Genealogy Richard Remmé, The Hague, Netherlands » Coenraad [Avesnes] de Cuser Ridder, heer van Oosterwijk, Amstelveen, Sloten, O (1327-1407)

Données personnelles Coenraad [Avesnes] de Cuser Ridder, heer van Oosterwijk, Amstelveen, Sloten, O 


Famille de Coenraad [Avesnes] de Cuser Ridder, heer van Oosterwijk, Amstelveen, Sloten, O

Il est marié avec Clementia Gerrit Boelensdr van Sloten.

Ils se sont mariés environ 1350.


Enfant(s):

  1. Willem Cuser  ????-1392
  2. Ida [Avesnes] de Cuser  1348-1395 
  3. Nn [Avesnes] de Cuser  ± 1340-???? 


Notes par Coenraad [Avesnes] de Cuser Ridder, heer van Oosterwijk, Amstelveen, Sloten, O

Ridder 1396

Note for: Coenraad Cuser van Oosterwijk, - voorjaar 1407 Index

Note: Oosterwijk, bij Beverwijk gelegen, heette zo naar de bezitter Koenraad Kuser alias Koenraad van Oosterwijk, die op zijn beurt deze alias ontving naar zijn grootvader van moederszijde, Koenraad van Oosterwijk, behorende tot een geslacht, dat zijn naam aan Oosterwijk in het land van Arkel zal ontleend hebben. Datzelfde huis bij Beverwijk werd later Foreest genoemd, nadat een lid van het gesacht van dien naam het van de Kusers had geërfd; ten onrechte noemt van der Aa dit huis het stamslot der Foreesten, want deze behoorden oorspronkelijk niet in Kennemerland, maar in Rijnland thuis, waar zij in de 13e eeuw het ambachtje Foreest bij Boskoop in leen hadden (Mr. H. J. Koenen in De Wapenheraut, 1906, bladz. 15-16).
Hij werd in 1354 rentmeester van Amstelland; op 7 januari I 368 wordt hij baljuw van Amstelland en bekleedt dat ambt tot 3 februari 1370 (J. ter Gouw, Amsterdam, deel II,
blz. 260). In het begin van 1368 heeft men last van zeerovers, zelfs op de Zuiderzee. Onze Coen, gaat als baljuw, naar Geertruidenberg, om er met de Raad over te spreken, maar deze verwijst hem naar Haarlem aan 'denghenen die daar quamem van den Rade alse te daghe jeghens den Oestvriesen'.
In mei heeft men een rover gevangen, Bloc Wouter Doynssoen genaamd, en be Baljuw laat hem op het rad leggen. In augustus heeft men er weer een: Coentgen van Pruesen, die hetzelfde lot ondergaat (Rekening Amstelland, 7 jan. 1368- 3 februari 1369, fol. 24, 25, 25 verso, Rijksarchief 's-Gravenhage).
Ook verschijnt Coen, met afgevaardigden van Amsterdam, te Harmelen voor Hertog Aelbrecht, om een klacht in te dienen tegen Herman van Kuinre, welke kleine potentaat veel neiging toont om van zijn heerschap een roofstaatje aan de Zuiderzee te maken, althans hij heeft de Amsterdammers berooft. Resultaat: een schriftelijke vermaning van de Hertog aan de Kuinderheer (Rekening als voren, fol 24, 25 verso).
In het midden van september ontvangt hij de 'ontzegbrief' (oorlogsverklaring) van Willem van Aemstel, de kleinzoon van de laatste Gijsbrecht, die tonen wil, dat hij alle aanspraak op de voorouderlijke heerschappij nog niet opgegeven heeft.
Coen neemt op 20 september de brief naar 's-Gravenhage mee; de Hertog is naar Brabant vertrokken en zijn kapelaan zendt een bode met de ontzegbrief derwaarts (Rekening als voren, fol. 24, 25 verso; J. ter Gouw, Amsterdam, deel II, blz. 38-39). Op zijn aanraden worden de tegen Aleida van Poelgeest samengespannen Hoeksche edelen ingedaagd (A. C. van Aelst, Geschiednis Oudewater tot 1575, Gouda 1893, blz. 48 (zie aldaar óók blz. 57).
Baljuw van Rijnland tussen 1380 en 1383; houtvester van Holland in 1397.
Op 25 mei 1399,wordt hij door Hertog Aelbrecht beleend met het ambacht van Amstelreveen en enige renten, daartoe behorende, tegen betaling van een en dertig honderd schilden.
Hierbij wordt bepaald, dat, indien Koen - hier genoemd : 'Heer Coene van Oosterwyck, Willem Cusers zoen, onse neve - storve sonder wettige zoon naer hem te zaten, soo soude dit ambacht met alle zyne toebehoren, als voorsz. is, komen, en erven op Harper, Janse van Foreest, en die hij bij Heere Coene dochter heeft; en waer dat Harper aflijvìg waer voor Heer Coene, zoo zout komen op Jans ouste zoon van Foreest. En alle dese renten voorsz. sal Clemens, Vrouwe van Slooten, Heer Coenen wijf, hebben die minre (kleinste) helft tot haer lijftoght' (Frans van Mieris, Groot charterboek deel 111, bladz. 697; Versl. v. d. toestand der gemeente Nieuwer- Amstel, 1913, blz. 21).
In 1400 is Coenraad kastelein te Teilingen (Simon van Leeuwen, Batavia Illustrata, tweede stuk, blz. 980).
Op 18 januari 1403 verklaart hij het ambacht van Amstelreveen met al zijn renten en toebehoren verkocht te hebben aan Vrouwe Margriete van Cleve, de gemalin van Hertog Aelbrecht, en verzoekt deze, haar daarmede in zijneplaats te willen belenen (na de dood van Margaretha komen de Ambachten Sloten, Osdorp en Amstelreveen, met tynse, tyende ende alle Heerlichyt daertoe behorende aan Catharina van Cleve, zuster van Margaretha, aan wie ook het vroegere huis Cuser's te Haarlem toebehoort, hetwelk naar haar 'Huis te Kleef' genoemd wordt).
Op 3 februari wordt dit verzoek ingewilligd (Frans van Mieris, Groot Charterboek, deel III, blz. 774; Versl. v.d. toestand der
gemeente Nieuwer-Amstel, 1914, blz. 14).
Coenraad Cuser is zeer bekend in zijne tijd en wordt nog vermeld als Raad van Hertog Aelbrecht en in 1405 bij de Hagesteinse oorlog.
Hij bereikt enen hogen leeftijd.

