Il est marié avec Heer Ogiersdochter van Kralingen.
Ils se sont mariés
Enfant(s):
Bron zie I.
II. Jan van der Nesse; vermeld op 3 mei 1322 als eigenaar van land te Overschie 265). Hierna komt hij voor als Jan van der Spange, voor het eerst op 29 september 1325, als eigenaar van land in Matenesse, dat hij bezit samen met Jan Hoec2ec). Op 2 april 1331 wordt hij door de graaf beleend met 4 J^2 morgen land te Voorburch na overdracht door Barthelmeus Wouter Hermanszoonsz. van Scie 287). Op 14 maart 1336 krijgt hij de rente van 30 schelling uit de herfstbede, die hij in achterleen houdt van heer Jan van der Wateringe, rechtstreeks in leen van de graaf'288). Hij blijkt baljuw van Schiedam te zijn in 1332 en 1336'200). Oudere genealogen hebben hem als vrouw een dochter van heer Willem van der Made toegedacht, maar zowel Dr. Renaud als de heer L. J. van der Klooster hebben aangetoond, dat dit niet juist is270). Toch is er wel een vermoeden in welke richting gezocht dient te worden: Als omstreeks 1364 /an van Sassenheim is overleden, dan blijken de volgende personen tot zijn erfgenamen te behoren, allereerst de broers Oudgier en Willem van Cralingen, diwe reeds in Parr. I, zijn vermeld. Zij noemen Jan "van Sassenheim hun oom, wat in werkelijkheid oud-oom zal blijken te zijn. Op 28 september 1342 verzoekt Ogier zowel zijn oom Jan van Sassenheim als zijn neef Philips van der Spange voor hem te zegelen,271). Op 15 september 1370 worden Hildegonde van Cralingen en haar reeds overleden zuster Aleyt, non te Rijnsburg, als erfgenamen genoemd, ook van hen is Jan een oom en daar zij de tantes zijn van Oudgier en Willem, blijkt hieruit dat het voor deze gaat om een oudoom. Hildegonde, Oudgier en Willem regelen de nalatenschap van Aleyt en dragen de rente, die deze van haar oom Jan heeft geërfd, over aan hun nicht Sophie van der Spangen. Op 11 juni 1383 noemt ook Sophie van der Spangen Jan haar oom. Op 12 juni 1371 noemen Coen van Oesterwijc's beide zoons Herman van Zweten en Coen van Oesterwijc Jan hun oom en Sophie hun nicht 272). Op 21 oktober 1371 blijkt wijlen jonkvrouw Meijne, dochter van heer Dirc ut den Waerde eveneens erfgenaam te zijn geweest, zij het dan, dat zij van Aleijd van Cralingen heeft geërfd, daar deze laatste een groot aantal broers en zusters heeft gehad, moet Meyne wel uit een van deze stammen 273). Tenslotte duiken in 1395 nog enkele erfgenamen op, n.1. wijlen Jan van Scye en zijn kinderen274); Dirc van Zwieten blijkt goederen gekocht te hebben van de erfgenamen van Jan van Schie, afkomstig van Jan van Sassenheim, welke verkoop bevestigd wordt door de graaf en waarop heer Willem en Oudzier van Cralingen en Philips van der Spange afstand doen van hun recht van naasting. Allereerst blijkt, dat in 1395 de erfenis-Van-S assenheim in handen was van Van Cralingen, Van der Spangen en Van Schie, 25 jaar vroeger was dit Van Cralingen, Uten Waerde, Van der Spangen, Van Oesterwijk en Van Schie. Utenwaerde stamt ten dele zeker uit Cralingen, n.1. Floris van Cralingen, overleden vóór 2 april 134027r'), is gehuwd met Willem Mabelie uten Waerde, dochter van Jan uten Waerde en Christina heer Willemsdochter van Oestgheest, welk laatste echtpaar op 8 december 1312 voorkomt. De kinderen van Floris noemen zich naar het goed van hun moeder, die het huis ten Waerde aan de graaf verkoopt, waarbij haar zoon Jan uten Waerde op 6 oktober 1355 er afstand van doet2™). Reeds op 28 september 1342 noemt Oudgier van Cralingen heer Danel uten Waerde, ridder, zijn neef1277). Heer Dirc, de vader van Meyne is waarschijnlijk met een zuster van Floris van Cralinghen getrouwd278). Wij