voorouders van der Ploeg-Mosterman » Ida van Oosterwijk (± 1295-± 1338)

Données personnelles Ida van Oosterwijk 

• Elle est née environ 1295.Source 1

  (4b)
  http://johnooms.nl/heren-en-vrouwen-van-adel/wendelnesse/

• Elle est décédée environ 1338.Source 1

  Het is waarschijnlijk dat Mabelia Gerritsdr. van Oosterwijk vernoemd is naar Mabelia van Wendelnesse.
  Mogelijk waren Gerrit en Koen II zoons van Koen I, Koen II had in elk geval partroniem Koensz.
  Dan waren zij broers van Ida.
  
  ----------
  http://www.mlf.science.ru.nl/leo_meerts/genealogy/bel_ned/d0000/g0000071.html
  Bij Gerrit van Poelgeest, over zijn broer Jan:
  
  Jan I Dirksz. van Poelgeest trouwde voor de tweede keer met Mabelia Gerritsdr. van Oosterwijk. Mabelia's moeder was Beatrix Jacobsdr. van den Woude. Zuster Aleid Dirksdr. van Poelgeest en haar broer Jan I waren dus verwant aan een aantal zusters uit de families Van der Does en het daaraan geparenteerde geslacht Van den Woude.
  Waarschijnlijk was abdis Heilwich van Oosterwijk MabeliaÆs zuster. Dit moge uit bet volgende blijken: Koen II Koensz. van Oosterwijk had bij ver(vrouwe) Ada en wellicht een andere vrouw een aantal kinderen, namelijk:
  1 Koen III van Oosterwijk, die voor het eerst in 1354 vermeld wordt, toen hij beleend werd met de hofstede Blakenburg in Jaarsveld, wordt in 1357 en 1372 knaap van Jan van Blois genoemd. Hij was vermoedelijk getrouwd met Stevina, dochter van IJsbrand van AIkemade en Aleid van Poelgeest. Uit dit huwelijk werd een zoon Koen IV geboren, die in 1403, toen zijn vader overleden was. nog minderjarig was. Hij trouwde later met EIizabeth van Zijl, dochter van Dirk en Aleid van der Does, We zullen ziendat IJsbrand van Alkemade in Leeuwenhorst provenier werd. Dit betekent dat hij er tot zijn dood toe verzorgd werd. De zoon van Koen van Oosterwijk en Elizabeth van Zijl, die ook Koen (V) heette, overleed in 1484. Hij werd rechts voor het koor in dekerk van Leiderdorp begraven. In 1519/20 schonken de priesters Willem Pietersz van Zijl en zijjn broer Foey een glasraam aan Leeuwenhorst. Vanaf oktober 1523 bezocht de dochter van de laatste, Clemantia, die hij voor zijn wijding verwekt had, een jaar de Leeuwenhorster kloosterschool. Dit is niet zo verwonderlijk als we bedenken dat de familie Van Zijl en aangetrouwde takken ook anderszins banden met de abdij onderhielden.
  Koen (V)Æs zuster Johanna van Oosterwijk trouwde met Willem van Boshuizen. Hun beider zoon Koen V trouwde met Aachte Jansdr van Sonnevelt. Een dochter uit dit huwelijk, Ermengardis van Boshuizen, werd in 1506/07 in Leeuwenhorst prenovice. En in 1508/09 novice. In 1527 had zij haar geloften gedaan, maar was nog niet toegelaten tot het kapittel, zodat zij niet geraadpleegd werd bij belangrijke beslissingen. Tussen 1541 en 1556/57 was zij priorin. In 1556/57 werd zij door meester Hendrik van Spiers behandeld voor een amputatie van de borst. Zij stierf op 22 november 1557.
  Koen VÆs zuster Clemeynse van Oosterwijk trouwde met Gijsbrecht van Haaften van Rhenoy. Uit dit huwelijk werd onder meer Aleid van Haaften geboren. Deze trad in 1441/1442 in. In 1445 had zij haar geloften afgelegd. In 1480/81 vervulde zij het ambt van kosteres. Dit betekent dat zij Verantwoordelijk was voor de zorg voor de kerk, het heilig vaatwerk en de liturgische gewaden van de priester. Zij moest ook iedere morgen en avond de slaapzalen, de kerk en het klooster van verlichting voorzien. Zij luidde de klokken en onder haartoezicht werden de hosties voor de eucharistie gebakken. In 1483/84 was zij vinaria (wijnvrouw). Dit ambt hield in dat zij de kosters assisteerde. Van 1486/87 tot 1489/90 was zij kelwairster. zodat zij verantwoordelijk was voor de aanschaf van voedsel en drank. Zij stierf in 1506/07.