==================================================================

http://www.kareldegrote.nl/Reeks66_Deurvorst_IV.html

20. Coenraad Cuser, ridder, heer van Oosterwijk, Amstelveen, Sloten, Osdorp en Schoterbosch, rentmeester 1354 en baljuw van Amstelland 1368.1370 en van Rijnland 1380.1383, ambachtsheer van Amstelveen, houtvester van Holland 1397, kastelein van Teilingen 1400, raad van hertog Albrecht, verbannen 1403, overl. voorjaar 1407,
tr. Clementia, vrouwe van Sloten en Osdorp, overl. na 1402, dr. van Gerrit Boelen en NN.

21. Ida Cuser, vrouwe van Oosterwijk, tr. ca. 1370 Jan van Foreest, heer van Middelburg, Foreest enz. 1367, schepen van Haarlem, schout van Oudewater, overl. (Haarlem?) 1413, zoon van Herpert van Foreest en NN.
Uit dit huwelijk o.a.:
Adriaan, volgt hierna
Catharina, volgt Reeks 67

22. Adriaan van Foreest, vermeld 1424.1428, overl. 1428? (vóór 1433), tr. Agatha/Echte Utenhaghe, vermeld als weduwe 1436 en 1458, dr. van Gerrit Utenhaghe en Gheertruit N.

23. Dirk van Foreest, vermeld 1448, 1464 en 1482, overl. vóór 1501, tr. ca. 1450 Haeshen/Haze Pietersdr., dr. van Pieter Jordanszn en Margriet Dullert Gijsbrechtsdr.

24. Jorden van Foreest, schepen van Alkmaar, vermeld 1482 en 1486, overl.1494, tr. Alijt Jansdr., overl.1509, dr. van Jan Jan Symonszn. en Alijt Willem Jacobszndr.

25. Jorden van Foreest, knape, schepen 1522, thesaurier 1532 en burgemeester 1534 van Alkmaar, baljuw van Bergen, overl. febvr. 1559, tr. Margaretha Beyers (ook genoemd Margriet Nanningsdochter), overl.1546, dr. van ....... etc etc.......

