG Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem Jaar 1862 Toegang 198 Inventaris 3174
Aantal gevonden zeebrieven: 6 Record type Datum agenda Scheepsnaam Zeebrief / Turksche pas verzocht door Plaats Kapitein op moment van verzoek Opmerkingen Zeebrief jaar Register nr
Zeebrief 1852-12-11 ZEEPLOEG Koster, J.J. Finsterwolde Koster, J.J. eerste zeebrief 1852 18520821
Zeebrief 1857-06-03 ZEEPLOEG Koster, J.J Koster, J.J Zb 1857 0
Zeebrief 1858-03-11 ZEEPLOEG Van der Wal, A.H. niet gemeld niet vermeld zeebrief 1858 0
Zeebrief 1858-03-12 ZEEPLOEG Van der Wal, A.H. niet gemeld Koster, I.I. zeebrief 1858 0
Zeebrief 1860-07-21 ZEEPLOEG Wal, A.H. van der niet gemeld niet vermeld een zeebrief 1860 0
Zeebrief 1862-03-22 ZEEPLOEG Siegers. H. Amsterdam Siegers. H. 1866/305-datum besluit nieuwe zeebrief1866-04-30; no 128- schip ligt in :Amsterdam Nr oude zeebrief : 1860/ 662 bewv reder en schipper A.H. van de Wal 1862 0
Jan Koster werd geboren te Beerta op 27 oktober 1814 als zoon van de arbeider, later veearts, Jan Lammerts Koster en Aafke Jans Visscher.
Hij trouwde op 20 maart 1840 te Finsterwolde als zeeman met Anna Jans Visscher, geboren te Finsterwolde op 26 januari 1813 dochter van de bakker Jan Hindriks Visscher en Antje Albertus Woltheck. Anna Jans overleed op 13 februari 1891 te Veendam, weduwe. Jan Janz is vermoedelijk omgekomen bij het vergaan op Rill Rocks van zijn brik “Dollard” in 1862.
Name: Jan Jans Koster Born: 27 OCT 1813, Beerta
Died: 11 JAN 1862, Shipwrecked at The Pound at Lizards Point Cornwall GB Father: Jan Lammerts Koster Mother: Aafke Jans Visscher Marriages: Spouse: Anna Jans Visscher, b: 17 JAN 1813, Finsterwolde, d: 13 FEB 1895, Veendam Married: 20 MAR 1840, Finsterwolde 1 Children: 1. Jan Jans Koster, Son, b: ABT 1834, d: 11 JAN 1862, Shipwrecked at The Pound at Lizards Point Cornwall GB De familie van Jan Jans Koster (mijn bed-overgrootvader) woonde in Finsterwolde. Vele copieën van correspondentie van deze familie zijn in mijn bezit.
Omgekomen bij het vergaan van zijn schoenerbrik "De Dollart" in "The Pound" bij "Lizzard Point" Cornwall Groot Brittannië.
Hij was onderweg van Triëst naar Falmouth met een lading graan toen zijn schip door een storm op de rotsen werd gegooid. Er was één overlevende, matroos De Roos. Na drie maanden is er een stoffelijk overschot in een grot gevonden. Dit overschot werd op de begraafplaats van Mullion begraven als "onbekende zeeman".
Ook de zoon , Jan Koster jr. kwam om het leven. Hij was de stuurman. "De Dollart" was "De Dollart II", want Jan Jans Koster had al eerder een schip verloren op de Westerschelde of Oosterschelde. Beide schepen waren zijn eigendom en in Hamburg gekocht.
Er bestaan in de familie brieven van de familie Koster naar en van hun vader Jan. vr gr Anton van Melzen Munnikplaat 62 1274 EZ Huizen The Netherlands (XXXXX@XXXX.XXX)
http://home.wanadoo.nl/a.vanmelzen/Index.htm

Dordrechtsche Courant 18 januari 1862114
Mullion, 11 Januari. Heden morgen te zeven uur strandde twee mijlen ten westen van Kynane Cove, op de zogenaamde Bill-point de Nederlandse schoenerbrik DOLLARD, kapt. Koster, van Triest met tarwe voor orders naar Falmouth bestemd. Van de equipage die uit zeven man bestond, heeft zích één (de matroos Frans de Roos) kunnen redden. Deze sprong, toen het schip stootte, op de rots en verzekert dat de kapitein en diens zoon (stuurman) toen kort bij zijne zijde waren, doch dat hij hen niet weer gezien had. De arme schipbreukeling zal ook wel geen gelegenheid gehad hebben om er naar om te zien, want wanneer men een bijna perpendiculaire rots van circa 300 voeten op handen en knieën moet beklimmen, dan valt er niet aan te twijfelen of een enkel rugwaartse blik is dodelijk.
Het is dan ook bijna als een wonder te beschouwen dat de man er het leven afgebracht heeft en het was hartverscheurend om hem half naakt en met wonden bedekt te zien, maar door
de gastvrijheid van een onzer kustbewoners (de landman Handcock) werd hij spoedig verpleegd en van het nodige voorzien, waarna hij verder aan de zorgen van de Ned. consulaire agent werd toevertrouwd. De DOLLARD was spoedig spoorloos verdwenen. Het bovenste werd door het tij meegesleept en het onderste deel zonk in diep water.

