Zoon Vranck bewoond in 1309 het huis Crooswijk , erfenis van zijn vader zodat die voor dat jaar moet zijn overleden.
Il est marié avec Hillegonde Hendriksdr. van de Velde.
Ils se sont mariés.
C.Hoek geeft in zijn schrijven in,
HET HUIS TEN BERGHE TE HILLEGERSBERG
door C. Hoek aan dat er een grote kans is dat Hillegonda van der Velde de vrouw van Heer Diederick die Viscer was.
=============================================
Dhr Tom Spamer heeft in Hogenda een prachtig artikel gepubliceert onder de naam:
Buitenhuizen en Lusthoven langs de Rotte.
Het Huis te Crooswijck
Daarin wordt uit een gezet hoe de geschiedenis van huis Crooswijck er echt heeft uit gezien en geeft aantoonbaar aan dat historisie er in het verleden niet erg waarheids getrouw mee bezig zijn geweest.
Hij geeft daar bij aan dat een van de eerste leenmannen en bewoners de in deze stamboom wel bekende Diederyc die Visscher ute Scouden is geweest.
"Tote Rotterdamme Diederyc die Visscher ute Scouden houdet van den here van Voorne dat huys tote
Croeswyc, boeghert ende hofstede also alst ghelegen is. In manieren als zine brieve houden, die hi daer
of heeft". In hedendaags Nederlands: "Te Rotterdam houdt Diederyc de Visscher uit Schouwen het huis
te Crooswijc in leen van de Heer van Voorne, met boomgaard en hofstede(n) zoals dat daar gelegen is,
zodanig als het in de oorkonde staat die hij daarvan bezit".
In hedendaags Nederlands: "Te Rotterdam houdt Diederyc de Visscher uit Schouwen het huis te Crooswijc in leen van de Heer van Voorne, met boomgaard en hofstede(n) zoals dat daar gelegen is, zodanig als het in de oorkonde staat die hij daarvan bezit". Zo staat het in het oudste Leenregister van Voorne; lijst van leenmannen 1300-1310.
Enfant(s):
Bronnen:
Nederlandse Leeuw 1990 blz. 310-361.
Hoek, C, Rotterdamse geslachten in de late middeleeuwen (geïll.)
Diverse schrijfwijzes: Visser(e) (Vis(s)cer(e), Vis(s)cher,
Visker, Vissers) (ute Scouden), d(i)e(n)
We mogen er daarom van uitgaan dat Dirk van Voorne er een ersterkt huis bouwde, het Huis te Crooswijk, dat vervolgens vererfde op zijn zoon Diederyc die Visscher, die mogelijk al woonde op Voornes bezit op Schouwen, vandaar "ute Scouden".(Bron: Ton Spamer).
De oudste vertegenwoordiger van deze familie is heer Diddericdie
Viscere, vermeld als grafelijk leenman omstreeks 1282-'. Bij de
behandeling van zijn nakomelingen zal blijken, dat in de veertiende eeuw zij zes lenen houden van de heren van Voorne en twee van de heren van Polanen.
I. Heer Dideric die Visscere, ridder, houdt omstreeks 1281 van de
graaf een rente van 3 pond per jaar in leen, te ontvangen uit de
lentebede te Berghe (Hillegersberg). Hij maakt er althans aanspraak op. maar de graaf wil zijn rechten niet zonder meer erkennen9
Hij schijnt het pleit te hebben gewonnen, daar in 1316 zijn
zoon Jan de Visscer deze uitkering blijkt te ontvangen. Als ridder
moet hij in het bezit zijn geweest van een ridderhofstad. Dit moet
het huis te Crooswijck zijn, een zware vierkante woontoren,
gesloopt in het begin van de Tachtigjarige Oorlog en gebouwd in
het derde kwart van de dertiende eeuw op de hiervoor vermelde
dijkzak' aan de Rotte1
". Zijn overige bezit komt niet voor in de uit
deze periode zeer spaarzaam overgeleverde bronnen, maar zal
beslaan hebben uil een groot deel van de bij zijn zoons vermelde
goederen. Over zijn echtgenote beslaat geen absolute zekerheid,
maar hel is zeer plausibel haar te zien in /lildegunde, dochter van
Hinrik van den Velde en van een dochter van heer Vranke Stoep. Zij
wordt vermeld op 2 november 1269 als nog onmondig; haar moeder is dan al overleden, haar grootvader leeft nog en is eigenaar
van het Huis ten Berghe met ruim 100 morgen land te Hillegersberg1 0
. Een deel van het bezit van de latere De Vissers, dat hier gelegen is, kan van haar afkomstig zijn.
Didderic (I) die Visscere Uten Scouden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hillegonde Hendriksdr. van de Velde |
Les données affichées n'ont aucune source.