01710-52385
071-152385
Begraven op het Kerkhof van de Groene of Willibrordkerk te Oegstgeest.
Elle est mariée avec Pieter Philippus van den Broek.
L'autorisation pour le mariage a été obtenu le 24 août 1937 à Leiden .Source 5
Ils se sont mariés le 8 septembre 1937 à Oegstgeest , elle avait 24 ans.Source 51. Huwlijksinzegening om 2.00 uur in de Hooglandsche Kerk te Leiden door Ds. A.D. Meeter van Amsterdam in tegenwoordigheid van de Predikant Ds J. de Wit. [Bron: Trouwkaart].Ils se sont mariés à l'église le 8 septembre 1937 à Leiden , elle avait 24 ans.Source 5
2. Zie ook Leidsch Dagblad van 24-8-1937, blz. 4 - Ondertrouw-advertentie.
3. Broek, Pieter Phillip {Philippus} van der {den} (1910)
Broek-Velthuyzen {Veldhuyzen}, Maria Elisabeth van der {den} (1913)
Vanaf de tijd (1941) dat jet joodse kinderen verboden werd om naar niet-joodse scholen te gaan, kreeg de negenjarige dochter Hetty van de familie Schnitzler priveonderwijs van de broer van Maria {Bets} van der {den} Broek {= Jacobus Johannes (Koos) Veldhuyzen, die onderwijzer was}. Omdat de situatie steeds penibeler werd, zei Maria {Bets} tegen haar broer, dat zij en haar man Pieter {Piet} bereid waren om de Schnitzlers te verbergen mochten zij een schuiladres zoeken. In 1942 besloten Hartog Schnitzler, zijn vrouw Lea en zoon Abraham {Bram} dat het tijd was om onder te duiken en gingen naar Maria {Bets} en Pieters {Piets} huis in Oegstgeest; Hetty ging naar de ouders van Maria {Bets}, Edward {Eduard} en Zwana Velthuyzen {Veldhuyzen}*, die op loopafstand {een uur gaans} van Maria's {Bets} huis woonden.
Pieter {Piet} van der {den} Broek dreef een winkeltje {kruidenierszaak} vlak naast {inpandig in} hun huis midden in de stad {aan de rand van het dorp Oegstgeest}, wat het verbergen van mensen zonder argwaan te wekken enigszins bemoeilijkte. Zij gaven de Schnitzlers hun eigen slaapkame, en bijna drie jaar lang, tot de bevrijding in mei '45, sliepen zij zelfin een achterkamertje {in de huiskamer} van {achter} de winkel. De Schnitzlers konden niet naar buiten, omdat behal;ve Maria's {Bets} familieniemand van hun aanwezigheid af wist. Pieter {Piet} en Maria {Bets} verzorgden hen en deelden alles wat ze hadden. Voedsel moest op de zwarte markt worden gekocht, aangezien de Schnitzlers geen rantsoenkaarten hjadden, maar Pieter {Piet} en Maria {Bets} namen slechts een klein bedrag aan voor de onkosten. Zij vonden dat de joden gered moesten worden en dat God hen door die moeilijke tijd heen zou helpen.
Om hun het leven wat aangenamer te maken, haalde Maria {Bets} Hetty af en toe op voor een bezoekje, tot dat in 1944 tye gevaarlijk werd.
De Schnitzlers hebben allemaal de oorlog overleefd, en zijn met Maria {Bets}en piete {Piet} in contact gebleven.
Op 26 april 1977 werden Pieter van der {den} Broek en zijn vrouw Maria Elisabeth van der {den} Broek-Velthuyzen {Veldhuyzen} door Yad vashem erkend als rechtvaardigen onder de Volkeren. [Bron: ,,Rechtvaardigen onder de Volkeren" - Nederlanders met een Yad Vashem- onderscheiding voor hulp aan joden {historisch verbeterde tekst}].
Enfant(s):
1. Geslaagd voorde akte voor Chr.Bewaarschoolonderwijzeres zowel voortheorie als voor practijk: mej. E. Veldhuyzen.[Bron: Leidsvh Dagblad 13 Juni 1931, blz.2].
2. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd het voor Joden steeds hachelijker om zichop de openbare weg te begeven. Zij moesten onderduiken. Bets en Piet waren bereid om de familie Schnitzler te verbergen, mochten zij een schuiladres zoeken. In 1942 besloten Hartog Schnitzler, zijn vrouw Lea en zoon Abraham, dat het tijd was om onder te duiken en gingen naar het huis van Bets en Piet, Duinzichtstraat 52 te Oegstgeest; hun dochter Hetty ging naar de ouders van Bets in Leiden.
Piet dreef een kruidenierswinkel, die de toegang gaf tot hun woning, wat het verbergen van mensen zonder argwaan te wkken enigszins bemoeilijkte. Zij gaven de Schnitzlers hun eigen slaapkamerop de eerste verdieping en een naastgelegen kamer, dat alswoonkamer bruikbaar was gemaakt.Bijna drie jaar lang, tot aan de bevrijding in mei 1945 sliepen Bets en Piet in hun eigen woonkamer op de begane grond achter de winkel.De Schnitzlers konden niet naar buiten, omdat behalve Bet's familie niemand van de aanwezigheid van de Joodse familie afwist.Piet en Bets verzorgden de familie Schnitzler en deelden alles, wat ze hadden. Voedsel moest op de zwarte markt worden gekocht, aangezien de Schnitzlers geen rantsoenkaarten hadden, maar Piet en Bets namen slechts een klein bedrag aan voor de onkosten. Zij vonden, dat de Joden gered moesten worden en dat God hen door die moeilijke tijd heen zou helpen.
Om het leven wat aangenamer te maken haalde Bets Hetty af en toe op voor een bezoekje tot dat in 1944 te gevaarlijk werd.
De Schnitzlers hebben allemaal de oorlog overleefd en zijn met de familie van den Broek in contact gebleven.
Op 26 april 1977 werden Pieter van den Broek en zijn vrouw Maria Elisabet Bets van den Broek-Veldhuyzen door Yad Vashem erkend als Rechtvaardigen onder de Volkeren. Op het herdenkingsterrein bij Jeruzalem in Israel is daarbij een herinnering aan henopgericht. [Bron: ,,Rechjtvaardigen onder de Volkeren"].
Maria Elisabeth Veldhuijzen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1937 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pieter Philippus van den Broek |