Le 2 mars 1527 relief du Moulin de Mettecoven par le frère de Staes de Ryckel, Jean de Ryckel à la suite du décès de son frère Staes, source Moulenecho
Il est marié avec Catherine d'Entbroeck.
mort sans hoirs
Ils se sont mariés
Fondation : https://www.europeana.eu/fr/item/2058628/KF_objecten_1456412884159_723883638
Erfgoedplus donne : en l'Eglise de Grand Jamine " Tekst:TER EEUWIGER GEDACHTENISSE / VAN DIE FONDATIE DER VROEG / MISSE ALLE SONDAGHEN ENDE / HEYLIG DAGEN IN DESE KERCKE / TE CELEBREN ENDE ALSDAN COMMEMORATIE TEN / GRAF=PLAETSE TE HOUDEN, GEMAECKT TEN IAERE / 1519 DOOR JONCKER STAETS VAN RIJCKEL / HEERE VAN DER MOTTE WELCKEN IN DEZE KERCKE / BEGRAVEN LEYT MET JONCKER JAN VAN RIJCKEL / HEERE VAN DER MOTTE SYNEN BROEDER OVERL. / INT IAER 1531 ENDE VROUW MARIA VAN / ELDEREN DESSELFS HUYSVROUWE: WELCKE / FONDATIE BEPANT IS OP ELF ROEDEN LAND / GELGEN IN DIE WYNERSDELLE, NEGEN ROEDEN / DAERT WEGHSKE VAN CLEYN GELMEN NAE DE / VIER ABEELEN DOORGAET, DEN CHEYNSHOFF VAN / DER WAERDEN, ENDE OP SEKER PAN=HUYS INT DORP ALHIER GELEGEN, ALS BREEDER BLEYCKT BY / ACHTEN VAN OPDRACHT ENDE GHICHTE GHEDAEN / INT SPROEST=HOF DEN 17 NOVEMBERIS DES / IAERS 1519 VOORSCHREVEN // BIDT VOOR DE ZIELEN "
Dans la liste des sgr de la Motte en p 229 JSF Tombes et Ep. : La Motte 1519.
Le 7 janvier 1527 Jean de Rickele fils de feu Libert releve à la Cour Féodale de Liége "la court maison forte avec ung pony levis etc" à Grand Jamine, fief qui lui était échu par le décès de son frère Stas (Vour Féodale Registre 63, fol 98 V° 106r°) cité en noe dans le Receuil d'Epitaphes par Henri van den Berch, p 286, ed . Naveau, Chev Poulet
http://www.genwalbru.be/Files/van_den_berch_2.pdf
Le Moulin de Mettecoven à Grand Jamine: "In 1522 liet Stas van Rijkele , echtgenoot van Catlijne van Intbroeck, door Pauwels, molenmaker uit Aalst, een nieuwe voirslach plaatsen aangezien de oudse versleten ( verdourt ende vergaen ) was. Op 9 april 1522 werd dit op verzoek van Stas van Rijkele officieel vastgesteld en opgemeten...
In 1524 was Jan Stenen, molenaar te Mettecoven, in de schuld komen te staan bij de eigenaar van de molen, Stas van Rijkele. Op 8 oktober 1524 verscheen hij voor Valentijn Pansaerts als bode en plaatsvervanger van schout Gielis Vanderborch, Reyner Sterckendries en Wouter Bartheleyns, schepenen van Gelinden, en beloofde onder eed dat hij z'n hele schuld voor 30 november eerstvolgend aan Stas van Rijkele zou voldoen..
In januari 1527 overleed Stas van Rijkele . Zijn broer Jan van Rikele alias van Hamele deed op 2 maart 1527 verheffing. In 1539 wordt een zekere Joha als molenaar van Mettecoven vermeld.
In 1541 is Goywaert Steeweychs eigenaar van de molen.." source Molenechos, recherches M. Lambert Baré.
Staes de Ryckel | ||||||||||||||||||