In BS-akten uit de periode 1840 t/m 1855 wordt Jan Jans Koster vermeld als koopvaardijkapitein.

Lidmaatschap zeemanscollege(s).
J.J.Koster was effectief lid van het zeemanscollege “De Harmonie” te Wildervank met vlagnummer 43 in de periode 1841 t/m 1862.

De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.J.Koster als gezagvoerder gedurende:
* 1842 t/m 1853 van de schkof “Martha Elisabeth”, gebouwd in 1841 te Wildervank, 115 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Wildervank. Het schip voer in 1854 voor kapitein/eigenaar H.E.Boswijk te Pekela en werd herdoopt in “Hendirka”;
* 1853 t/m 1858 van de 2/msch “Zeeploeg”, gebouwd in 1853 te Hoogezand, 136 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Finsterwolde;
* 1859 t/m 1861 van de brik “Dollard”, gebouwd in 1859 te Hoogezand, varend als kapitein/eigenaar vanuit Finsterwolde. Bij Breskens aan de grond geraakt en als wrak verkocht;
* 1862 van de brik “Dollard” ex Udonia, gebouwd in 1858 te Hoogezand, 174 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Finsterwolde. Het schip is vergaan op Rill Rocks.

In de serie monsterrollen in het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen wordt de naam van Jan Jans Koster 2-maal genoemd en wel:
13 mei 1841, schip “Martha Elisabeth”, kapitein Jan Jans Koster, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen en een kajuitwachter.
29 december 1852, schoener “Zeeploeg”, schipper Jan Jans Koster, 38 jaar uit Finsterwolde. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen en een lichtmatroos.
Omgekomen bij het vergaan van zijn schoenerbrik "De Dollart" in "The Pound" bij"Lizzard Point" Cornwall Groot Brittannië. Hij was onderweg van Triëst naar Falmouth met een lading graan toen zijn schip door een storm op de rotsen werd gegooid. Er was één overlevende, matroos De Roos. Nadrie maanden is er een stoffelijk overschot in een grot gevonden. Dit overschot werd op de begraafplaats van Mullion begraven als "onbekende zeeman". Ook de zoon , Jan Koster jr. kwam om het leven. Hij was de stuurman. "De Dollart" was "De Dollart II", want Jan Jans Koster had al eerder een schip verloren op de Westerschelde of Oosterschelde. Beide schepen waren zijn eigendom en in Hamburg gekocht. Er bestaan in de familie brieven van de familie Koster naar en van hun vader Jan. Het verhaal gaat dat één van de dochters met ƒ 10.000 naar Hamburg is gegaan om "De Dollardt" aan te kopen. het geld zou in de zoom van haar jurk genaaid zijn geweest.
Inventarisnummer H349 Museum Maritiem Museum Rotterdam Collectie handschriften Titel Kopieën van brieven van en aan J.J. Koster Sr. en Jr. aan boordvan Dollart I en Dollart II. Datum 1859 Trefwoorden brief Kopie Beschrijving 'De Dollart I, de Dollart II en de familie Koster te Finsterwolde 1859 -1862' Kopieën van brieven van en aan J.J. Koster Sr. en Jr. aan boord van Dollart I en Dollart II; o.a. met ondergang van beide schepen. Tussen de brieven commentaar door mevr. A.S.C. van Meurs-Schrijfsma; als bijlage deel stamboom Fam. Koster. 15 bladzijden.
Scheepvaart Binnenvaart De eerste schepen in de Veenkoloniën vervoerden vooral turf. Nadat langs de kanalen lintdorpen ontstonden werd het ladingaanbod steeds diverser.Zelfs de kermis werd aangevoerd per binnenschip en menig gezin verhuisde per schip.    
In diverse dorpen langs het kanaal werden beurtveerdiensten in het leven geroepen die regelmatige diensten onderhielden op de stad Groningen.  
De beurtveren werden onderhouden door zogenaamde snikkevaarders. Snikkediensten onderhielden regelmatige diensten voor passagiers en stukgoederen. In de 20e eeuw was de snikke vaak uitgegroeid tot een beurtveer. Men beperkte zich niet meer tot het vervoer van stukgoederen.  

Op de foto de 38 ton metende 'snikke' van De Wit  uit Wildervank, liggen de voor de machinefabriek van S. ten Horn aan de Molenstreek teVeendam, beladen met producten van de fabriek.  