zien dat de kinderen van heer Oudgier van Cralingen Jan van Sassenheim hun oom noemen, deze moet of een jongere broer van hun vader, of een broer van diens echtgenote zijn, een vraag die langs heraldische weg oplosbaar zou zijn, ware het niet dat tot nu toe geen enkel zegel van Jan gevonden is, hoewel hij wel gezegeld heeft. Nu vermeldt onze zeventiende-eeuwse genealoog een Ogier van Spangen „verhief anno 1344 zijn leenen, en wiert anno 1345 bij Staveren in Oostvriesland met graaf Willem IV, grave van Holland, in den strijt sonder kinderen verslagen." Voorlopig bepalen wij er ons toe dat de schrijver dus een leenbrief gezien heeft betreffende Ogier van Spangen in 1344. Nu is de naam Ogier zo'n uitgesproken Van Cralingen-naam, dat de relatie tussen Van der Spangen, Van Cralingen en Jan van Sassenkeim slechts via een dochter van heer Ogier van Cralingen kan lopen, zodat wij in de vrouw van Jan van der Spange een dochter van heer Ogier moeten zien, wat niet zo vreemd is, als wij bedenken, dat heer Ogier in 1314 nog zetelt op het kasteel Starrenburg, een goed kwartier gaans van het latere kasteel Spangen 279). Wat nu dit laatste betreft, Dr. Renaud komt aan de hand van de door hem verrichte opgraving tot een stichting omstreeks 1325, in de tijd dus, dat Jan van der Nesse de naam Van der Spanghen gaat voeren. Het is gebouwd op een complex van 27 morgen land in leen gehouden van de heren van Matenesse, n.1. een deel van de 47 morgen, die deze zelf houden van Van Heemskerck. De naam ontleent het aan het riviertje de Spangen, dat -er aan de noord- en oostzijde langs loopt en het geheel is gelegen op een vroeger stuk buitenland tussen de laat-twaalfde-eeuwse op zichzelf staande bedijkingen van Matenesse en van Schieland: het poldertje de 70 morgen, dat reeds vóór 1240 bedijkt moet zijn 2S0). Hij blijkt op 4 juli 1342 overleden te zijn2S1) en ten minste vier kinderen te hebben nagelaten.
Genealogie uit:
EENIGE AANTEEKENINGEN BETREFFENDE HET OUDE GESLACHT VAN DER SPANGEN
DOOR
MR. W. BEZEMER.
Onder de adellijke geslachten, welke in den omtrek van Rotterdam hebben gebloeid, en daardoor meermalen met die stad in aanraking kwamen en op hare aangelegenheden invloed uitoefenden, behooren in de eerste plaats genoemd te worden die van Bokel, Matenesse en van der Spangen.
Jan van der Spangen, de eerste die werkelijk den naam van der Spangen schijnt te hebben gevoerd. Deze Jan kwam mij in verschillende akten voor. Den 2 April 1331 werd hij door graaf Willem JU bij opdracht van Bartelmeus van Schie met 4V2 morgen land in Voorburg beleend (3).
In eene oorkonde van 6 Februari 1332 roerende den zoen dergenen, die te Veere dood bleven, wordt hij genoemd als baljuw van Schiedam (4). Den 14 Maart 1335 verlijdt de graaf Jan van der Spangen zijn knape, met 30 schellingen 's jaars uit de bede te Monster (1). In 1354, den 22 Maart, gaf hertog Willem aan Jan van der Spangen terug het vrije gebruik der goederen, die hij voor den oorlog had (2), en den 25 November 1372 ontving hij van hertog Albrecht in leen al zulk land, als zijn vader gehouden had, nader omschreven als 6 morgen in Voorburg, 7 in Vinkeveen en 17 in Maasland (3).
Spangen, van | 1433
Reg Rotterdam en Schieland no 184
Achternamenindex
Philips uter Nesse was "overoudevader" van heer Philips van der Spange, vader van Egbert van der Spange, volgens aantekening bij een belening dd 1307-05-14: Nyclaes heer van Putten geeft in leen aan heer Philips uter Nesse, ridder, al het land tussen de Lierdijk en de Ghaegh, bij vooroverlijden met lijftocht voor zijn vrouw Sophia
Les données affichées n'ont aucune source.