=============================

rob_gomes.ged

Ridder; heer van Oosterwijk, Amstelveen, Sloten, Osdorp en Schoterbosch. Oosterwijk, bij Beverwijk gelegen, heette zo naar de bezitter Koenraad Kuser alias Koenraad van Oosterwijk, die op zijn beurt deze alias ontving naar zijn grootvader van moederszijde, Koenraad van Oosterwijk, behorende tot een geslacht, dat zijn naam aan Oosterwijk in het land van Arkel zal ontleend hebben. Datzelfde huis bij Beverwijk werd later Foreest genoemd, nadat een lid van het ges!acht van dien naam het van de Kusers had geërfd; ten onrechte noemt van der Aa dit huis het stamslot der Foreesten, want deze behoorden oorspronkelijk niet in Kennemerland, maar in Rijnland thuis, waar zij in de 13e eeuw het ambachtje Foreest bij Boskoop in leen hadden (Mr. H. J. Koenen in De Wapenheraut, 1906, bladz. 15-16).
Hij werd in 1354 rentmeester van Amstelland; op 7 januari 1368 wordt hij baljuw van Amstelland en bekleedt dat ambt tot 3 februari 1370 (J. ter Gouw, Amsterdam, deel II, blz. 260). In het begin van 1368 heeft men last van zeerovers, zelfs op de Zuiderzee. Onze Coen, gaat als baljuw, naar ; Geertruidenberg, om er met de Raad over te spreken, maar deze verwijst hem naar Haarlem aan 'denghenen die daar quamem van den Rade alse te daghe jeghens den Oestvriesen'.
In mei heeft men een rover gevangen, Bloc Wouter Doynssoen genaamd, en de Baljuw laat hem op het rad leggen. In augustus heeft men er weer een: Coentgen van Pruesen, die hetzelfde lot ondergaat (Rekening Amstelland, 7 jan. 1368-3 februari 1369, fol. 24, 25, 25 verso, Rijksarchief 's-Gravenhage).
Ook verschijnt Coen, met afgevaardigden van Amsterdam, te Harmelen voor Hertog Aelbrecht, om een klacht in te dienen tegen Herman van Kuinre, welke kleine potentaat veel neiging toont om van zijn heerschap een roofstaatje aan de Zuiderzee te maken, althans hij heeft de Amsterdammers berooft. Resultaat: een schriftelijke vermaning van de Hertog aan de Kuinderheer (Rekening als voren, fol 24, 25 verso).
In het midden van september ontvangt hij de 'ontzegbrief' (oorlogsverklaring) van Willem van Aemstel, de kleinzoon van de laatste Gijsbrecht, die tonen wil, dat hij alle aanspraak op de voorouderlijke heerschappij nog niet opgegeven heeft.
Coen neemt op 20 september de brief naar 's-Gravenhage mee; de Hertog is naar Brabant vertrokken en zijn kapelaan zendt een bode met de ontzegbrief derwaarts (Rekening als voren, fol. 24, 25 verso; J. ter Gouw, Amsterdam, deel II, blz. 38-39). Op zijn aanraden worden de tegen Aleida van Poelgeest samengespannen Hoeksche edelen ingedaagd (A. C. van Aelst, Geschiednis Oudewater tot 1575, Gouda 1893, blz. 48 (zie aldaar óók blz. 57).
Baljuw van Rijnland tussen 1380 en 1383; houtvester van Holland in 1397.
Op 25 mei 1399,wordt hij door Hertog Aelbrecht beleend met het ambacht van Amstelreveen en enige renten, daartoe behorende, tegen betaling van een en dertig honderd schilden.
Hierbij wordt bepaald, dat, indien Koen - hier genoemd: 'Heer Coene van Oosterwyck, Willem Cusers zoen, onse neve - storve sonder wettige zoon naer hem te zaten, soo soude dit ambacht met alle zyne toebehoren, als voorsz. is, komen, en erven op Harper, Janse van Foreest, en die hij bij Heere Coene dochter heeft; en waer dat Harper aflijvìg waer voor Heer Coene, zoo zout komen op Jans ouste zoon van Foreest. En alle dese renten voorsz. sal Clemens, Vrouwe van Slooten, Heer Coenen wijf, hebben die minre (kleinste) helft tot haer lijftoght' (Frans van Mieris, Groot charterboek deel 111, bladz. 697; Versl. v. d. toestand der gemeente Nieuwer-Amstel, 1913, blz. 21).
In 1400 is Coenraad kastelein te Teilingen (Simon van Leeuwen, Batavia Illustrata, tweede stuk, blz. 980).
Op 18 januari 1403 verklaart hij het ambacht van Amstelreveen met al zijn renten en toebehoren verkocht te hebben aan Vrouwe Margriete van Cleve, de gemalin van Hertog Aelbrecht, en verzoekt deze, haar daarmede in zijneplaats te willen belenen (na de dood van Margaretha  komen de Ambachten Sloten, Osdorp en Amstelreveen, met tynse, tyende ende alle Heerlichyt daertoe behorende aan Catharina van Cleve, zuster van Margaretha, aan wie ook het vroegere huis Cuser's te Haarlem toebehoort, hetwelk naar haar 'Huis te Kleef' genoemd wordt).
Op 3 februari wordt dit verzoek ingewilligd (Frans van Mieris, Groot Charterboek, deel III, blz. 774; Versl. v.d. toestand der gemeente Nieuwer-Amstel, 1914, blz. 14).
Coenraad Cuser is zeer bekend in zijne tijd en wordt nog vermeld als Raad van Hertog Aelbrecht en in 1405 bij de Hagesteinse oorlog.
Hij bereikt enen hogen leeftijd.