Naast deze vaste diensten speelde de wilde vaart een belangrijke rol. Het aanbod van lading nam immers toe. Eind 19e, begin 20e eeuw werd steeds meer lading via de zogenaamde schippersbeurzen aangeboden. Nergens inNederland waren zoveel binnenschippers te vinden als in de GroningerVeenkoloniën.  

De turfgravers hadden een perfecte infrastructuur achtergelaten. Elke boerderij, elk woonhuis en ieder perceel land was per schip te bereiken en dat in een tijd waar vervoer over water de belangrijkste vorm van transport was. Deze goede infrastructuur lokte ook ondernemers die bedrijven langs het kanaal gingen vestigen.  
Met de groei van de dorpen en toename van het aantal bedrijven nam de vraag naar laadruimte al maar toe. In de 19e eeuw en 20e eeuw vonden honderden binnenschepen hun domicilie (thuishaven) in de GroningerVeenkoloniën.  

In 1866 waren er in een plaats als Wildervank 115 binnenschepen geregistreerd, in Hoogezand/Sappemeer stonden 96 binnenschepen ingeschreven. (Bron verslag Gedeputeerde Staten van Groningen 1866).  

De opkomst van de aardappelzetmeel- en strokartonindustrie zorgde voor nieuwe ladingen. Transport van landbouwproducten naar de fabrieken vond altijd in de herfst plaats en werd de campagnevaart genoemd. Een groot deelvan deze ladingen gingen buiten de beurs om. De schepen bezaten soms zelf ook schepen die werden bevaren door zogenaamde fabrieksschippers.  

Turf werd ook voornamelijk in de herfst getransporteerd. Sommige schippers kochten zelf een lading turf en probeerden deze lading in de wintermaanden aan de man te brengen. Men noemde deze schippers eigen handel turfschippers.  

Schipper Vos lost zijn 45 ton metende bolschip bij aardappelmeelfabriek Bareveld.  

Eind 19e eeuw ontstond door de opkomst van het vervoer per rail een belangrijke concurrent voor de binnenvaart. Met de komst van benzine - en dieselmotoren nam het vervoer over de weg toe. De vrachtauto was in het begin van de 20e eeuw vooral een concurrent van het vervoer over korte afstand.  

Snikke en beurtvaartdiensten die over korte afstand diensten onderhielden legden het eerst het loodje tegen de vrachtauto. Veel beurtvaartschippers verruilden noodgedwongen het helmhout voor een stuur en werden zelf vrachtwagenchauffeur.  
Een andere ontwikkeling begin 20e eeuw was de motorisering van de binnenvaart. Schepen die de Veenkoloniale kanalen bevoeren waren bijna allemaal platbodems. Inbouw van motoren was vanwege de geringe diepgang van deze schepen op zich niet zo rendabel. De schroef stak bij een ledig schip te ondiep. Bovendien betekende inbouw van een motor verliesvan laadruimte of wooncomfort.  

Een oplossing was het aanbrengen van een zogenaamde lamme arm. Demotor werd dan op het voordek geplaatst. Met behulp van een takeltje werd de schroef aan de zijkant in het water gelaten. Lag het schip stil, dan takelde men de schroef bovendeks.  

De uit 1894 daterende spitse praam Familietrouw, liggende te Nieuwe Pekela, is nog steeds uitgerust met een lamme arm.  

Een andere optie was de aanschaf van een opdrukker ook wel opduwer genoemd. Dit was een klein motorbootje die achter het schip werd bevestigd of dienst deed als sleper.  

Meest gebruikelijk was het dat de opdrukker stijf tegen het achterschip aan zat.Voordeel daarvan was dat men met een soort afstandsbediening de motor kon bedienen en er niet nog iemand nodig was om het bootje te bevaren.  

De Excelsior, groot 48 ton, van schipper Beijert  gefotografeerd te Ter Apelkanaal. Het schip was beladen met turf op weg van Emmererfscheidingsveen naar Drachten en werd voortgestuwd door een opdrukker. Aan het roer zien we Trijntje Beijert -Tolman, in de opdrukker Teake Beijert.  

De motorisering betekende uiteindelijk ook de ondergang van de scheepsjager. De scheepsjager liep al in de 17e eeuw langs de kanalen. Hijver huurde zijn paard aan schippers om schepen te trekken. Zeilen was op deVeenkoloniale kanalen vanwege de vele bruggen en sluizen bijna nergens mogelijk. Voor de komst van de scheepsmotor bleven er voor een schipper eigenlijk maar twee opties over; of zelf het schip trekken of lasten trekken, of een scheepsjager huren.  

De scheepsjager liep met zijn paard meestal een vast traject tussen tweesluizen. Moest het schip nog verder, dan droeg hij het schip over aan een andere scheepsjager. Sommige scheepsjagers waren nogal berucht om hun drankmisbruik.  

