Généalogie Ron Roddenhof » John Ingoldisthorpe, MP (± 1361-1420)

Données personnelles John Ingoldisthorpe, MP 

• Il est né environ 1361.
• Il est décédé le 29 mai 1420.
• Il est enterré dans Burrough Green, Cambridgeshire, UK.

Famille de John Ingoldisthorpe, MP

Il avait une relation avec Elizabeth Burgh.

Enfant(s):

1. Thomas Ingoldisthorpe  1384-1422 

Notes par John Ingoldisthorpe, MP

SUFFOLK

ont-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

ica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;">Jan. 1404

tica, Arial, sans-serif;"> 

erif;">NORFOLK

-sizing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;">Nov 1414

r: 0px; margin: 0px; padding: 0px; font-size: 12px; box-sizing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;">Familie en onderwijs

t-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

a Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;">bc1361, s. en h. van Sir William Ingoldisthorpe van Ingoldisthorpe door zijn w. Eleanor? Da. en coh. van Miles Hastings of Quidenham, Norf. mc Feb. 1380, Elizabeth (overleden 12 december 1421), da. van Sir John Burgh (1328-93), van Burrough Green, Cambs. door zijn 2e w. Katherine, da. van Sir John Dengaine † van Stow cum Quy en Teversham, Cambs .; half-sis. en coh. van Thomas Burgh (overleden 1411), 1s. 1DA. Kntd. ;bef. December 1383.

', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

, sans-serif;"> 

p;

x; margin: 0px; padding: 0px; box-sizing: border-box; vertical-align: inherit;">Kantoren in de wacht

ox; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;">Commr. van riolen, Norf., Cambs. Apr., Mei 1392, Norf. Nov 1412; reeks juli 1402, mei 1415; onderzoek, Norwich maart 1403 (aantasting van kroonbezit), Norf. 1406 (opstand bij Bishop's Lynn), Norf., Suff., Essex nov. 1406 (landgoederen van Sir Robert Hemenhale), Cambs. Mei 1415 (namaak); de bewaring van de landgoederen van Thomas, de late graaf van Arundel, in Norf., Suff. en Essex oktober 1415.

border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

#105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

y: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

, Helvetica, Arial, sans-serif;">Sheriff, Norf. en Suff. 29 nov. 1402-5 nov. 1403.

2px; box-sizing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

rder-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

05a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;">Escheator, Norf. en Suff. 12 november 1414-14 december 1415.

; padding: 0px; font-size: 12px; box-sizing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

t-size: 12px; box-sizing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

izing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;">Jp Cambs. 28 nov. 1417-febr. 1419.

px; padding: 0px; font-size: 12px; box-sizing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

ont-size: 12px; box-sizing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

-sizing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;">Biografie

er: 0px; margin: 0px; padding: 0px; font-size: 12px; box-sizing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;">De Ingoldisthorpes, waarvan de afstamming getraceerd kan worden vanaf de 12e eeuw, ontleenden hun naam aan het dorp bij Snettisham in Norfolk en aan het begin van de 14e eeuw waren ze een gevestigde waarde onder de plaatselijke adel, met aanzienlijke belangen bij Bishop's Lynn. Daar hielden ze herenhuizen in Ingoldisthorpe, Snettisham, Raynham, Fring, Islington, Emneth, Tilney en Wimbotsham, evenals een deel van een ander in Clenchwarton.1John werd erfgenaam van deze familiebedrijven toen ze nog geen twee jaar oud waren, na de dood van zijn vader in juli 1363. Zijn moeder, Eleanor, behield het bezit van drie landhuizen en overleefde minstens 40 jaar langer, het grootste deel van die tijd woonde in de abdij van Marham, hoewel niet noodzakelijk als een beleden non. De rest van de landgoederen werd in vertrouwen gehouden voor John, wiens bewind en huwelijk door de Kroon werden verleend, eerst aan een 'koninklijke ambtenaar' genaamd Roger Archer en vervolgens, in mei 1373, aan John, Lord Arundel, de maarschalk.2 Ingoldisthorpe was niet getrouwd tegen de tijd van de dood van Arundel op zee in de winter van 1379, en in februari daaropvolgend was het zijn moeder die een match regelde met Elizabeth, een van de drie dochters van de rijke Sir John Burgh, die bereid was 300 mark te betalen in termijnen over drie jaar om John te beveiligen als een schoonzoon. Dit huwelijk moest leiden tot een aanzienlijke toename van de bezette bezittingen van Ingoldisthorpe, want toen in 1411 de enige zoon van Burgh kinderloos stierf en zijn halfzusjes als zijn erfgenamen verliet, verwierven de Ingoldisthorpes een groot deel van de Burgh-landgoederen, inclusief de landhuizen van Burrough. Green en Swaffham Bulbeck in Cambridgeshire, Somerton in het westen van Suffolk en Swinton in Yorkshire. De eigendommen in Cambridgeshire alleen al waren ongeveer £ 43 per jaar waard. Elizabeth Burgh bracht ook Ingoldisthorpe interessante verbanden: onder haar verwanten was Sir Richard Waldegrave *, de voormalige Spreker; haar zus Margaret was eerst getrouwd met Sir John Lowdham uit Nottinghamshire en vervolgens met Sir John Zouche * van Kirklington, de jongste zoon van de 3e Lord Zouche; en haar andere zuster, Joan, was de eerste vrouw van de vrouw aan Thomas Hasilden I * van Guilden Morden en vervolgens aan (Sir) William Asenhill * .3 haar zus Margaret was eerst getrouwd met Sir John Lowdham uit Nottinghamshire en vervolgens met Sir John Zouche * van Kirklington, de jongste zoon van de 3e Lord Zouche; en haar andere zuster, Joan, was de eerste vrouw van de vrouw aan Thomas Hasilden I * van Guilden Morden en vervolgens aan (Sir) William Asenhill * .3 haar zus Margaret was eerst getrouwd met Sir John Lowdham uit Nottinghamshire en vervolgens met Sir John Zouche * van Kirklington, de jongste zoon van de 3e Lord Zouche; en haar andere zuster, Joan, was de eerste vrouw van de vrouw aan Thomas Hasilden I * van Guilden Morden en vervolgens aan (Sir) William Asenhill * .3