  2. Gerrit van Oosterwijk wordt in 1356 en 1358 als raad van graaf Jan van Blois genoemd. Op 3 februari 1359 treffen we hem met zijn vrouw Beatrix Jacobsdr van den Woude aan. Hij werd in 1362 door zijn broer Koen II beleend met de eerder genoemde hofstede Blakenburg. Tot mei 1362 treffen we hem als kastelein van Schoonhoven aan en tussen 1363 tot 1365, 1367 tot 1369 en 1371 en 1377 als baljuw van Texel en Vlieland aan. Kennelijk was daar niet iedereen over hem tevreden, want in 1377 klaagde een zekere Albert Leeuwkensz. over hem en zijn zoon Nicolaas. In 1386 blijkt dan zijn dochter Mabelia getrouwd was met Jan van Poelgeest. Deze volgde zijn schoonvader kennelijk op als baljuw van Texel en Vlieland, want hij vervulde dit ambt tussen 1377 en 1381.
  Jacob van Oosterwijk was naar alle waarschijnlijkheid de zoon van Gerrit van Oosterwijk, want toen hij, vlak voor de vasten, in de eerste week van maart 1375 trouwde met Agnes Frederiksdr. van de Sevender, had vader Gerrit van Oosterwijk. die op dat ogenblik op Texel verbleef, enige bemoeienis met de huwelijkse voorwaarden .Blijkbaar achtte men een reis naar Texel in februari wegens ijsgang en koude minder gewenst. Het is in dit verband interessant te weten dat Elizabeth, bastaarddochter van Jan van Blois en Sofie van Dalem. trouwde met Agnes broer van Frederik van de Sevender. Twee dienaren van Jan van Blois, namelijk Gerrit van Oosterwijk en Frederik van de Sevender, versterkten hun relatie met een huwelijk. De familieVan Oosterwijk was door het huwelijk van Elizabeth dus ook aan hun heer geparenteerd.
  In 1381 zat Jacob van Oosterwijk in de raad van Jan van Blois. Hij was ook, net als zijn oom Koen schout van Texel en wel in de jaren 1386 tot 1390, 1392 tot 1393 en 1395 tot 1396. Op 11 december 1398 verleende Jacob van Oosterwijk aan zijn vrouw Agnes en lijfrente. Hij was op 6 juni 1404 Overleden, want toen verleende zijn zoon Frederik van Oosterwijk zijn moeder Agnes een lijfrente. Op 28 augustus 1416 was Frederik van Oosterwijk overleden. Op dat moment nam zijn zuster Sofie namelijk zijn verplichting waar. Op 28 november 1441 was deze overleden en ging de belening over op haar dochter Agnes, die getrouwd was met Jan Pijl.
  3 Agnes van Oosterwijk wordt op 21 november 1338 en 21 november 1349 als dochter van Koen I van Oosterwijk en zijn vrouw Ada vermeld. Agnes was op 7 maart 1382 met Jan van Herlaar getrouwd.
  4 Mogelijk was Jutte Koensdr. (II) van Oosterwijk met IJsbrand Dirksz van Spaernwoude getrouwd, want hij noemde in 1403 Koen van Oosterwijk zijn zwager. Hun dochter Sofie was getrouwd met Simon, zoon van Jan van den Woude Florisz van Alkemade . Zijn nicht Agatha Jansdr. van den Woude, was van 1435/36 tot na 1488 religieuze in Leeuwenhorst.