Bovendien braken er regelmatig vechtpartijen uit tussen scheepsjagers onderling of tussen scheepsjagers en schippers. Om deze strubbelingen te voorkomen werd in 1903 de scheepsjagerspenning ingevoerd.  

Uildrik Lamain uit Eexterveenschekanaal kreeg de penning met nummer 1uitgereikt. De laatste scheepsjagerspenning werd in 1948 aan Hendrik de Beere uit Gasselternijveenschemond verstrekt.  

Tijdens de Tweede Wereldoorlog en de jaren daarna had het scheepsjagersvak nog even een korte opleving beleefd dankzij de schaarste aan brandstof. In de jaren '50 verdween het beroep scheepsjager definitief.De binnenvaart in de veenkoloniën was toen ook al lang over haar hoogtepunt heen. 

Scheepsjagerspenning. Collectie Veenkoloniaal Museum Veendam. 

De campagnevaart die landbouwproducten vanaf de landerijen naar aardappelmeel-, strokarton- en suikerfabrieken vervoerde, hield het langer vol omdat de laad- en lossystemen bij de fabrieken ingericht waren op de binnenvaart. 

Overschakeling op vervoer per vrachtauto betekende per definitie ombouw van de fabriek. In de jaren '50 en '60 van de 20e eeuw verloor de binnenvaart echter steeds meer terrein. De 50 tot 60 ton grote schepen konden de concurrentie niet meer aan. 

Velen werden gesloopt, anderen werden gered voor het nageslacht om dat ze om werden gebouwd tot recreatieschip, of woonboot of goed gerestaureerd, in de bruine vloot terecht kwam en. 

Schippers die wilden blijven varen schakelden of over op een BelgischeSpits of kochten later zelfs de nog grotere Europaschepen. De kleineVeenkoloniale kanalen waren nutteloos geworden voor de scheepvaart. 

In de jaren '60 en '70 werden daarom vele kanalen en wijken gedempt. De belangrijkste hoofdkanalen bleven gelukkig voor het nageslacht bewaard en dienen nu de recreatievaart. 

Het Nieuwe Winschoterdiep en A.G. Wildervanckkanaal bliezen de binnenvaart deels weer nieuw leven in. (Container) schepen maken steeds vaker deel uit van logistieke ketens, waarbij terminaloperators zoals Vos Logistics te Veendam zorg dragen voor het voor - en natransport. Met de ontwikkeling van de zogenaamde Waterbox worden diverse terminals inNederland op den duur met elkaar verbonden. Containerschepen gaan dan vaste diensten onderhouden tussen de terminals en daarmee wordt in feit een beurtvaartsysteem in nieuwe vorm in ere hersteld. 

Containerschip Stella - Maris uit Oosterhout op weg van Veendam naarRotterdam. Foto Hendrik Andries Hachmer

Een bonte verzameling oude binnenschepen ligt afgemeerd in de haven hetOpenlucht Binnenvaartmuseum te Rotterdam ( 010-4118867) De haven is gelegen naast het Maritiem Museum te Rotterdam. 

Het Maritiem Buitenmuseum te Amsterdam (010-4048072)www.maritiembuitenmuseum.demon.nl . 

De Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig kent honderden leden die nog met historische schepen varen in de zogenaamde 'bruine vloot'. www.bootnet.nl/lvbzb 

Meer weten over de moderne binnenvaart, kijk dan bijvoorbeeld eens opwww.binnenvaartkrant.nl of www.schuttevaer.nl 

Veenkoloniale Zeevaart. 

Op zich blijft het een merkwaardig feit dat in een gebied, zo ver van zee, deze zeevaart in de geschiedenis zo'n belangrijke rol speelde. De zeevaart in deGroninger Veenkoloniën vond grotendeels haar oorsprong in de binnenvaart.Wanneer de eerste schepen vanuit de Veenkoloniën over zee voeren is niet duidelijk. Eind 18e eeuw was er bijvoorbeeld al volop contact tussen bijvoorbeeld het plaatsje Nieuwe Pekela en het Duitse Carolinensiel. 

Vanaf de 19e eeuw begon de zeevaart explosief te groeien. Deels kwam dit door de toenemende vraag naar hout in de veenkoloniën. Door de ontginningen vergraving van het veenmoeras ontstonden lange rechte kanalen. Langs de kanalen werden huizen, boerderijen, allerlei bedrijfjes en fabrieken gebouwd. 

De vraag naar bouwmaterialen steeg daardoor al in de 18e eeuw explosief.Waar gebouwd wordt ontstaat o.a. een toenemende vraag naar hout. Eendeel van het hout kwam uit de bossen van het aangrenzende Drenthe, maarde toelevering was lang niet genoeg. De belangrijkste leverancier van hout aan het noorden van Nederland kwamen uit Noorwegen. 