etica, Arial, sans-serif;"> 

serif;"> 

in: 0px; padding: 0px; box-sizing: border-box; vertical-align: inherit;">Ingoldisthorpe werd geridderd vóór december 1383, toen hij livrei van zijn patrimonium verkreeg. In maart 1387 meldde hij zich aan bij de zeemacht onder het bevel van Richard, graaf van Arundel, admiraal van Engeland, van wie hij enkele van zijn landen bezat, maar er is geen bewijs dat hij actief de graaf en zijn collega Lords Appellant in hun rebellie tegen Richard II en zijn favorieten later dat jaar. Sterker nog, hij richtte al snel zijn aandacht op strikt plaatselijke zaken: in juni 1392 sloot hij zich aan bij een hypotheek van het landhuis en advowson van Histon aan de nonnen van de abdij van Denney in Cambridgeshire, en later dat jaar was hij getuige van concessies van bisschop Despenser van Norwich aan de burgesses van Bishop's Lynn. (Ingoldisthorpe was altijd geïnteresseerd in de aangelegenheden van deze stad, zo dicht bij zijn belangrijkste landgoederen.) 4 Vervolgens, op 26 april. In 1396 werd hij voor het leven aangehouden door de voormalige appellant Thomas Mowbray, graaf van Nottingham, die als zijn honorarium een ​​jaarlijkse huur van £ 20 ontving van het landhuis van Willington (Bedfordshire). Het contract van de bewaarder bevatte de bepaling dat deze lijfrente zou worden vastgesteld op een locatie dichtbij de eigen landgoederen van Sir John na de uitbreiding van de territoriale belangen van Mowbray in East Anglia, verwachtend op de dood van zijn grootmoeder, Margaret Marshal, gravin van Norfolk. Maar dit verband met Mowbray leidde niet tot een voorkeur van Richard II, die zijn vroegere vriend twee jaar later in ballingschap stuurde. Hendrik IV gaf echter op 17 november 1399 een bevestiging van het honorarium van Ingoldisthorpe nadat het nieuws kwam over de dood van graaf Thomas. Onder het nieuwe regime nam Ingoldisthorpe meer belangstelling voor de overheid, zowel in het centrum als in de plaatsen: hij ontving een persoonlijke oproep als ridder van Suffolk om de grote raad van augustus 1401 bij te wonen en een andere ongeveer twee jaar later; en in de tussentijd, in 1402, begon zijn dienst aan koninklijke commissies opnieuw na een verloop van tien jaar. Nadat hij in 1402-3 dienst had gedaan als sheriff van Norfolk en Suffolk, behaalde hij na het einde van zijn mandaat de verkiezing voor de laatste provincie voor de eerste vergadering van het Parlement. Op dat moment had Ingoldisthorpe weinig of geen land in Suffolk, maar hij had goede banden met veel leden van de shire-gentry die zijn kandidatuur hadden gesteund. Op 6 januari 1405 verwierf hij een koninklijk pardon van £ 100 dat hij verschuldigd was op de rekening van zijn sheriff bij de Schatkist 'vanwege zijn grote verliezen en kosten op kantoor'. Ingoldisthorpe bleef werken aan koninklijke commissies na de toetreding van Henry V,

rder: 0px; margin: 0px; padding: 0px; font-size: 12px; box-sizing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

