Johan van der Steen, dijkgraaf van Moerkerken (1624, 1664), zetel in dijkcollege 't Zomerland (1639), geboren ca. 1585, overleden na 1664. In 1635 werd Johan van den Steen, die toen in Dordrecht woonde, eigenaar van de grond waarop hij een paar jaar later de boerderij 'Rustenburg' liet bouwen en waar hij toen ook zelf ging wonen. Hij was naast dijkgraaf van het Oostzomerland, ook dijkgraaf van Moerkerken en fungeerde in die kwaliteit van 1624 tot 1630 als ambachtsheer van de ene helft van de heerlijkheid Puttershoek, welke helft in die tijd in eigendom toebehoorde aan de gezamelijke Ingelanden van Moerkerken. Akte van belening door de Staten van Holland aan Johan van der Steen als dijkgraaf van Moerkerken van de halve heerlijkheid, 1624. 22. Notariële akte waarbij Johan van der Steen gemachtigd wordt namens het Hoogheemraadschap van Moerkerken op te treden voor de leenkamer van Holland in verband met de belening aan Pieter Boelen, (1630) (afschrift). 24. Akte van de leenkamer van Santhoven waarbij door M. Tseraerts, Johan van der Steen gemachtigd wordt om namens hem op te treden bij de verkoop van de halve heerlijkheid, 1639. 25. Onderhandse akte waarbij door Pieter Boelen de hem toekomende plaats in het dijkcollege van het Zomerland aan Johan van der Steen wordt gegeven, 1639 (afschrift). 68. Akte van belening door Johan van der Steen aan Maarten Cornelisz. De Post van een stuk land van 132 roeden, 1629 (afschrift). 82. Akte waarbij door Johan van der Steen aan Joris Geritsz. In erfpacht wordt gegeven een stuk land van 46 roeden, 1629. 83. Akte waarbij door Johan van der Steen aan Lenaert Jacobsz. In erfpacht wordt gegeven een stuk land van tien roeden en zes voeten, 1629. 84. Onderhandse akte waarbij door Johan van der Steen aan Willem Jansz. Coeiman in erfpacht wordt gegeven een stuk land van 70 roeden, 1629 (afschrift).
Johannes van der STEEN |
Les données affichées n'ont aucune source.