Enfant(s):
Jaarboek CBG 1958, blz. 93:
Jan van Haerlem, Veren Aleyden sone, knape, aldus voorkomend in een oorkonde van Graaf Floris V, gedateerd 5 dec. 1284, waarbij de graaf hem een kamp land overdraagt genaamd "Berckenrode" gelegen bezuiden de Haarlemmerhout, zeer vermoedelijk op de plek waar nog heden ten dage de buitenplaats "Berkenrode" zich bevindt (ARA Holl. Leenk. no. 40, fol. 32; zie van den Bergh: Oorkondenboek van Holland en Zeeland, deel II onder no. 529).
Hij koopt voor de schepenen te Haarlem op 24 juni 1294 een "hoeve" gelegen tussen Monster en 's Gravezande (Opt Straeten, deel III, fol. 803). Deze koop werd blijkbaar doorde graaf met een belening bevestigd, gezien het feit dat in het Leenregister werd bijgeschreven een "Quitantie" wegens het voldoen van het heergewaad in het jar 1305, en tevens gezien het feit dat zijn nazaten nadien regelmatig door de graven met dit leengoed werden verlijd. deze hoeve draagt van de 14e tot de 18e eeuw de naam "Berckenroedsche Hoeve".
Het is zeer wel mogelijk te achten dat Jan Veren Aleyden zoon door de Heer van Teylingen beleend was met een deel van de Haarlemse smaltienden (een grafelijk achterleen dus), welk leen hij op een dochter zou hebben later vererven.
Jan stierf waarschijnlijk kort vóór 1305.
De naam van zijn echtgenote is niet bekend.