Elle est mariée avec Willem ten Cate.
Ils se sont mariés le 3 décembre 1682 à Almelo, Nederland, elle avait 22 ans.
Enfant(s):
Zij is de dochter van Gerrit ten Cate en Aaltje Lamberts van de Almelose stam. Zie voor haar voorgeslacht: "De Almelose tak van de (van oorsprong doopsgezinde) familie ten Cate uit Borne", W.E.M. ten Cate, Maasland 1991. (STAM-ALM). . RA Zwolle: ORA Richterambt Enschede, Stadsgericht Enschede inv. nr. 74 (Protocol 50ste Penning): per 1 mei 1735: Gerrit Gerritsen Bekker angegeven een gaaren so angekoft heeft van de weduwe Willem ten Caate ter somma van 130 gulden, luid coopvoorwaarde an mij vertoond van 3 meert en geleegen binnen dese Stads jurisdictie.
Idem: per 8 april 1750: Maakt Gerrit Jan Plante bekent dat hij op den 17 maart heeft aangekogt een huijs en huijsjen daarnaast staande, dese soogenaamde Tempal (?) en annexe grond gelegen binnen dese stad aldernaast de behuijsinge van Berent Greve en de erven wijlen Sijbrant ten Cate (prs. nr. 12); en van de erfgenamen van wijlen de weduwe Willem ten Cate en sulx voor een somma van ƒ 1700.-.-. waarvan nog geen koopcedul is opgerigt.
RA Zwolle: Landgericht Oldenzaal, Vrijwillige Zaken, toegang 66.1 inv. nrs. 5-17 (op datum): per 19 nov. 1732. De Wel Ed: Herm Lippinckhoff J.U. Dr. tot Losser leent van WelEd. vrouw weduwe van wijlen Wilm ten Cate tot Endscheijde 700 gl. tegen 4%. Onderpand is sijn vrie erve ofte goedt Grote Beverborg in de Lutte.
Opmerkingen Willem ten Cate en Judith ten Cate
Een half jaar na hun huwelijk maken zij hun testament. RA Zwolle: ORA Stadsgericht Enschede, inv. nr. 1 (Vrijwillige zaken 1645-1697), testament per 21 juni 1683: "In eigenaer persoon erscheenen Willem ten Catte en Judith ten Catte eheluiden, zij met haeren gekooren mombaer die Edele Joan Lansinck". Zij maken een testament op de langstlevende en benoemen elkaar tot universeel erfgenaam. Zij moet eenmalig bij zijn overlijden aan zijn broeders of broeders kinderen uitkeren een bedrag van 600 Caroli guldens om onder hen in "stirpes toe verdeelen". Zij legateert aan haar zusters en broeders "jeder haest voor ses hondert Caroli guldens". Verder aan haar beide zusters Lijsbeth en Geesken al haar kleren tot haar lijf behorend, ieder een gelijk deel, maar het zilverwerk
gaat naar haar zuster Geesken alleen. Haar moeder krijgt de legitieme portie.
In voornoemde testament legateert Willem alleen aan zijn broers (niet met name genoemd), een zuster Stijntjen wordt echter niet genoemd, vermoedelijk dus overleden voor datum opmaken testament.
RA Zwolle: ORA Stadsgericht Enschede, inv. nr. 1 (Vrijwillige Zaken 1645-1697), overdracht, per 11 mei 1685): Op 11 mei 1685 kopen zij een huis en hof van Theodorus Grotenhoff en vrouw Elisabeth Haerlet, gelegen tussen de behuisinge van Mr. Joost Minckedales en gemelde Grotenhoffs. De hof mag niet betimmerd worden, daarin niet begrepen het stuk wat van de overleden Willem Fransen is aangekogt. De waskamer daarop mag net zo lang blijven staan als mr. Joost Minckedales en zijn nakomelingen beliefd. Op dezelfde dag verkopen zij het huis weer aan Everwijn Palthe, burgemeester en zijn vrouw Sandarina van Stralen. Van voornoemde Everwijn Palthe en Sandarina van Stalen kopen Willem en Judith ten Cate dan het huis, hof met daaraan staande kamer gelegen aan de eene zijde aan het huis en hof van Sibrant, Lambert en Hermen ten Cate (zijn broers) en met de andere zijde aan het huis van de weduwe Jan Oorthuis en Hendrik van Loghums hof en met het eene einde aan het huis en hofjes van Jan Jansen en Hermen Leeferink en de weduwe van Gerrit Segelinck en met het andere einde aan de stads straat, als mede de uitgang langs het huis van Hermen Leefertincks huis en 't Wagelaarshof.
RA Zwolle: ORA Stadsgericht Enschede, inv. nr. 2 (Vrijwillige Zaken 1697-1741), overdracht, per 7 juni 1717: Willem ten Cate en vrouw Judith ten Cate kopen van Hendrik Laersonder en Aeltien Cost een huis c.a. grond gelegen in de Langestraat tussen de huizen van burgemeester Gerrit Elshoff en dat van Hermanus Beckers. Het huis wordt bewoont door Jan Wenders. De aankopers nemen over een last van 79 Caroli guldens en 10 stuivers, die nog op het huis rust en waarvan de rente moet worden betaald aan de provisionaren der stad Enschede.
Volgens Dr. A. van Benthem, De geschiedenis van Esnchede en zijne naaste omgeving, 2e druk 1920, blz. 638, kregen Willem en Judith ten Cate totaal 12 kinderen, waarvan er de meeste jong en ongehuwd overleden, de overige waren 4 dochters en 1 zoon.
Judith ten Cate | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1682 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willem ten Cate |