0px; padding: 0px; font-size: 12px; box-sizing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

font-size: 12px; box-sizing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

x-sizing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;">Ingoldisthorpe had enkele nuttige verbindingen gevormd in de gemeenschap van East Anglia. ;Hij werd gevraagd om een ​​uitvoerder te zijn van het testament van Sir William Elmham *, de prominente soldaat en diplomaat die stierf in 1403, en vervolgens fungeerde als een beheerder van het landhuis van Walsham (Suffolk) namens Elmham's weduwe Elizabeth, waarschijnlijk een bloedverwante van moeders kant. Onder andere opvallende figuren die hij als feoff-to-use diende waren Sir Simon Felbrigg KG, Sir John Strange * en Sir Thomas Erpingham KG.6 Bij gelegenheid was hij een weldoener van de kerk, hoewel slechts op kleine schaal. In mei 1406 sloot hij zich aan bij Sir John Colville bij het maken van een transport naar het huis van Austin-monniken in Bishop's Lynn van een deel van een messuage die grenst aan het klooster zodat het vergroot zou kunnen worden, maar door een misverstand werd het eigendom door de escheator in beslag genomen en het duurde tot 1413 voordat de transactie koninklijk werd goedgekeurd, en dan alleen op voorwaarde dat de obits voor Henry V's ouders daar zouden worden bewaard. Ingoldisthorpe had ook te maken met de grote Cluniac-priorij van Lewes (Sussex), waarvan hij bepaalde van zijn land in Norfolk had gehouden, transacties tussen hen waaronder Sir John's toestemming voor een toelage aan de priorij in 1412 van onroerend goed in Walpole en West Walton, samen met 'liberum taurum suum et liberum aprum suum'.7

-size: 12px; box-sizing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

zing: border-box; color: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;"> 

olor: #105a83; font-family: 'Helvetica Neue', Helvetica, Arial, sans-serif;">In zijn latere jaren zou Ingoldisthorpe hebben gewoond in Cambridgeshire, waar hij op de bank diende. Het was daar, op Swaffham Bulbeck, dat hij zijn wil deed, op 2 november 1419. Hij wenste begraven te worden in de parochiekerk van Burrough Green, waardoor £ 20 overbleef voor het onderhoud van een chanterie bij zijn tombe en vijf punten voor reparaties naar het gebouw. (Er zijn nog steeds monumenten voor hem en zijn vrouw over om Ingoldisthorpe te laten zien als een ridder in harnas, met de 'SS' livreikraag van Lancaster.) Hij gaf 13s.4d. aan elk van de vijf kerken op zijn landgoederen voor vergeten tienden. Huizen van religie profiteerden ook van de voorwaarden van zijn wil: de kloosters van Lynn en Cambridge, de nonnenkloosters van Shouldham en Blackborough en zeven huizen met leprozen in Lynn werden allemaal herinnerd met geschenken van geld in ruil voor gebeden voor zijn ziel; £ 20 werd gereserveerd voor reparaties aan de priorij van Austin-nonnen in Crabhouse en elke non kreeg 6s.8d .; terwijl het huis van Austin kanunniken op Bromehill £ 5 6s.8d zou ontvangen. Noch werden seculiere instellingen genegeerd: Ingoldisthorpe liet £ 5 voor het gebruik van het koopmansgilde van de Heilige Drie-eenheid bij Lynn. Aan de huurders op zijn landhuis in Tilney verliet hij £ 10, om te worden verdeeld volgens geldige claims van onrechtvaardige behandeling door hem of zijn officieren; en hij zocht de gebeden van huurders op zijn andere herenhuizen door £ 1 te laten voor distributie in elke plaats. De legaten van Ingoldisthorpe in geld bedroegen ongeveer £ 140, dit bedrag inclusief £ 3 aan elk van zijn executives, waaronder Sir John Colville, Sir William Asenhill (de schoonbroer van zijn vrouw) en William Allington *, de toekomstige Speaker.8 Ingoldisthorpe stierf op 29 mei 1420 en vertrok als zijn erfgenaam, zijn zoon Thomas, Bijna 19 jaar oud. De laatste was waarschijnlijk al getrouwd met Margaret, de dochter en erfgenaam van Sir Walter de la Pole *, een rijke landeigenaar uit Cambridgeshire, met wie Sir John twee jaar eerder was geassocieerd, toen beide mannen getuige waren geweest van een beurs aan Spinney priorij. Sir John's weduwe, Elizabeth, deed haar testament op 13 november 1421, waarbij hij de la Pole noemde als een van haar executeurs, en ze stierf een maand later, maar werd binnen enkele weken door haar zoon naar het graf gevolgd.9 De nieuwe erfgenaam van de landgoederen van Ingoldisthorpe, de zoon van Thomas, Edmund †, werd een afdeling van Sir John Tiptoft *, die, na 500 punten te hebben betaald voor het huwelijk van het kind, hem huwde met zijn tweede dochter, Joan. (Sir) Edmund kwam in 1443 in de erfenis van Ingoldisthorpe, toen hij ook erfgenaam was van de lotgevallen van de la Pole en Bradstone; en zo was zijn standpunt dat de hand van zijn dochter werd gezocht door John Neville, Lord Montagu en later graaf van Northumberland. Sir John Ingoldisthorpe en zijn vrouw werden herinnerd in de stichting van de Bateman's chantry in Burrough Green in 1445 en de Burgh-chanterie in dezelfde kerk in 1460.10

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant John Ingoldisthorpe, MP?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!