Il est marié avec Catharina Brandts.Source 2
Ils se sont mariés.
Enfant(s):
Hendrik Dibbets, de geloofsprediker te Roermond in 1572, was in 1582 pred. te Herveld, en de Doesburgsche synode v. 28-31 Mei 1583 -beval hem als pred. te Venlo aan, terwijl men te. A. bij den pred. Johannes Fontanus, of te Nijmegen bij den pred. Jacobus (was dit zijn volle naam?), zich inlichting omtrent hem verschaffen kon. Zie Nuv. XXVII, 270.
''Bronnen: Heraldieke bibliotheek''
Sedert omtrent twee honderd en vijftig jaren was uit het geslacht van Dibbetz een zeer groot aantal van bekwame en geachte Kerkleeraars afkomstig, die buiten en binnen ons Vaderland, in de voornaamste steden en dorpen van Holland en Zeeland, ook te Leyden, het Evangelie van Jesus Christus met roem en vrucht verkondigden. De eerste van hun is geweest Hendrik Dibbetz , in 't jaar 1533 geboren, en onder zijne nakomelingen meest bekend onder den bijnaam van '''Hendrik in de Kiste''', waarvan de oorsprong in deze zonderlinge omstandigheid te vinden was. Zich bezig houdende met de heimelijke predikinge van het Woord der zaligheid, eerst te Keulen, naderhand te Roermonde, geraakte hij in 't uiterste levensgevaar, omdat men in dien tijd aan elk de vrijheid van geweten in 't stuk van Godsdienst weigerde, en ieder voorstander van de zuivere Evangelieleere dagelijks bloot stond voor den vloekwaardigen haat en de wreedste vervolgingen der Spaansche Inquisitie, dat ijsselijk schrikdier, meer gevreesd dan de pest, en voor 't welke niemand veilig was, ten zij hij geen geld, geen geweten, geenen Godsdienst bezat. De werkzaamheden van Dibbetz bleven aan de Inquisiteurs niet onbekend. Zij zochten hem op alle plaatsen van zijn huis, doch vruchteloos, omdat zijne huisvrouwe hem in zekere kiste, in 't voorhuis staande, voorzichtiglijk verborgen had. Bij het uitgaan, gaven zij hun vermoeden, op een' onbeschoften toon, te kennen, dat Dibbetz misschien in die kiste verholen lag. De vrouw zat schreijende op dezelve, maar stond van daar op, en, hoewel niet onbewust van 't voornemen, om haren man, indien hij gevonden werd, levende te doen verbranden, zeide, met eene bijna onbegrijpelijke welgemoedheid en onbeteuterde fierheid, tot de onstuimige Inquisiteurs: ‘ziet daar, ziet, of Heer Hendrik daar in is’.. En wat nu? De Hemelsche Voorzienigheid deed de kloekhartigheid der brave vrouwe zegevieren over den wreeden toeleg der kwaadwilligen, die de kiste gesloten lieten, en het huis verlieten. Fluks komt hij uit zijn bekrompen verblijf, vertrekt aanstonds, in een metzelaars gewaad, met een kalkbak op de schouders, en een truweel in de hand, naar Duisburg, en brengt daar en elders het overige van zijn' leeftijd, tot in den hoogen ouderdom van 81 jaren, in stille ruste door, met dankbare blijdschap altijd onledig in 't betrachten van zijnen pligt. Één van zijne zoons, twee kleinzonen en vier agterkleinzonen verbonden zich mede aan den openbaren dienst der Godskerke in Nederland. Onder de laatstgemelden was 'er één, die zich geheelenal aan de Letterkunde, in 't bijzonder de Oostersche, scheen te zullen overgeven. Het langdurig onderwijs van den beroemden Golius en andere Hoogleeraars kon hem den weg banen, om vroeger of later den rang der Hoogleeraren op deze of gene Academie te bekomen. Dit was het oogmerk van zijnen vader, die den zoon, omdat hij van de vroegste jeugd lam aan beide beenen was, en niet dan op krukken gaan kon, beter geschikt oordeelde, om op den Oosterschen leerstoel te zitten, dan telkens den predikstoel te beklimmen. Dit laatste werd hem echter, door de hulpe van voorname Genees- en Heelkundigen, mogelijk gemaakt; en hij bekwam geen onaanzienlijke bevorderingen, welke hij door ongemeene bekwaamheden en blinkende deugden overwaardig was. Twee zoons volgden zijn vaderlijk voetspoor; de één was een wonder van zijnen tijd in bondige geleerdheid, doch stierf in den jeugdigen leeftijd van omtrent 24 jaren; de ander was, langer dan eene halve eeuwe, een eerwaardig Evangeliedienaar, en elders, en in deze Stad.
Hendrik Dibbets en Catharina Brandts kregen 7 kinderen waarvan alleen hun jongste zoon (Johannes) zijn vader overleefde.
Hendrik DIBBETS | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Catharina Brandts |