  Nu is het ook mogelijk dat Heilwich van Oosterwijk niet een dochter was van Gerrit, maar van Koen II van Oosterwijk. Hiertegen pleit dat deze in 1403 een minderjarige zoon naliet en er geen dochters van hem bekend zijn. Abdis Heilwich had een zuster, van wie de naam niet genoemd werd. Samen met haar bezocht. Heilwich op Beloken Pasen (7 april) 1426 een medicus in Den Haag. Deze niet genoemde zuster kan Sofie Jacobsdr. ofÆGerritsdr. van Oosterwijk geweest zijn. Maar gezien het feit dat Jacob van Oosterwijk in 1375 trouwde, zou zijn dochter bij haar verkiezing tot abdis in 1412 ten hoogste ruim dertig jaar oud geweest zijn. Wel wat erg jong voor een abdis. SofieÆs moeder stamde uit de in Leeuwenhorst niet zo belangrijke familie Van de Sevender. MabeliaÆs moeder was Beatrix Jacobsdr. van den Woude. We treffen de naam Van Oosterwijk nergens in de stukken van Leeuwehorst aan. Om tot het hoge ambt van abdis geroepen te worden kon Heilwich echter wel steunen op verwanten van moederszijde, namelijk zusters uit het geslacht Van der Woude en de daaraan geparenteerde familie Van der Does, die door hun numerieke aanwezigheid in het klooster invloedrijk waren. Via haar zwager Jan I van Poelgeest kon zij ook steun krijgen van religieuzen uit deze familie.
  Hierbij komt nog dat het abdiszegel van abdis Heilwich van Oosterwijk bewaard is gebleven. Dc Leeuwenhorster abdissen lieten hun familiewapen onderop hun zegel aanbrengen. Het zegel van Heilwich is beschadigd en we hebben slechts het rechterdeel van haar wapen over. Dit is dus het kwartier van haar moeder. Twee rozen zijn hierop duidelijk te zien. Nu was het hoofdwapen van de familie Van den Woude weliswaar in azuur een dwarsbalk van goud vergezeld van drie wassenaars van zilver. Dit is het echter slechts geworden tijdens het leven van Jacob van den Woude, XIVe heer van Warmond, de broer van Beatrix Jacobsdr van den Woude. Deze Jacob zegelde aanvankelijk: in goud drie ruiten van keel. Uit liefde en eerbied voor de burggraaf van Leiden, die uit de familie Van Wassenaar stamde, veranderde hij zijn wapen in wat hierboven het hoofdwapen genoemd wordt, Maar minstens een lid van deze familie, Hugo van den Woude, voerde in de eerste helft van de 14de eeuw drie rozen. Ook HeilwichÆs wapenwijst dus op de familie Van den Woude.
  Ook Leeuwenhorst had goede betrekkingen met de familie Van Wassenaar, want toen Dirk van Wassenaar in 1418 in Leiden gewijd werd, schonk het klooster hem 10 pond 7 schelling. De zusters droegen bovendien 13 schelling en 4 denieren bij aan de kostenvoor de muzikanten.
  We treffen zuster Heilwich van Oosterwijk voor het eerst aan in 1410/1l, als zij uit eigen middelen 3 kronen bijdraagt in de kosten voor de glasramen die de abdij liet aanbrengen. Zij volgde de op 15 januari 1412 overleden verwante Badeloge van derDoes op.
  Kort na haar verkiezing tot abdis maakte zij een reis naar Haarlem voor de begrafenis van Jan Harpersz van Forteest. Bij deze gelegenheid was zij meter voor het kind van Adriaan Jansz van Foreest, Clementina. Dit meisje werd in 1427/28 novice en stierf 20 juli l450, te jong om in het klooster carri.re te hebben kunnen maken.
  Abdis Heilwich was verwant aan het geslacht Van Forteest. Dit moge uit het volgende blijken. In 1412/13 nam zij haar neef Jan Hendrik als rentmeester in dienst. Deze stierf v..r 8 juli 1428, want toen verkocht Costijn van der Does een losrente van 8 Beierse guldens aan Jan HendrikÆs weduwe Geertuida. De zoon van Jan Hendrik en Geertruida, Jan van Dam, bleef in dienst van de abdij en werd samen met zijn vrouw Margriet in 1435 lekebroeder en -zuster van het klooster, Hun beider zoon Floris van Dam, was tot 1460/61 voor de abdij als korenmaaier werkzaam.