==============================

http://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu07_01/molh003nieu07_01_0678.php

=======================

kocht het verwoeste kasteel Oosterwijk (hofstede ter Wijck, Huis Uiterwijk) in 1366  van Jan van Egmond. (overleden Bef 6 Mar 1392)
De naam van het kasteel veranderde aldus in huis Oosterwijk

Kasteel Terwijc, 1e heer : Wouter van Egmond

De eerste vermelding van een persoon die de naam Uter wike (uit de Wijk) gebruikte was Gerard van Velsen (De moordenaar van graaf Floris V van Holland). Hij was rond 1275 ambachtsheer van het tegenwoordige Beverwijk.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_Ter_Wijc

=========================

De navorscher, vol 66 1916

Avez-vous des renseignements supplémentaires, des corrections ou des questions concernant Coenraad [Avesnes] de Cuser Ridder, heer van Oosterwijk, Amstelveen, Sloten, O?
L'auteur de cette publication aimerait avoir de vos nouvelles!


Barre chronologique Coenraad [Avesnes] de Cuser Ridder, heer van Oosterwijk, Amstelveen, Sloten, O

  Cette fonctionnalité n'est disponible que pour les navigateurs qui supportent Javascript.
Cliquez sur le nom pour plus d'information. Symboles utilisés: grootouders grand-parents   ouders parents   broers-zussen frères/soeurs   kinderen enfants

Ancêtres (et descendants) de Coenraad [Avesnes] de Cuser


Avec la recherche rapide, vous pouvez effectuer une recherche par nom, prénom suivi d'un nom de famille. Vous tapez quelques lettres (au moins 3) et une liste de noms personnels dans cette publication apparaîtra immédiatement. Plus de caractères saisis, plus précis seront les résultats. Cliquez sur le nom d'une personne pour accéder à la page de cette personne.

  • On ne fait pas de différence entre majuscules et minuscules.
  • Si vous n'êtes pas sûr du prénom ou de l'orthographe exacte, vous pouvez utiliser un astérisque (*). Exemple : "*ornelis de b*r" trouve à la fois "cornelis de boer" et "kornelis de buur".
  • Il est impossible d'introduire des caractères autres que ceux de l'alphabet (ni signes diacritiques tels que ö ou é).

Les données affichées n'ont aucune source.

Sur le nom de famille Cuser

  • Afficher les informations que Genealogie Online a concernant le patronyme Cuser.
  • Afficher des informations sur Cuser sur le site Archives Ouvertes.
  • Trouvez dans le registre Wie (onder)zoekt wie? qui recherche le nom de famille Cuser.

Lors de la copie des données de cet arbre généalogique, veuillez inclure une référence à l'origine:
Richard Remmé, "Genealogy Richard Remmé, The Hague, Netherlands", base de données, Généalogie Online (https://www.genealogieonline.nl/genealogie-richard-remme/I35841.php : consultée 25 juin 2024), "Coenraad [Avesnes] de Cuser Ridder, heer van Oosterwijk, Amstelveen, Sloten, O (1327-1407)".