In de loop van de 19e eeuw ontstonden er langs het kanaal steeds meerhoutzaagmolens. Eigenaren van deze molens gingen in toenemende mate zelf hout importeren. Houtzaagmolenaars waren in de Groninger veenkoloniën bijna altijd tevens reder en bezaten vaak meerdere zeeschepen. 

Voorbeelden zijn K & J. Wilkens te Veendam, Maathuis te Sappemeer, Hooites te Hoogezand en Koerts te Oude Pekela. Giezen te Muntendam noemde zijn houtzaagmolen zelfs 'De Zeevaart'. 

Houtzaagmolen Zeevaart te Muntendam 

De zeeschepen beperkten zich natuurlijk niet alleen tot de aanvoer van hout.In de loop der tijd werden producten als cokes uit Engeland, rogge en tarwe uit Estland, Letland en Litouwen en wijn uit Frankrijk minstens zo belangrijk. 

In de loop van de 19e eeuw vonden steeds meer zeeschepen hun domiciliein een van de lintdorpen langs het kanaal. In tijden dat het slecht ging in het veen schakelden binnenschippers vaak over op de buitenvaart. Bewijzen daarvoor zijn bijvoorbeeld te vinden in 1830. 

Door de Belgische opstand ging het slecht met de Hollandse economie. De turfhandel, die afhankelijk was van de afname in Holland zakte totaal in.Tientallen binnenschippers lieten toen noodgedwongen hun schip registreren als buitenvaarder. 
Met relatief kleine schepen voer men dan bijvoorbeeld op Engeland enDuitsland. Sommigen keerden na herstel van de markt weer terug op de binnenvaart, maar velen bleven de zeevaart trouw en lieten zelfs grotere schepen bouwen op Veenkoloniale werven. 

De zeevaart kwam omstreeks 1860 tot een hoogtepunt. Honderden zeeschepen vonden toen hun domicilie in de Groninger Veenkoloniën. Eenplaats als Nieuwe Pekela kende in 1874, 156 bij een zeemanscollege aangesloten kapiteins, Wildervank 140, Veendam 203, Hoogezand -Sappemeer 63 en Oude Pekela 132!!! 

Ter vergelijking, Amsterdam kende toentertijd bij een zeemanscollege aangesloten kapiteins en Rotterdam 195. 
Veendam bezat een eigen zeevaartschool. Een deel van de afschriften van de uitgereikte diploma's wordt altijd nog bewaard in het VeenkoloniaalMuseum te Veendam. De gemiddelde bemanning van een zeeschip bestond in de veenkoloniën uit zo'n vijf tot acht personen. 

De meeste kapiteins bevoeren kofschepen en schoeners. Daarnaast was er nog een grote vloot zeetjalken. Zeetjalken voeren soms zelfs met slechts driepersonen. Door de relatief kleine bemanning was de Veenkoloniale zeevaart vaak een waar familiebedrijf. 

Zeevaartschool te Veendam. 

Het was niet ongebruikelijk dat bijvoorbeeld de vrouw mee voer op zee. Inde wintermaanden waren de meeste zeelieden thuis. De kapiteins in deGroninger Veenkoloniën woonden meestal in zogenaamde kapiteinswoningen. Deze waren qua uiterlijk vaak gelijk van vorm. 

Allen bezaten een krimp ( een terugwijkende muur met daarin de voordeur)Door de krimp was het mogelijk om vanuit de woonkamer over het kanaal te kijken. 

Kapiteinshuis te Nieuwe Pekela, met daarvoor de uit 1894 daterende spitsepraam Familietrouw. Foto Marten Fokkens.

Begin 21e eeuw zijn er helaas nog maar weinig Kapiteinshuizen in deGroninger veenkoloniën te vinden, maar in Nieuwe Pekela staan er nog drie, eind 18e eeuw gebouwde monumentale huizen op een rij. De huizen zijn allen verschillend van grote. Ook toen gold, hoe meer welvaart, hoe groter het huis. Een van de huizen is nu ingericht als museum en in de zomermaanden op vrijdagen en zaterdagen te bezichtigen. 

In het Veenkoloniaal Museum is een woonkamer uit een kapiteinshuis met originele onderdelen nagebouwd. foto : Henk Feikens.

In de 'tinkaste' kan men diverse zeemanssouvenirs aanschouwen.Scheepsbouw Door het grote aantal schepen dat langs de kanalen voer ontstond er behoefte aan nieuwbouw en reparatiewerven in de veenkoloniën.Een van de oudste werven was te vinden op Stadsplaats 15 te Sappemeer.Hier werd in 17e eeuw al een werf opgericht. Anno 20- nu vinden we er de locatie van de voormalige werf Wolthuis. De eerste schepen werden van hout gebouwd. 

Omstreeks 1840 werden de eerste ijzeren schepen in de veenkoloniën gebouwd, maar een doorbraak kwam pas rond 1890 tot stand.Verzekeringsmaatschappijen, vaak bestuurd door een bonte verzameling schippers en kapiteins waren vaak huiverig om ijzeren schepen tot de verzekering toe te laten. Men was bang dat ze zouden zinken. 

