Il est marié avec Antje Teunisdr. de Rijck(e) (Dereike) (Rijcken).
Ils se sont mariés le 15 janvier 1690 à Haarlem.
Enfant(s):
Boudewijn huwt 15-01-1960 te Haarlem met Antje Teunisdr. de Rijck. Zij krijgen 7 kinderen. Hij is bakker van beroep en overlijdt tussen 21-04-1705 en 11-02-1706 te Aalsmeer.
Boudewijn woont reeds in 1684 te Aalsmeer want op 11 mei 1684 koopt hij van weduwe Pieter Bois een huis en erf aard en nagelvast staande en gelegen alhier aan de Oosteind voor de koopsom van 500 Caroligulden. (transporten voor schepenen tot 1701 nr. 750 fol. 265 vso)
In mei 1689 koopt Boudewijn te Haarlem op de hoek van de Jansstraat en de vismarkt een huis met erf, zijnde een bakkerij met in het voorhuis een winkel.
Bij zijn ondertrouw wordt Boudewijn genoemd, Boudewijn Cats j.m. van Haarlem en wonende in de St. Jansstraat. Annetje De Reike woont in de Beckeroosteeg als j.d. van Haarlem (01-01-1690 Gereformeerde Kerk).
Op 7-2-1690 is Boudewijn voogd over de minderjarige kinderen van zijn zus Geertruit Cats en Arnoldus Cemp en verkoopt namens de kinderen land te Aalsmeer met een schuldbrief van 1500 Caroligulden.
Arnoldus, wonende te Gorkum heeft nl. op 31-06-1677 2 kampjes land bij de cleijn breggen, een kampje land over de dijk en 3/4 parten in een huis, hooihuis en werf in het Oosteind gelegen. Tevens nog een speeltuintje aan de Oosteinderdijk (O.R.A. Aaslmeer nr. 751 f. 45vo en 750 f. 12).
Boudewijn koopt op 17-03-1690 land in Aalsmeer voor 325 gulden (O.R.A. Aalsmeer akte 58).
Op 26-05-1691 verkrijgt Boudewijn toestemming om reeds na 2 jaar en niet na 4 jaar zoals afgesproken de woning te verlaten. Hij moet wel de toonbanken en de aangebrachte planken in de winkel achterlaten. (notaris Adriaan van Gellinchuijsen te Haarlem, akte nr. 10)
D.d. 20-04-1698 koopt Boudewijn, bakker, wonende aan het Westeijnde een schuur en werf te Aalsmeer voor 125 gulden van Jan Proock (O.R.A. Aalsmeer nr. 751 akte 332).
Op 10 juli 1700 maakt Petronella Bal, wonende te Alkmaar haar testament. Zij benoemt Antje Teunis en Pieter Teunis de Rijcke tot erfgenamen voor de gerechte helft en Teunis Boudewijnszn van Cats voor de gerechte wederhelft. Mocht haar man Pieter van de Star nog in leven zijn dan dient Teunis Boudewijnszn hem te verzorgen met kost en kleding. (N.A. Alkmaar nr. 390 akte 48).
Op 17 maart 1702 stelt Petronella tot voogden aan Boudewijn van Cats te Alkmaar en Pieter de Rijcke te Haarlem. (N.A. Alkmaar nr. 393 akte 24). Na het overlijden van Petronella op 17-04-1702 te Alkmaar geeft Boudewijn van Cats dd. 21-04-1705 procuratie om de erfenis in ontvangst te nemen. (N.A. Aalsmeer nr. 89).
09-10-1702 vermeldt dat Boudewijn "ziekelijk wesende en op de stoel zittend" echter 02-05-1703 "kloek en gezond van lichaam".
21-04-1705 transporteert Boudewijn voor het laatst O.N.A. Aaslmeer 89). D.d 23-04-1706 blijkt Annetje weduwe (O.N.A. Aaslmeer 90).
Trouwbevestiging 15-01-1690,Boudewijn van Catz met Antje Teunisdr. De Rijck (Haarlem, huw. Geref. Kerk 1690, 320-321).
Antje Boudewijns weduwe kwam voor op de lijsten van Bandingsplichtigen maar in 1713 werd haar naam doorgestreept. Waarschijnlijk is zij in 1713 naar Utrecht vertrokken 9raha 2 nr 697.
Les données affichées n'ont aucune source.