Hovenier, bosgraaf
Hovenier (1693)
Boomkweker
Hovenier (bosgreve) op landgoed Hooghuis te Bergum, vanaf 1686 bewoond door Hendrik Casimir II vorst van Nassau-Dietz (1657-1696), erfstadhouder van Friesland
Belijdenis te Bergum in februari 1696
Lidmaatsvermelding
(1) Il est marié avec Maria Eeckmans.
L'autorisation pour le mariage a été obtenu le 28 octobre 1693 à Leeuwarden, Friesland, Nederland.
Ils se sont mariés à l'église le 18 novembre 1693 à Leeuwarden, Friesland, Nederland.Enfant(s):
(2) Il est marié avec Gertje Harmens.
L'autorisation pour le mariage a été obtenu le 29 août 1722 à Bergum, Friesland, Nederland.
Werd in februari 1696 belijdend lidmaat van de Ned. Herv. kerk in Bergum; van beroep: boschgraaf, (boskgreve) in dienst op landgoed het Hooghuis; Overleden te Bergum tussen 1755 en 1756. Tr.(1) 18 november 1693 te Leeuwarden Maria Elisabeth Eeckmans, dochter van Jacob David Eeckmans en Lijsbeth Hanses. Maria haar vader was soldaat in een Zwitserse Kompagnie. .
Uit dit huwelijk:
Jan Freerkszn Bosgraaf
Jan Freerkszn Bosgraaf
Adriaan Freerkszn Bosgraaf
Lubbartus Freerkszn Bosgraaf
Jacob Freerkszn Bosgraaf
Geertruit Freerksdr Bosgraaf
Anna Elisabeth Freerksdr Bosgraaf
Tr.(2) (kerk) 29 augustus 1722 te Bergum Gertje Harmensdr. eerder gehuwd met Baucke Sytses den 04-04-1705 te Oudega. winkeliersche, overleden 1729 te Bergum Tr.(3) (kerk) 2 februari 1743 te Bergum Mettje Hendriksdr. Weduwe van Jurrien Lammerts. Mettje vertrekt in 1771 naar Leeuwarden.
Het geslacht Bosgra is afkomstig uit Bergum, de hoofdplaats van de gemeente Tietjerksteradeel in Friesland. Waar de stamvader mr. Freerck Bosgraaf oorspronkelijk vandaan kwam, is niet met zekerheid vast te stellen. Er is door historici en genealogen een aantal mogelijke plaatsen van herkomst genoemd, zoals Amsterdam, Noord-Duitsland en Denemarken. Helaas zijn er nog geen documenten gevonden die hierover helderheid kunnen verschaffen.
Wèl is duidelijk dat hij zich op zeker moment, vóór 1696, in Bergum heeft gevestigd, hij woonde hier aan het einde van de 17e eeuw in de Buurt in het West. Bronnen wijzen uit dat hij woonde in de schoolstraat tegenover cultureel centrum "De Pleats" op de plaats waar nu een kapper is gevestigd. Als bosgraaf was hij werkzaam op het landgoed het Hooghuis. Hij behoorde hiermee tot het hoger personeel op een adellijk landgoed, samen met bijvoorbeeld een watergraaf en een pluimgraaf. Als bosgraaf gaf hij leiding aan het beheer van de bossen en boomkwekerijen op het landgoed. Hij mocht zich in dit beroep meester noemen, hij tekende daarom ook dikwijls met mr. Freerck Bosgraaf. Vanaf 1686 woonde Hendrik Casimir II van Nassau, erfstadhouder van Friesland, op het Hooghuis (Theissen, 1907).
Freerck Bosgraaf deed ook voor zichzelf zaken en bezat een eigen boomkwekerij. Dit wordt bevestigd door een schriftelijke bron waarin staat dat hij in 1714 de “frugtboomen in ’t schoolmeestershof “ leverde (“De schoolmeesters in Tietjerksteradeel in de loop der tijden. ”). Hij is hiermee de stichter van de eeuwenoude boomkwekerij van de familie Bosgra.
De boomkwekerij is van groot economisch belang geweest voor de gemeente Tietjerksteradeel. Als erkenning hiervoor is een straat in Bergum vernoemd naar deze kweker, de Freerk Bosgraafstraat. Volgens de quotisatiekohieren uit 1749 is Freerck op dat moment oud en arm, hij woont dan samen met zijn vrouw en een kind in huis.
Maria Eeckmans was dienstmeid bij de adellijke familie Aylva te Burgwerd. Haar ouders waren Jacob Davids Eeckmans, soldaat in een Zwitserse Kompagny. Hij trouwde op 6 juli 1656 te Leeuwarden met Lijsbeth Hanses van Rinsumageest. De vader van Jacob Davids is David Eeckmans, getrouwd op 24 oktober 1627 te Leeuwarden met Tet Jacobs van Rinsumageest. Hij was soldaat onder graaf Willem van Nassau.
Bron: Johannes Bosgra
Les données affichées n'ont aucune source.