De oprichting van de verzekeringsmaatschappij Hoogezand - Martenshoek door de scheepsbouwers zelf werd een succes. Andere maatschappijen moesten nu wel ijzeren schepen toe laten. Rond 1920 waren bijna alle houten schepen vervangen door ijzeren schepen. 

Bestuur van de Onderlinge Verzekering van schepen 'Compact DeEendracht'  te Wildervank bij het 75 jarig bestaan in 1932. Deze maatschappij legde zich vooral toe op de verzekering van binnenschepen. Op de foto: achter, v.l.n.r., T. Bakker, L. Klein, H. Bul, F. Lindeman, T. Huizinga, Joh.Visser, H. van der Werf, H. Smit, F. Bakker, B. Blauw (van hotel DeNederlanden waar men vergaderde). Voor M. Fokkens, H. Hazewinkel, J.Germs, G. Wagenborg, S. Bakker,G.H. Bakker, D. Visser, G. Schott(directeur), A. van Turen en B. Ridderbos. 

Aan het eind van de 19e eeuw nam het belang van de zeevaart sterk af. De scheepsbouw die door het grote aantal binnen - en zeeschepen langs het kanaal was ontstaan legde zich steeds meer toe op orders van buiten het gebied. Bovendien was er een verplaatsing van scheepsbouw ontstaan. 

Zo zijn er in het scheepvaartmuseum te Brake diverse foto's van in deGroninger Veenkoloniën gebouwde zeeschepen te vinden. Tot ver in de 20ste eeuw waren er nog werven langs bijna alle kanalen te vinden Vanaf de jaren'30 gingen steeds meer werven zich verplaatsen richting Stad Groningen .Hier konden, niet gehinderd door de sluis te Martenshoek, grotere schepen bouwen. 

Na een dieptepunt in de scheepsbouw eind 19e eeuw, steeg de bouwbegin 20e eeuw weer licht. Tijdens de Eerste Wereldoorlog steeg zelfs het aantal nieuw gebouwde zeeschepen zelfs spectaculair. Sommige werven gingen zelfs op speculatie bouwen in de hoop dat vele zeeschepen dooroorlogshandelingen zouden vergaan. Toen in 1918 een einde kwam bleven vele werven met nieuw gebouwde schepen zitten. 

Langs het Winschoterdiep en het Eemskanaal lagen nog tot ver in de jaren '20in de periode 1914 -1918 gebouwde zeeschepen te wachten op eeneigenaar. Merendeels waren het nog zeilschepen waar na de oorlog bijna geen belangstelling meer voor bestond. Tussen de beide oorlogen schakelden de werven steeds vaker over op de bouw van coasters. Nog steeds is er scheepsbouw langs het Winschoterdiep te vinden. Kruiplijncoasters, coaster die ver de binnenlanden in kunnen varen en koelschepen en gastankers worden nog regelmatig te water gelaten.

Coaster Martini liep in 1947 van stapel onder bouwnummer 117 bijBodewes/Gruno te Foxhol. 

In het noorden zijn diverse scheepvaartmusea te vinden. 

In Groningen is het Noordelijk Scheepvaartmuseum gevestigd(050-3122202) te Gasselternijveen vinden we het Cartuoche -Scheepvaartmuseum (0599-512270). 
Het Veenkoloniaal Museum in Veendam heeft een uitgebreide collectie zeevaart souvenirs en heeft verder diverse portretten van schepen alsmede scheepslogboeken.

Uitgebreide gegevens over de zeevaart in het algemeen zijn te vinden in de bibliotheken van het Nederlands Scheepvaartmuseum te Amsterdam(020-5232222) 
www.scheepvaartmuseum.nl en het Maritiem Museum te Rotterdam ,(010-4132680) www.mmph.nl 

In Duitsland besteed het Sielhafenmuseum te Carolinensiel aandacht aan de zeevaart in het Waddengebied van het aangrenzende Ost Friesland(0049-4464-456) www.deutsches-sielhafenmuseum.de 

Schiffahrtmuseum Haren , gelegen op 15 minuten rijden van Ter Apel, besteed aandacht aan de coastervaart in Haren a/d Ems en bezit enkele aardige museumschepen. (0049-59325843).

In Papenburg zijn in de omgeving van de Alte werft, twee heel aardige musea te vinden die aandacht besteden aan de scheepvaart en scheepsbouw. 

Het Emslandmuseum Papenburg besteed vooral aandacht aan de industriële ontwikkeling en de moderne scheepsbouw. (00494961992266) terwijl het Heimatmuseum (00494961916416) zich vooral toelegt op de 19e eeuw ende vervening. 

