Attention: Avait moins de 16 ans (15) lors de la naissance (??-??-1332) de l'enfant (Ogier V ridder. heer van Voorschoten van Kralingen).
Elle est mariée avec Gillis Ogiersz heer van Voorschoten. van Kralingen.
Ils se sont mariés.
31. Het ambacht van Cralingben en dat tussen Rubroeke en Honingen, met het recht op de wegens dijklasten opgegeven landen.
voor 23-6-1297: Oedgier van Cralinghen, vermeld op 24-11-1299 als ridder (Oud archief Rotterdam, inv.nr. 1907). 13-4-1333: Gillys van Craylinghe tocht zijn echtgenote jonkvrouwe Badeloghe aan de schuttinge in de Merewede langs het ambacht Cralinghe, aan drievierde deel van het veer tussen Ysselmonde en Cralinghe en aan 17 morgen land in het ambacht Ysselmonde, verpacht aan Pieter Liefkind (L.H. 6, fol. 79v). 2-1-1355: Ogsier van Cralinghen krijgt zijn verbeurde goederen terug (L.H. 41 fol. 32). 8-10-1358: Otsier van Cralinghen tocht zijn echtgenote jonkvrouwe Slaeme aan 60 pond hollands per jaar (L.H. 50, fol. 6). 31-5-1364: Willem van Cralinghen, ridder, (zegel: een achtpuntige ster, waarboven een barensteel met 3 hangers) deelt met zijn broer Oetzier van Cralinghen, de goederen die zij van hun ouders en hun grootvader heer Aernd van Hodenpijl hebben geërfd. Oudzier behoudt het huis te Honinghen met alle toebehoren van de vloeddijk tot de watering achter de molenwerf, belend ten oosten: de Slinghe watering en ten westen de watering op de Boterweg, verder alle goederen in de ambachten van Cralinghen en Ouderscye en het goed door hen geërfd van hun nicht jonkvrouwe Meyne van der Doertoghe binnen het baljuwschap Scyeland, behalve het huis en erf binnen de vrijheid van Rotterdamme. Hij zal betalen de renten aan de kanunniken van den Bryel, aan de kapelanie te Honinghe, aan de kerken te Cralinghe, Ouderscye en Yselmonde en het weiden van een koe ten behoeve van het gasthuis te Rotterdamme. Heer Willem behoudt alle goederen in het baljuwschap Delfland te Hodenpijl, Maesland, Vlaedinghe en in het gerecht van de abt van Egmonde, behalve de nalatenschap van hun oom Jan van Zassenen, verder de Polre, genaamd Stormpolre. Hij zal geen aanspraak doen gelden op hetgeen de kinderen van Oetzier zullen erven, dat hun beider moeder in pacht had van de abt en het convent van Sint Pouwels te Utrecht, n.l. een derde van de korentiende en de helft van de smaltiende in Cralinghen en hij zal zijn broer helpen deze erfelijk van de abt te ontvangen.
Enfant(s):
In bescheiden genoemd 1333-1342
Badeloghe Badeloche Badeloge (Badeloch) van Hodenpijl, , Jonkvrouw
Les données affichées n'ont aucune source.