  Herper Jansz. van Foreest noemde Jan Hendnk op zijn beurt zijn neef. Deze was dus van zowel abdis Heilwich als van Harper van Foreest een verwant tot in de vierde graad. Dit laatste is mogelijk te verklaren uit het feit dat Ida, zuster van Koen II Koensz. van Oosterwijk, trouwde met Willem de Custer, Hun beider dochter, Ida, vrouwe van Oosterwijk, trouwde in 1370 of 1371 met bovengenoemde Jan Harpersz. van Foreest. Het kan ook zijn dat de familierelatie tussen Harper van Foreest en Heilwich van Oosterwijk liep via de familie Van den Woude. Harper van Foreest was namelijk voor de eerste keer getrouwd met Aleid of Aaf van den Woude een dochter van Jan van den Woude, XVe heer van Warmond.
  Ook tijdens haar abdisschap schonk Heilwich uit haar priv.-vermogen geld aan de abdij. In 1412/13 droeg zij 32 pond en 41 botgulden bij ten bate van de verbouwing van het klooster. In 1414/15 schonk zij zelfs 150 pond voor de aankoop van zilveren schalen en bestek. In 1420/21 gaf zij nog eens 22 pond 6 schelling 8 denieren voor de verbouwing van de abdij. In 1416/17 doteerde haar broer Willem en zijn rouw Machteld het klooster 1 pond 10 schelling.
  Aan het eind van haar leven ging abdis Heilwich sukkelen. In 1425/26 bezocht zij een dokter in Den Haag. We vermeldden reeds dat zij in 1426 naar Leiden gingen. Ook in 1426/27 en 1427/28 consulteerde zij in Leiden een geneesheer. Waarschijnlijk raadpleegde zij meester Jan van Woerden, die vanaf 1426 stadsgeneesheer van Leiden was. Zij stierf v..r 9 januari 1428 en mogelijk op 18 december 1427.
  Aleid van PoelgeestÆs andere broer, Gerrit II van Poelgeest, die getrouwd was met Beatrix van Schoonhout, had een zoon Dirk en een dochter Aleid. Deze Dirk III was getrouwd met Baarte van Naaldwijk (ovl. 23 oktober 1405), een dochter van Willem II van Naaldwijk en Sofie Simonsdr. van Teilingen. Deze Sofie was een afstammelinge van Willem heer van Teilingen, die op 5 maart 1244 stierf. Ook langs deze kant zien we dus een familierelatie tussen de families Van Poelgeest en Van Teilingen, Willem II van Naaldwijk was een broer van Hasa van Naaldwijk de tweede vrouw van Simon Dirksz. van Teilingen, die op of voor 30 april 1365 met hem in bet huwelijk trad.
  Een broer van Aleid Jansdr. van Poelgeest. Gerrit III van Poelgeest, trouwde met Wilhelmina (of Claasje) van Naaldwijk, een zuster van Baarte van Naaldwijk. Hun beider zoon Jan II trouwde circa 1420 met Margriet Boudijnsdr. van Zwieten. In 1447/48 kreeg de zoon van Griete Boudijnsdr. bij zijn wijding in Noordwijk 1 pond 7 schelling. Omdat Leeuwenhorst dotaties a Zoon van Nn van POELGEEST

• Un enfant de Koenraad I Kuser et Mabelia van Wendelnesse
• Cette information a été mise à jour pour la dernière fois le 21 février 2022.

Famille de Ida van Oosterwijk

Elle est mariée avec Willem Cuser van Avesnes.

Ils se sont mariés en l'an 1310.Source 1

<1327 volgens
http://www.kareldegrote.nl/Reeksen/ToonReeks.php?Reeks=66
"tr. (1) vóór 6.12.1327 Ida van Oosterwijk, getocht 1327, overl. vóór nov. 1339, dr. van Coen, heer van Oosterwijk."

Enfant(s):

1. Meijne Cuser  1310-1350 
2. Coenraad Cuser van Oosterwijk  ± 1325-1407 

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Ida van Oosterwijk?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!

Barre chronologique Ida van Oosterwijk

Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés:  grand-parents    parents    frères/soeurs    enfants