Wilt u iets meer weten over de moderne scheepsbouw of tewaterlatingen kijkdan op www.vnsi.nl voor de Nederlandse scheepsbouw.

elders overleden; scheepsramp: 6 man verdronken; 1 overlevende; ;beroep overl.: kapitein
inventarisnummer H349 Museum Maritiem Museum Rotterdam Collectie handschriften Titel Kopieën van brieven van en aan J.J. Koster Sr. en Jr. aan boordvan Dollart I en Dollart II. Datum 1859 Trefwoorden brief
Kopie Beschrijving 'De Dollart I, de Dollart II en de familie Koster te Finsterwolde 1859 -1862' Kopieën van brieven van en aan J.J. Koster Sr. en Jr. aan boord vanDollart I en Dollart II; o.a. met ondergang van beide schepen. Tussende brieven commentaar door mevr. A.S.C. van Meurs-Schrijfsma; alsbijlage deel stamboom Fam. Koster. 15 bladzijden.

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Jan Jans Koster?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!


Barre chronologique Jan Jans Koster

  Cette fonctionnalité n'est disponible que pour les navigateurs qui supportent Javascript.
Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés: grootouders grand-parents   ouders parents   broers-zussen frères/soeurs   kinderen enfants

Ancêtres (et descendants) de Jan Jans Koster

Grietje Jans Blank
± 1758-1843
Jan Visscher
± 1750-????

Jan Jans Koster
1814-1862

1840
Anje Koster
1846-1945
Alida Koster
1852-1935

Avec la recherche rapide, vous pouvez effectuer une recherche par nom, prénom suivi d'un nom de famille. Vous tapez quelques lettres (au moins 3) et une liste de noms personnels dans cette publication apparaîtra immédiatement. Plus de caractères saisis, plus précis seront les résultats. Cliquez sur le nom d'une personne pour accéder à la page de cette personne.

  • On ne fait pas de différence entre majuscules et minuscules.
  • Si vous n'êtes pas sûr du prénom ou de l'orthographe exacte, vous pouvez utiliser un astérisque (*). Exemple : "*ornelis de b*r" trouve à la fois "cornelis de boer" et "kornelis de buur".
  • Il est impossible d'introduire des caractères autres que ceux de l'alphabet (ni signes diacritiques tels que ö ou é).

Parenté Jan Jans Koster



Visualiser une autre relation

Les sources

  1. Huwelijksregister Finsterwolde 1840 Aktenummer 1

Événements historiques

  • La température le 27 octobre 1814 était d'environ 5,0 °C. Il y avait 4 mm de précipitationLe vent venait principalement de l'/du nord-est. Caractérisation du temps: betrokken dampig. Source: KNMI
  •  Cette page est uniquement disponible en néerlandais.
    De Republiek der Verenigde Nederlanden werd in 1794-1795 door de Fransen veroverd onder leiding van bevelhebber Charles Pichegru (geholpen door de Nederlander Herman Willem Daendels); de verovering werd vergemakkelijkt door het dichtvriezen van de Waterlinie; Willem V moest op 18 januari 1795 uitwijken naar Engeland (en van daaruit in 1801 naar Duitsland); de patriotten namen de macht over van de aristocratische regenten en proclameerden de Bataafsche Republiek; op 16 mei 1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarmee ons land een vazalstaat werd van Frankrijk; in 3.1796 kwam er een Nationale Vergadering; in 1798 pleegde Daendels een staatsgreep, die de unitarissen aan de macht bracht; er kwam een nieuwe grondwet, die een Vertegenwoordigend Lichaam (met een Eerste en Tweede Kamer) instelde en als regering een Directoire; in 1799 sloeg Daendels bij Castricum een Brits-Russische invasie af; in 1801 kwam er een nieuwe grondwet; bij de Vrede van Amiens (1802) kreeg ons land van Engeland zijn koloniën terug (behalve Ceylon); na de grondwetswijziging van 1805 kwam er een raadpensionaris als eenhoofdig gezag, namelijk Rutger Jan Schimmelpenninck (van 31 oktober 1761 tot 25 maart 1825).
  • En l'an 1814: Source: Wikipedia
    • 31 janvier » Gervasio Antonio de Posadas devient Directeur suprême des Provinces-Unies du Río de la Plata.
    • 18 février » bataille de Montereau.
    • 20 avril » adieux de Napoléon à la Garde impériale, dans la cour du cheval blanc du château de Fontainebleau, avant son départ en (premier) exil pour l’Île d'Elbe.
    • 12 mai » ordonnance du 12 mai 1814 qui réorganise les corps d'infanterie de l'armée française afin de «déterminer la force et l'organisation de l'infanterie de l'armée française pour le pied de paix» et qui abandonne le drapeau tricolore au profit du drapeau du royaume de France.
    • 5 juillet » bataille de Chippawa lors de la guerre anglo-américaine de 1812.
    • 1 novembre » ouverture du Congrès de Vienne.
  • La température le 20 mars 1840 était d'environ 2,0 °C. Le vent venait principalement de l'/du nord-nord-ouest. Caractérisation du temps: half bewolkt winderig bui hagel. Source: KNMI
  •  Cette page est uniquement disponible en néerlandais.
    De Republiek der Verenigde Nederlanden werd in 1794-1795 door de Fransen veroverd onder leiding van bevelhebber Charles Pichegru (geholpen door de Nederlander Herman Willem Daendels); de verovering werd vergemakkelijkt door het dichtvriezen van de Waterlinie; Willem V moest op 18 januari 1795 uitwijken naar Engeland (en van daaruit in 1801 naar Duitsland); de patriotten namen de macht over van de aristocratische regenten en proclameerden de Bataafsche Republiek; op 16 mei 1795 werd het Haags Verdrag gesloten, waarmee ons land een vazalstaat werd van Frankrijk; in 3.1796 kwam er een Nationale Vergadering; in 1798 pleegde Daendels een staatsgreep, die de unitarissen aan de macht bracht; er kwam een nieuwe grondwet, die een Vertegenwoordigend Lichaam (met een Eerste en Tweede Kamer) instelde en als regering een Directoire; in 1799 sloeg Daendels bij Castricum een Brits-Russische invasie af; in 1801 kwam er een nieuwe grondwet; bij de Vrede van Amiens (1802) kreeg ons land van Engeland zijn koloniën terug (behalve Ceylon); na de grondwetswijziging van 1805 kwam er een raadpensionaris als eenhoofdig gezag, namelijk Rutger Jan Schimmelpenninck (van 31 oktober 1761 tot 25 maart 1825).
  • En l'an 1840: Source: Wikipedia
    • La population des Pays-Bas était d'environ 2,9 millions d'habitants.
    • 21 janvier » Jules Dumont d'Urville pose pied sur la Terre Adélie, au lieu-dit actuel du «rocher du Débarquement».
    • 6 février » signature du traité de Waitangi en Nouvelle-Zélande.
    • 1 mars » en France, à la suite d'une crise ministérielle provoquée par le refus de la Chambre d'attribuer une dotation au duc de Nemours, le ministère Soult démissionne. Il est remplacé par une équipe menée par Adolphe Thiers, président du Conseil et Louis-Philippe I aux Affaires étrangères.
    • 23 juillet » publication de l'Acte d'Union, adoptée par le Parlement du Royaume-Uni pour créer la Province du Canada.
    • 8 novembre » enlèvement des matamores de Bou-Chouicha.
    • 29 décembre » le général Bugeaud est nommé gouverneur général de l'Algérie.
  • La température le 11 janvier 1862 était d'environ 10,4 °C. Il y avait 1 mm de précipitation. La pression du vent était de 18 kgf/m2 et provenait en majeure partie du sud-ouest. La pression atmosphérique était de 75 cm de mercure. Le taux d'humidité relative était de 78%. Source: KNMI
  • Du 14 mars 1861 au 31 janvier 1862 il y avait en Hollande le gouvernement Van Zuijlen van Nijevelt - Loudon avec comme premiers ministres Mr. J.P.P. baron Van Zuijlen van Nijevelt (conservatief-liberaal) et Mr. J. Loudon (liberaal).
  • Du 1 février 1862 au 10 février 1866 il y avait aux Pays-Bas le cabinet Thorbecke II avec comme premier ministre Mr. J.R. Thorbecke (liberaal).
  • En l'an 1862: Source: Wikipedia
    • La population des Pays-Bas était d'environ 3,6 millions d'habitants.
    • 8 janvier » bataille de Roan's Tan Yard.
    • 16 février » fin de la bataille de Fort Donelson.
    • 6 avril » bataille de Shiloh lors de la guerre de Sécession. Victoire des nordistes dirigés par Grant sur les forces confédérées des généraux Johnston et P. G. T. Beauregard.
    • 1 mai » durant la guerre de Sécession, prise de La Nouvelle-Orléans par les troupes Nordistes.
    • 1 septembre » bataille de Chantilly pendant la guerre de Sécession.
    • 18 septembre » les Sioux déposent les armes devant le général Sibley.


Même jour de naissance/décès

Source: Wikipedia

Source: Wikipedia


Sur le nom de famille Koster

  • Afficher les informations que Genealogie Online a concernant le patronyme Koster.
  • Afficher des informations sur Koster sur le site Archives Ouvertes.
  • Trouvez dans le registre Wie (onder)zoekt wie? qui recherche le nom de famille Koster.

La publication Généalogie Van Melzen a été préparée par .contacter l'auteur
Lors de la copie des données de cet arbre généalogique, veuillez inclure une référence à l'origine:
Anton van Melzen, "Généalogie Van Melzen", base de données, Généalogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie-van-melzen/I28948.php : consultée 12 mai 2024), "Jan Jans Koster (1814-1862)".